DONDERDAG 9 JULI 1908. 157 kosten, tot een maximum van een derde der raming, of f 2.147.000. De zeer belangrijke bijdragen van de betrokken streekwaarvan hierboven sprake is, zijn gespecificeerd op de bij deze Memorie gevoegde bijlage." Op grond van deze bijlage, waarin o. a. voorkomt dat ook de gemeente Leiden zou bijdragen, is door de Kamer de wet gevoteerd. Wanneer nu één van de belanghebbenden zich terugtrekt en wel zulk een hoofdbelanghebbende als Leiden is, dan mag de Minister naar mijn meening niet con tracteeren met de Maatschappij over de subsidie. Dan vervalt derhalve de subsidie, en dan komt de lijn niet tot stand. Nu is er door een der sprekers, en wel de heer Fokker, op gewezen, dat de Electr. Spoorweg Maatschappij in haar uitin gen niet zoo positief zou wezen, en deze spreker heelt voor gelezen o. a., de zinsnede waarin gezegd wordt dat de heele zaak »op losse schroeven zou komen te staan." Hij heeft ver zuimd er aan toe te voegen, wat in het adres verder te lezen staat, »dat, gelijk de meerderheid van Burg. en Weth. het zeer duidelijk heeft uitgedrukt, de maatschappij weer van voren af zou moeten beginnen." Dat is de zaak. Het zou dan met deze spoorwegverbinding uit zijn, maar niet met de spoorwegverbindingen. Wanneer wij vasthouden aan de op vatting van de minderheid, en wij ontzeggen den Minister het recht, medezeggenschap te eischen over de plaats waar het station zal komen, dan vervalt in ieder geval deze wet. Dan zal er misschien een andere wet komen, over zooveel jaren, en wie weet welke condities de gemeente dan zal hebben goed te keuren, wil zij niet van de spoorwegverbin ding verstoken blijven. Dit alles bij elkaar genomen, mijne heeren, wettigt een antwoord op de vraag, die ik gesteld heb, in dezen zin, dat wel een groot gemeentebelang er mede verbonden is, dat men de meerderheid van het College volgt. Voor het heden is de plaats van het station zeker en voor de toekomst kan men veilig medegaan, want het is ondenkbaar, dat een station er eenmaal zijnde, wordt weggenomen. En nu zou ik willen vragen, waar men de zekerheid heeft voor het heden en de hooge waarschijnlijkheid daarvan voor de toekomst: is het daar werkelijk goed beleid om op grond van een formeele kwestie deze spoorwegverbinding in de waag schaal te stellen Ik hoöp, dat de Raad met de meerderheid van het College zal medegaan en van gevoelen zal zijn, dat toegeven in deze een bewijs is van wijs en verstandig beleid, en dat men door op zijn stuk te blijven staan de gemeente geen dienst bewijst. De beraadslaging wordt gesloten. Punt 1 van het voorstel van Burg. en Weth in stemming gebracht, wordt aangenomen met 17 tegen 9 stemmen. Vóór stemmen de heeren: Reimeringer, van Gruting, Bosch, Briët, P. J. Mulder, Kerstens, de Vries, Pera, van der Eist, Stigter, Aalberse, A. Mulder, van der Lip, Bots, Vergouwen, Driessen en van Tol. Tegen stemmen de heerenRoem, Zwiers, Fockema Andreae, Zaalberg, van Hamel, Korevaar, Sijtsma, Juta en Fokker. Punt 2 en 3 worden zonder hoofdelijke stemming aange nomen. XIII. Voorstel om, met intrekking in zooverre van het raadsbesluit van 5 Maart 1908, als plaats voor de nieuwe school der 3e klasse aan te wijzen het terrein aan den Zijl singel, kad. bekend onder Sectie K. nis 619 en 620. (Zie Ing. St. n°. 176). De Voorzitter. Ik kan den heeren mededeelen, dat Burg. en Weth. naar aanleiding van het schrijven van den heer De Cler, wijziging hebben gebracht in hun praeadvies, en den Raad thans kunnen adviseeren, aan het door hem voorgestelde terrein de voorkeur te geven. Het schrijven van den heer van Hoeken heeft het College niet kunnen nopen, aan diens aanbod de voorkeur te geven, omdat het terrein in kwestie zich bevindt in de nabijheid van de Grofsmederij, en het geraas en de rook hinder zouden opleveren voor de school. De heer Fokker. M. d. V. Moet op het terrein, dat door Burg. en Weth. wordt aanbevolen, worden geheid, en is daar mede rekening gehouden bij de raming der kosten? De heer Korevaar. In de stukken wordt reeds medege deeld, dat uit het onderzoek is gebleken, dat op dit terrein geheid zal moeten worden Bij de berekening van de kosten is daarmede rekening gehouden. Zooals de heer Fokker de kostenraming voor zich ziet liggen is deze in orde. De heer Zaalberg. M. d. V. Naar aanleiding van deze