DONDERDAG 9 JULI 1908. 147 Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming goed gekeurd. VII. Voorstel tot onbewoonbaarverklaring van de woning Hooglandsche Kerkgracht No. 1. (Zie Ing. St. no. 168). De Voorzitter. Dit punt wordt voorloopig door Burg. en Weth. teruggenomen. VIII. Voorstel tot kostelooze overname in eigendom en onderhoud bij de gemeente van een gedeelte van de Schel penkade en van de voetbrug over den Trekvliet tegenover de Hugo de Grootstraat. (Zie Ing. St. nis 171 en 173). De heer Bosch. M. d. V. Hoewel ik in de meeste gevallen toejuich, dat een dergelijke maatregel kan worden genomen, geloof ik, dat wij in dit geval een klein beetje te vroeg zijn, om dit gedeelte van de Schelpenkade nu reeds over te nemen. Het betreft een nog al belangrijke strook en er zijn nog maar 11 huizen gebouwd. Ik weet wel, dat er ook nog een stuk of 6 huizen zijn, die bijna in elkaar vallen, maar die kunnen dan toch maar hoogstens als half gebouwd gelden. Daarbij komt, dat deze huizen nog niet bewoond zijn. In twee er van is men bezig meubels in te dragen, in een van den eigenaar en in een van particulieren, naar ik meen, en het schijnt dus dat men daar aan bewonen gaat denken. Maar daarachter ligt een groot terrein, dat men zou kunnen noemen een Eldorado voor straatjongens, die er allerlei kattekwaad uithalen, en en verder bevindt zich daar een stinksloot, waar men allerlei vuil in werpt en waarin men dikwijls overblijfselen van die ren aantreft. Daarover heeft de gemeente geen zeggen, en juist daarom acht ik het te vrijgevig tegenover de menschen, die het terrein in bezit hebben, als de gemeente deze eigen dommen overneemt, waaraan het noodige politietoezicht ver bonden zal zijn. Werd daarvan geprofiteerd door de be woners van het terrein dat er achter ligt, en waar reeds 120 woningen staan, wat neerkomt op ongeveer 200 gezinnen, dan zou men het kunnen noemen een publiek belang, maar waar het geldt de belangen van die twee bewoners te midden van die 11 huizen, ben ik er niet voor, en zal dus tegen de voordracht stemmen. De heer Korevaar. M. d. V. Ik weet niet, of ik den heer Bosch goed heb begrepen, maar heb ik juist verstaan, dan verkeert dit geachte lid in de meening, dat door Burg. en Weth. wordt voorgesteld meer over te nemen dan de Schelpen kade, en dat Burg. en Weth. tevens voorstellen de daar achter gelegen terreinen van Buitenrust over te nemen. Dit ligt niet in de bedoeling van Burg. en Weth. Het is onze bedoeling alleen over te nemen de Schelpenkade, d i. de straat die langs den Trekvliet ligt. Het is tot nog toe altijd gewoonte geweest, een straat over te nemen van particulieren, wanneer zij is behoorlijk of goed bestraatgerioleerden voor de helft van de lengte bebouwd. Nu is dit hier het geval. De Schelpenkade is voor de helft bebouwd, en onder die helft zijn niet gerekend de huizen, die daar als ruïne staan. Er bestaat ook geen enkele geldige reden, om hier van den al gemeen gevolgden regel af te wijken. Dat de huizen niet be woond zijn, dat is toch waarlijk geen reden! Wij hebben wel meer straten overgenomendie niet bewoond waren. Het gaat toch niet aan, de straat wel over te nemen, indien die huizen toevallig morgen nu eens wel bewoond waren. Acht dagen later kunnen de menschen er immers toch weer uit trekken, en dan kunnen wij de overname toch niet weer ongedaan maken. De vraag, of de huizen al dan niet bewoond zijn, kan dan ook hier niet gelden. De heer Bosch heeft niet voldoende gemotiveerd, waarom men de Schelpenkade niet over zou nemen. De straten die uitkomen op de Heerenstraat, die vroeger behoord hebben aan Boekee, kunnen wel is waar niet profiteeren van deze overname, maar dat is heel natuur lijk. Immers ze zijn niet behoorlijk aangelegd en niet behoor lijk gerioleerd, zoodat de gemeente ze niet. kan overnemen en openstellen voor het publiek verkeer. Het ligt geheel aan de eigenaars zelf om verkeer te krijgen naar de brug, wanneer zij het wenschen. Voorloopig kan de gemeente deze straten niet overnemen, want ze verkeeren in desolater) toestand. Het hek dat het vrije verkeer belet, is geplaatst door den eigenaar van Buitenrust. Hij heeft het volle recht daartoe. Wanneer de heer Bosch iets in het belang van de eigenaren van de daarachter liggende straten wil doen en communicatie wenscht, dan moet hij stemmen voor het voorstel van Burg. en Weth. Want wanneer wij nu beginnen met de Schelpen kade over te nemen, dan is dat het begin om het andere gedeelte ook te krijgen. Als het stratencomplex Buitenrust in gemeentelijk bezit is, zal de schutting zeker verdwijnen en zal er communicatie komen tusschen dit terrein en het andere Er is dus geen bijzondere reden om niet over te nemen. De heer Bosch. M. d. V. Ik schijn uit het laatste gedeelte van de