DONDERDAG 16 APRIL 1908.
91
De heer. Pera. M. d. V. Ik ben niet tegen dit voorstel,
maar toch bestaat bij mij wel eenige bedenking tegen het
geen ik in stuk n°. 92 lees. Daar staat, dat al de gegevens,
welke men omtrent een belastingplichtige verzamelt, op de
hem betreffende kaart zullen worden opgeteekend en dat
men daardoor op den duur zal krijgen »een zoo uitgebreid
en betrouwbaar mogelijk overzicht van den vermogenstoestand
en van de bronnen van inkomsten van de verschillende
ingezetenen." Ik heb veel te lang met dat bijltje gehakt om
niet te wetenaan welke groote veranderingen die toestanden
onderhevig zijn. Ik vind het uitnemend, dat die gegevens
verzameld en bewaard worden, maar het is volstrekt geen
verzameling, waarop voortdurend gebouwd kan worden en
er zal altijd rekening moeten gehouden worden met de be
langrijke veranderingen, welke in den loop der tijden in de
omstandigheden der ingezetenen zullen ontstaan.
De Voorzitter. Ik wijs er den heer Pera op, dat het kaar-
tenstelsel de gelegenheid opent de verschillende veranderingen,
welke in den oeconomischen toestand der gezinnen voorkomen,
te vermelden, zoodat die voortdurende wijziging, waarvan hij
spreekt, geen beletsel kan zijn voor de invoering vari het
kaartenstelsel, maar er alleen toe kan leiden, dat de kaarten
menigmaal veranderd worden. Een voordeel van het kaarten
stelsel is, dat er veel meer orde en regelmaat in de gegevens
komt dan daarin tot dusverre bestond.
De beraadslaging wordt gesloten.
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
XVI. Verzoek van G. van der Wilk om de openbare ver-
koopingen van boomen en planten des Vrijdags aan den
Apothekersdijk niet meer toe te laten, althans daarvoor een
anderen dag en plaats aan te wijzen.
(Zie Ing. St. no. 94).
De heer Sytsma. M. d. V. Ik wil op dit praeadvies een paar
kantteekeningen maken, want al de argumenten, welke wor
den aangevoerd, zijn niet zoo overtuigend als b.v. in het
Leidsch Dagblad van gisteren door den marktmeester werd
beweerd.
In de eerste plaats zeggen Burg. en VVeth.: »Reeds sinds
jaren hebben die openbare verkoopingen van boomen en
heesters des Vrijdags op den Apothekersdijk plaats gehad,
zonder dat dit ooit aan andere bezoekers van de Zaterdagsche
markt aanleiding tot klachten heeft gegeven." Dat die ver
koopingen reeds jaren hebben plaats gehad, behoeft geen argu
ment te zijn om den bestaanden toestand te laten voortduren.
Integendeel, als een af te keuren toestand reeds jaren bestaan
heeft, wordt het tijd daarin verandering te brengen.
Dat er nooit geklaagd zou zijn dit beweerde de markt
meester gisteren ook komt mij onjuist voor, want in den
tijd, gedurende welken ik lid van den Raad ben, hebben bloe
misten mij wel eens aangesproken en over dien toestand
geklaagd.
In de tweede plaats wordt gezegd, dat in andere plaatsen
hetzelfde geschiedt als hier. Ik zou dat voor een groot deel
moeten aannemen op gezag van den marktmeester en ook
van Burg. en Weth., want deze zeggen het ook; maar wij
hebben gisteren toch van adressant vernomen, dat in den
Haag de toestand eenigszins anders is. Ook daar worden de
niet-ingezetenen naar een andere plaats verwezen en mogen
zij niet op de markt komen. In zooverre geldt dit tweede
argument dus evenmin als het eerste.
Nu zou ik willen vragenindien werkelijk onze ingezetenen
door het plaats hebben van die verkoopingen schade lijden,
moeten wij deze dan toch toelaten, alleen omdat de gemeente
er een klein voordeeltje mede behaalt? Wij klagen tegen
woordig nog al eens over oneerlijke concurrenties, en ik geloof,
dat er hier wel iets van dien aard insteekt. De heer Aalberse
luistert nu niet, dat spijt me, hij is toch de man, die reeds
jaren tegen oneerlijke concurrenties optreedt; ik zou hem wel
eens willen hooren, of deze verkoopingen daartoe niet gerekend
moeten worden. Maar al is het dan geen oneerlijke concurrentie,
vast staat het, dat de planten die daar geveild worden van
inferieure soort zijn. Mij is door bevoegde personen mede
gedeeld, dat het restantjes zijn van hetgeen men eerst in
andere gemeenten heeft trachten te verkoopenwat daarvan
over is gebleven, voert men hier naai' Leiden om te verkoopen.