vraag van den heer Fokker, zou ik wel iets willen mededeelen aangaande dat heien. Toen ik de stukken in de Leeskamer zag, heb ik een onderzoek gedaan, of er ook plannen voor het heiwerk bestonden. Ik vond er geen, waarop de gemeente ingenieur mij kwam mededeelen, dat zulk een plan niet be stond, doch dat men volgde het plan voor de Paul Krugerstraat, dat f 7000 gekost heeft. Daar de nieuwe school precies gelijk zal zijn aan deze, zou het heiwerk ook nu f 7000 kosten. Maar in de Paul Krugerstraat werden palen van 14 meter lengte geslagen. Letten wij echter op de grondboringen op het nieuwe terreindan zien wijdat hier palen van 8 a 9 meter voldoende zouden zijn, zelfs meer dan voldoende, want dan staan ze nog drie meter in de klei. Houden wij nu rekening met die mindere lengte, dan zal, volgens het gemeentetarief, het heiwerk f 1665 minder kosten, dan het heiwerk aan de Paul Krugerstraat. Burg. en Weth. hebben nu hun praeadvies gewijzigd en stellen voor de school aan de Decimastraat te bouwen, maar wanneer zij zulks niet hadden gedaan, dan had ik dit voor stel gedaan, omdat afgezien van het nadere aanbod van den heer de Cler, dit terrein voor de gemeente reeds het voor- deeligst was, want het heiwerk zal aanmerkelijk minder kosten, dan Burg. en Weth. opgeven. Dat wilde ik nog even in het midden brengen, want wanneer de kosten van het heiwerk beter waren onderzocht, dan hadden Burg. en Weth. aan den Raad ook beter advies gegeven en ik verzoek dus bij volgende gelegenheden, daarop wel te willen letten. De heer Korevaar. M. d. V. Ik mag niet den indruk laten dat deze zaak lichtvaardig is behandeld. De heer Zaalberg gelieve niet te vergeten, dat hij hier te doen heeft met een schatting, die altijd tegen- of mee kan vallen. Wij stellen den Raad niet gaarne bloot aan een tegenvaller. Natuurlijk bestaan er geen plannen. Er waren acht aanbiedingen. Verbeeld u. dat wij voor al deze offertes heiplannen gingen projecteeren. Dat ware eenvoudig geld weggesmeten! De Raad betaalt toch niet meer dan de werkelijke kosten, en riu heeft men, om tot eenig denkbeeld daaromtrent te komen bij de raming de Paul Krugerstraat tot maatstaf genomen. Maar nu mag men niet dadelijk op grond van boringen, die op een plaats werden bewerkstelligd, gaan concludeeren: Nu mogen de palen hier zooveel korter wezen. Misschien heeft de heer Zaalberg meer ondervinding van bouwwerken en heiwerken Verschillende stemmen. Van linnenwerken De heer Korevaar maar ik heb meer dan eens onder vonden dat op eenige meters afstand de lengte der palen aan merkelijk moet verschillen. Die ééne boring is dus volstrekt geen bewijs dat daarmede de lengte der palen definitief is vastgesteld, maar is wel een maatstaf voor een vergelijkende raming. Al wat het werk later minder kost, ik geef den ge- achten spreker deze verzekering, dat zal de gemeente ook minder betalen. De heer Briët. Komt het nieuwe station niet zeer dicht te liggen bij die school en zou dat geen groot bezwaar opleveren? De heer Korevaar. »Dichtbij" is een relatief begrip. Ik kan u geen cijfers noemen, want ik heb het niet gemeten, maar naar mijn schatting ligt het er toch verder vandaan, dan de Paul Krugerstraat van de Hollandsche spoor. En deze laatste zal toch veel meer geraas veroorzaken, dan deze tram. De beraadslaging wordt gesloten. De gewijzigde voordracht van Burg. en Weth. wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. De Voorzitter. Hiermede is de agenda afgehandeld en vraag ik, of nog iemand het woord wenscht voor de rondvraag? De heer Fokker. M. d. V. Ik heb met belangstelling kennis genomen van het verslag van de fabrieken voor gas en elec- triciteit over 1907 en van het verslag van de Kamer van Koophandel en Fabrieken. Ik heb echter gezien, dat de op gaven in die verslagen ten aanzien van de uitkomsten van het beheer van de centrale van elkaar afwijken.' Nu zou het mij aangenaam zijn, als bij gelegenheid de Raad over de uitkomsten van dit bedrijf eenige inlichtingen kreeg, die wellicht tot 1 Juli van dit jaar zouden kunnen loopen. De Voorzitter. Wij zullen Uwe opmerking nagaan. Niemand meer het woord verlangende, sluit de Voorzitter hierop de vergadering Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. Groen Zoon.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1908 | | pagina 13