rede van den heer Korevaar te moeten opmaken, dat ik het voor de eigenaars heb opgenomen. Niets heeft verder van mijn bedoeling gelegen dan dat! Ik heb niet aan de eigenaars gedacht. Die zullen de zaak wel uitvechten, al betreur ik, dat zij elkaar zoo hinderen. Ik heb alleen gedacht aan de bewoners van de 120 huizen. De hoofdzaak van mijn redeneering was, dat een terrein onder politietoezicht wordt genomen, dat zoo groot is en dat dat alleen ten voordeele komt van de eigenaars van de elf huizen, die daar staan. Ik acht dat politietoezicht te kostbaar en daar de straat nog veel te lijden zal hebben voor het geheele terrein bebouwd is, is ook het overnemen te kostbaar. De heer Korevaar kent het terrein net zoo goed als ik. Men stelt voor de langste kant, langs het water, over te nemen. De jeugd speelt daar en doet daar kwaad. Er wordt gestolen. Men weet dat en nu moet de politie maar zorgen, dat het in orde komt Laat men eerst de terreinen beter in orde maken of afschutten, dat wij daarvan geen last hebben. Eerst toen heb ik gezegd, als hiervan nu geprofiteerd zou worden door de 200 andere bewoners, dan zou er nog een algemeen belang bij zijn. Dat heb ik echter pas later genoemd. De heer Korevaar. M. d. V. Nu heb ik tenminste gehoord, waarom de heer Bosch niet wil overnemen. Hij ziet er bezwaar in, dat het meerdere politietoezicht kosten na zich zal slepen. Ik kan dat bezwaar wegnemen door te zeggen, dat als wij het niet overnemen, er toch door de politie precies evenveel moet gewaakt worden, want het is een openbare weg. Het komt er niet op aan, of die aan de gemeente behoort of aan anderen, de verordening op de straatpolitie is er op toepasselijk. Een andere reden heeft de heer Bosch niet genoemd. De Voorzitter. Ik geloof, dat de heer Bosch den slechten toestand op het oog had waarin de bestrating verkeert, en hij het daarom voor de gemeente te bezwarend vindt die reeds thans over te nemen. Het gesprokene zag dus niet alleen op de vermeerdering van het politietoezicht. Nu is het waar, dat de politie toezicht moet houden zoo gauw het terrein een voor het publiek opengestelde weg is. Maar het is toch inderdaad een andere zaak, of het terrein is een weg in gemeentelijk beheer of dat het nog in parti culier toezicht is. Zoo nauwlettend is het politietoezicht er niet, dan wanneer de weg door de gemeente overgenomen is. Het komt mij voor, dat de regel, dien de heer Korevaar heeft genoemd een regel is, waarvan hier geen termen zijn waarom daarvan moet worden afgeweken. De heer Bosch. M. d. V. Ik zal geen stemming vragen, maar ik wil gaarne geacht worden tegen te stemmen. De Voorzitter. U kunt daar aanteekening van krijgen. Het voorstel van Burg. en Weth. wordt hierop zonder hoofdelijke stemming aangenomen. IX. Voorstel tot vaststelling van de verordening, houdende wijziging der verordening van 23 October 1902 (Gem.Bl. n°. 16), houdende Huishoudelijk Reglement voor het Krankzinnigen gesticht »Endegeest" en het Sanatorium voor zenuwlijders »Rhijngeest." (Zie Ing. St. n°. 167). De heer Sijtsma M. d. V. Toen ik in de vorige vergadering een voorstel deed tot wijziging der salarisregeling van enkele bewaarschoolhouderessen, werd dit bestreden, niet met het argument dat dit niet goed zou zijn, integendeel, de heer van Hamel erkende dat het een zeer goede maatregel zou wezen, doch wij moesten toen juist aan het vaststellen van die befaamde 5, 03%. en, werd er gezegd, neem het voorstel niet aan, wij moeten nu op de kleintjes passen, het scheelt al aanstonds 300 gulden. De heer Fockema Andreae maakte zich toen tot tolk van de leden van den Raad, en waarlijk het heeft indruk gemaakt, het voorstel werd verworpen. Wanneer- ik nu zie dit voorstel en het daaropvolgende, dan voel ik mij teleurgesteld; ondanks deze krachtige aansporing tot zuinig heid, merk ik, dat men nog heel wat meer durft uitgeven. Nu is het wel waar, er wordt op die gestichten 5000 a ƒ6000 winst gemaakt, maar daartegenover staat, dat wij straks krijgen het idioten-gesticht, en daarbij zal het de vraag zijn, of dit in de eerste jaren deze winst niet voor een groot deel zal opslokken. Nu zal men zeggen: jawel, de zuinigheid mag de wijsheid niet bedriegen. Maar de aanstelling van een adjunct-directrice ontmoet bij mij nog andere dan financiëele bezwaren. Ik heb het rapport van den directeur met veel ge noegen gelezen, maar overtuigd heeft het mij niet. Wij lezen daarin van beambten voor huisdienst en voor gestichtswerk zaamheden als daar zijn de huismeester, de linnenjuffrouw, een juffrouw voor de keuken en de hoofdverpleegster, en de direc teur houdt daarvan de koorden in handen. Daarbij moet ik al aanstonds opmerken, dat huismeester en hoofdverpleegster

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1908 | | pagina 3