DONDERDAG 14 MEI 1908. 149 volgende vergadering. Wij kunnen dan een schriftelijk prae- advies krijgen. Ik stel dan ook voor, dit punt aan te houden. Dan kunnen ook de Plaatselijke Schoolcommissie en ook de hoofden van scholen nader gehoord worden. De heer Fokker. M. d. V. Ik zou het voorstel van den heer Vergouwen willen steunen, wij kunnen dan later op de zaak terugkomen. Als eventueel het voorstel van den heer Ver gouwen zou worden aangenomen, zou ik toch nog even de aandacht willen vragen voor een kwestie, die nog hij de keuze van terrein zoude kunnen worden overwogen. Indertijd is hier bij het debat over bewaarscholen erover gesproken, of het niet beter was, voorbereidende klassen aan de scholen te verbinden. Als dat gebeurt, dan vereischt dat een grooter gebouw. Als deze zaak bij eventueele nieuwe keuze van terrein wordt overwogen, zal men allicht het ter rein zoo groot kunnen nemen, dat men aan dien wensch ge hoor kan geven. De heer van Hamel. M. d. V. Toen adressanten zich tot den Raad wendden, hebben zij blijkbaar in de meening verkeerd, dat Gedep. Staten zooals wij in een vorige zitting vernomen hebben, hunne beslissing omtrent de goedkeuring van het terrein, waar de school gevestigd wordt, verdagende, ook bezwaar zouden maken tegen die plaats. Wij hebben evenwel voor eenige dagen bericht gekregen, en er is vandaag ook mededeeling van gedaan bij de ingekomen stukken, dat Gedep. Staten zich met het besluit vereenigd hebben. Dat nu is een factor, die groot gewicht in de schaal legt. Als wij op het besluit terugkomen, gaan er weer veel be sprekingen aan de keuze van een nieuw terrein vooraf. Op een besluit, dat genomen is na ernstige besprekingen, met 17 tegen 11 stemmen, moeten wij zonder overwegende redenen niet terugkomen. Dat zou bedenkelijk wezen. Tegen het uit stellen van dit punt tot de volgende vergadering heb ik geen bezwaar, maar ik zal de heeren tochde illusie ontnemen, dat men niet moet denken, dat hetgeen door den heer van Hoeken aangeboden wordt, eenigszins in aanmerking komt, om hier in bespreking te komen of een gunstig onthaal te vinden. De heer van Hoeken is ontzettend exigeant in zijn prijs. Hij vraagt maai' f 3 doch hij vergeet, of liever hij vergeet het niet, maar de Raad zal er wel rekening mede moeten houden, Burg. en Wetb. zullen dat ook wel in het praeadvies doen uitkomen, dat een groot gedeelte van hetgeen hij aanbiedt en wel 2000 M2. absoluut onbruikbaar is voor de school, omdat het voor straat bestemd is. De gemeente zou veel koopen, waar zij niets aan heeft om een ruimte over te houden, die te klein is voor die school. Als men deze zaak dus aan wil houden, dan moet ik even opmerken, dat ik er niet veel heil inzie. De aanbieding van Speet uit Leiderdorp, daargelaten dat zij niet op zegel is, komt niet in aanmerking, omdat het ter rein buiten de gemeente ligt. Wat men anders beslissen zal, heeft geen nut. Als de heeren zieh willen overtuigen op het terrein, zullen zij bevestigd zien, wat ik heb medegedeeld. Wil men daarom uitstellen, dan heb ik er geen groot bezwaar tegen. Toen ik van den heer van Hoeken bezoek kreeg en hij zijn plan vertelde, kreeg ik den indruk: »Wie weet!", maar later is gebleken, dat van Hoeken meent, dat wij zoo naïef zijn, om maar in zijn kaart te spelen en op onze kosten zijn terrein door stratenaanleg productief te maken. De Raad zal wel niet zoo naïef zijn, om zich zóó bij den neus te laten nemen. De heer Meuleman. M. d. V. Ik moet zeggen, dat ik het niet heelemaal eens ben met den heer van Hamel. De beslis sing om het Raamland voor schoolbouw te bestemmen is genomen na uitdrukkelijke verklaring èn van de Schoolcom missie èn in den Gemeenteraad, dat op andere plaatsen geen terrein -te vinden was. Nu wordt terrein aangeboden, waar over ik niet oordeelen kan, omdat ik het niet gezien heb. Ik weet ook niet, of wel dadelijk op den eersten eisch, dien van Hoeken stelt, moet worden ingegaan. Hij zal wel doen als iedereen, die verkoopt en wat meer vragen. Hij zou dwaas zijn, als hij het niet deed. Daarvoor is men koopman! Ieder een doet dat. Het is dus zeker gewenscht de zaak aan te houden en het oordeel van de Schoolcommissie in te roepen. De heer Zaalberg. M. d. V. Ik zou gaarne eene geheime zitting aanvragen om de zaak verder te bespreken. De Voorzitter. Is het dan niet beter de zaak aan te houden De heer Zaalberg. Ik heb slechts iets mee te deelen, dat ik moeilijk in openbare zitting kan doen. Het is misschien maar