110
lantaarn met rookmasker wordt de helft der bovengenoemde
bedragen toegekend.
Art. 2.
Deze verordening treedt in werking op
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
No. 192. Leiden, 28 Juli 1908.
Tegen inwilliging van bijgaand verzoek van den heer J. A.
Schreuder, om continuatie in de betrekking van stadsgenees
heer, bestaat bij ons college geen bezwaar.
Mitsdien geven wij Uwe Vergadering in overweging den
heer J. A. Schreuder wederom voor den tijd van drie jaren
in zijne betrekking van stadsgeneesheer te bestendigen.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth van Leiden.
Ondergeteekende J. A. Schreuder arts te Leiden geeft met
verschuldigden eerbied te kennen, dat hij zich gaarne in zijne
betrekking van Stadsgenees- en heelkundige zou zien gecon
tinueerd.
J. A. Schreuder.
Aan Burgemeester en Wethouders
van Leiden.
N°. 198. - Leiden, 28 Juli 1908.
Wij hebben de eer Uwe Vergadering in overweging te
geven gunstig te beschikken op nevensgaand verzoek van
Mej. C. J. de Nie, om met ingang van 1 September 1908
eervol te worden ontslagen uit hare betrekking van onder
wijzeres aan de openbare school der 3e klasse No. 5.
Het door het Hoofd der school daaromtrent uitgebracht
advies wordt hierbij overgelegd.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leden.
Leiden, den 27sten Juli 1908.
Edelachtbare Heeren,
Bij dezen heb ik de eer, U te berichten, dat er bij mij geen
bezwaar bestaat tegen inwilliging van het verzoek van Mej.
C. J. de Nie om eervol ontslag uit hare betrekking van onder
wijzeres aan de Openbare Lagere School der derde klasse,
no. 5, met ingang van den eersten September 1908.
Met verschuldigden eerbied,
Het Hoofd der O. L. School der 3de kl., no. 5:
W. Koops Azn.
Aan Heeren Burgemeester en Wethouders
der Gemeente Leiden.
Leiden 18 Juli 1908.
Ondergeteekende, thans werkzaam zijnde aan de O. L school
3de kl. No. 5, vraagt tegen 1 Sept. ontslag uit genoemde
betrekking, wegens hare benoeming tot onderwijzeres te
Oosterbeek.
Hoogachtend,
Uwe d.w. dien.
Mej. C. J. de Nie,
Hooigracht 32.
Aan Burgem. en Weth. der gemeente Leiden.
N°. 194. Leiden, 28 Juli 1908.
Onder overlegging van het advies van den Arrondissernents-
Schoolopziener en van het bericht van het waarnemend Hoofd
der school hebben wij de eer Uwe Vergadering de volgende
voordracht aan te bieden voor de benoeming van een 3e onder
wijzeres in de handwerken aan de openbare school der 4e
klasse N°. 2, ter vervulling van de vacature ontstaan door
de benoeming van Mej. H. Overdiep tot 3e onderwijzeres aan
de openbare school der 3e klasse N°. 6.
1°. Mej. J. VAN DER STEL, 4e onderwijzeres aan de open
bare school der ie klasse N°. 2;
2°. Mej. M. J. CHOUFOUR, 4e onderwijzeres aan de open
bare school der 3e klasse N°. 4;
3°. Mej. E. J. J. WAGEMANS, eertijds 4e onderwijzeres
aan de openbare school der 3e klasse N°. 6.
Wij verzoeken u thans tot de benoeming over te gaan.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 195. Leiden, 28 Juli 1908.
Wij hebben de eer U de volgende voordracht aan te bieden
voor de benoeming van een onderwijzer, belast met het onder
wijs in het Fransch aan die leerlingen der Jongensschool en
der Meisjesschool 2e klasse, welke, na een der scholen dei-
Se of 4e klasse te hebben afgeloopen, tot de eerstgenoemde
scholen worden toegelaten, en zulks ter voorziening in de
vacature welke zal ontstaan tengevolge van het met ingang
van 1 September a. s door den onderwijzer W. Wolda ge
vraagd eervol ontslag:
1°. W. PRINS, onderwijzer aan de openbare school der
3e klasse N°. 4;
2°. Mej. J. KOOLHAAS, onderwijzeres aan de openbare
school der 4e klasse N°. 1
3°. Mej. N. G. HERFST, tijdelijk onderwijzeres aan de open
bare school der 3e klasse N°. 1.
Onder mededeeling, dat deze voordracht is opgemaakt in
overleg met den Arrondissements-Schoolopzienerna inge
wonnen bericht van de hoofden der Jongensschool 2e klasse
en der Meisjesschool 2e klasse, en dat de desbetreffende stuk
ken in de Leeskamer ter inzage zijn nedergelegd, verzoeken
wij U thans tot eene benoeming over te gaan.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 196. Leiden, 29 Juli 1908.
Aan de school der 2e klasse voor Jongens en Meisjes is
nu reeds sinds drie jaren als tijdelijk onderwijzeres werkzaam
Mej. J. G. Vlieland. Zeer tot tevredenheid van het hoofd der
school heeft zij gedurende al die jaren hare werkzaamheden
verricht.
Uitzicht dat deze tijdelijke betrekking eerlang weder zou
moeten worden opgehevenbestaat niet en aangezien het
maximum aantal onderwijzers, dat volgens de verordening
aan deze school verbonden mag zijn, nog niet bereikt is,
bestaat er dus alleszins reden om tot de vaste aanstelling
van Mej. Vlieland over te gaan.
Wij geven U mitsdien in overweging in dien zin te be
sluiten, terwijl wij u ter voldoening aan het voorschrift van
art. 29 der wet op het Lager Onderwijs de navolgende voor
dracht aanbieden.
1°. Mej. J. G. VLIELAND;
2°. Mej. H. RITMAN, onderwijzeres aan de school 4e kl. no. 2
3°. Mej. F. C. O. MINGELEN, onderwijzeres te Harmeien.
Onder mededeeling dat deze voordracht is opgemaakt in
overleg met den arrondissementsschoolopziener, gehoord het
hoofd der school, stellen wij U voor thans tot de benoeming
over te gaan.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. Groen Zoon.