voor een oogenblik. De Voorzitter. Ik ben bereid aan uw verzoek te voldoen. De heer Sijtsma. M. d. V. Het gaat hier over scholenbouw'. Blijkbaar weet alleen de heer van Hamel iets van dien grond af. Zou het dan niet wenschelijk zijn deze zaak uit testellen tot de volgende vergadering Dan kan de heer Zaalberg zijne mededeelingen evengoed doen. De Voorzitter. Ik weet niet, of de mededeelingen, die de heer Zaalberg te doen heeft, niet van belang kunnen zijn voor degenen, die met de onderhandelingen belast zijn. Ik zal daarom aan zijn verzoek voldoen en de deuren doen sluiten. Dan heeft hij niet nooiig zes andere leden voor zijn plan te winnen. De openbare vergadering wordt geschorst. De vergadering wordt heropend. De heer Vergouwen. M. d. V. Ik heb niet veel aan mijn voorstel toe te voegen. Het eenige, dat ik nog zal zeggen is het volgende. De heer van Hamel heeft den vorigen keer gesproken over het Raamland, en heeft gezegd, dat om de school daar te kunnen bouwen, er een verschikking van straten moet plaats hebben. Hij sprak er nu over, dat het terrein, dat ik besprak, niet geschikt is, omdat van het groote oppervlak veel straten moeten worden afgezonderd. Ik zou willen vragen, al is dat van later orde, of het niet mogelijk is, als het aangenomen wordt ook hier een verschikking van straten te krijgen. Wat den prijs betreft, zou ik zeggen, dat er een bod te doen is, zooals de heer Meuleman ook in het midden gebracht heeft. De heer Pera. M. d. V. Ik zou even wat in het midden willen brengen naar aanleiding van het schrikbeeld, dat de heer Vergouwen heeft opgehangen van het wegjagen van de de bewoners van den Hoogen Rijndijk. Ik heb vroeger ook eens de ervaring opgedaan in mijn leven, dat een dergelijk geval zoo vreeselijk werd ingezien. Men zou gaan vluchten, het zou onhoudbaar worden! Toen de zaak tot stand was gebracht, werd er geen notitie van genomen en bleven al de voorspelde schadelijke gevolgen uit. Zoo geloof ik ook, dat het plaatsen van de school geen be zwaar zal zijn en dat men ook hier spoedig zal ondervinden, dat de bezorgdheid zonder grond is geweest. Wat het zoeken van een andere gelegenheid aangaat op de singels, zou ik wel Willen waarschuwen om vooral rekening te houden met de fabrieken en andere gelegenheden, die daar zijn en voor het plaatsen van een school zeer hinderlijk kunnen wezen of liever gezegd, het bestaan van een school daar on mogelijk kunnen maken. Men heeft daar de Grofsmederij, die wijd en zijd de toestand beheerscht, zoodat bewoners in die buurt er van daan gegaan zijn, omdat zij het bij zooveel rumoer niet konden uithouden. In dit opzicht is zeker het Raamland een goede plaats. De heer van Hamel. M. d. V. Ik geloof, dat de heer Ver gouwen mij misverstaan heeft, of ik hem. Hij heeft gesproken over verschikking van straten. Ik heb gezegd, dat het terrein van van Hoeken daarom ongeschikt is, omdat de gemeente een groot terrein moet overnemen, dat voor straat bestemd is en dat wij niet genoeg benoodigd terrein overhielden. Dan is er nog een bezwaar, zooals de heer Pera heeft op gemerkt, nl dat het terrein vlak tegenover de Grofsmederij ligt. Dat is ook een groot bezwaar om dit voor een school weinig nuttige terrein over te nemen. De heeren zullen dit later wel zien, als eventueel het prae advies wordt uitgewerkt. Den heer Vergouwen. M. d. V. Nog een woord ter ver duidelijking. De heer van Hamel heeft op 5 Maart gezegd »Zoo is ten slotte het Raamland gekozen, nadat de hoofden van scholen hadden verklaard, zich daarmede wel te kunnen vereenigen, wel is waar niet in de eerste plaats maar toch niet eerder dan nadat gebleken was, dat door eenige ver schikkingen van straten deze plaats het meest geschikte zou zijn". Wanneer ik dit goed begrijp, dacht ik, dat dit ook hier wel kon plaats hebben. De heer van Hamel. M. d. V. Ik sprak toen over een kwestie van school wijk verdeeling. In de omgeving van de Waardstraat zijn 29 kinderen, die nu naar de school van den heer Hoeks op den Zuidsingel gaan, n.l. uit de Waard straat 5, de Zijlsingel 135, 6, Hermanstraat 15, Overrijn 3. Het schijnt dat uit die streek verscheidene kinderen naar de bijzondere school op den Singel gaan. De Voorzitter. Voor de motie aan stemming te onder werpen, wil ik even accentueeren, dat wanneer zij aange nomen wordt, daarmede allerminst gezegd wordt, dat het plan om op het Raamland te bouwen opgegeven wordt. Er

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1908 | | pagina 7