Het zijn dus geen beste planten, maar de menschen krijgen
het iets goedkooper. En het gevolg ervan is, dat onze eigen
handelaars daardoor schade lijden, wanneer zij Zaterdags met
hunne planten op de markt komen. Ik houd van vrijheid; ik
ben een vriend van vrijhandel, maar wanneer het zulk een
kleine protectie geldt, waardoor men zijn eigen gemeentenaren
bevoordeelt zonder de gemeente eenigerlei schade van betee-
kenis te doen, dan zie ik daar niet tegen op. Adressant vraagt
ook niet, dat de verkoop van die planten zal worden verboden,
maar hij vraagt alleen een andere plaats en een anderen tijd
voor dien verkoop, ei> nu zou ik zeggen, dat wij dit verzoek
moeten toestaan. Wanneer een zoogenaamde vliegende windel
de Gehoorzaal wilde gebruiken om er allerlei stoffen te ver
koopen, ten nadeele van de andere winkeliers hier, zou de
Raad er stellig niet zoo gemakkelijk toe overgaan de Gehoor
zaal voor dit doel te verhuren. En daarom vind ik ook in
dit geval wel termen om het verzoek van adressant, dat
zeker ook wel in den geest valt van de andere handelaars,
toe te staan, in zooverre dat wij aan de menschen die hier
hunne planten komen veilen, een plaats geven in een ander
deel van de stad en dus niet een zekere sanctie geven aan
dien verkoop door dezen te doen plaats hebben op den Apothekers
dijk, die de aangewezen plaats is voor den verkoop van bloemen
en planten.
De heer Eerstens. M. d. V. De heer Sijtsma is van oordeel,
dat het verzoek van van der Wilk wel dient te worden toege
staan hij meent dat het in het belang is van de handelaren
in boomen en planten in Leiden, dat voor openbaren verkoop
daarvan eene andere plaats wordt aangewezen dan de Apothe
kersdijk. Ik kan echter niet begrijpen, welke verandering het
zou geven, wanneer men b.v. de Boommarkt voor verkoop
aanwees. Mijns inziens zou het precies hetzelfde blijven.
Andere openbare verkoopingen worden toch ook toegestaan
en waarom nu de verkoop van boomen en planten aan banden
gelegd? De Marktcommissie is geheel eenstemmig geweest
Burg. en Weth. te adviseeren, den Raad in overweging te
geven, niet op het verzoek van adressant in te gaan. De heer
Sijtsma zegt: de omstandigheid dat die verkoop daar al jaren
heeft plaats gehad, behoeft geen reden te zijn om er geen
verandering in te brengen. Dat is waar, mits verandering
dan ook noodig is gebleken. En dit is niet het geval. Officieel
zijn er nooit klachten bij Burg. en Weth. ingekomen, en zoo
lang dit niet is geschied, kunnen Burg. en Weth. zeggen, dat
er niet is geklaagd. Wat de heer Sijtsma aanhaalt van Den
Haag, dat is iets anders, dat betreft het markten van planten.
Waartoe zou het leiden als het verzoek werd toegestaan
en de Leidenaars in dit opzicht een voorrecht werd gege
ven Stel, dat men in het hoofd kreeg om te zeggennu is
er Zaterdags wel een bloemenmarkt, maar daar staan niet
alleen handelaren op uit deze gemeente. Wij Leidenaars moe
ten eigenlijk een afzonderlijke markt hebben; wij moeten
althans de beste plaats hebben. Stel dat men dit ook kwam
vragen voor de veemarkt, want ook daar is de eene plaats
beter dan de andere. Wanneer wij het stelsel van bevoor
rechting voor Leidenaars gaan invoeren, dan weet men niet
waar men aanlandt. Wij moeten den handel zooveel mogelijk
vrijlaten, anders zullen wij al onze markten gaan bederven.
De heer Sijtsma heeft beweerd, dat de planten, welke in
't openbaar verkocht worden, van inferieure soort zijn en ik
geloof, dat hij daarin gelijk heeft, maar dit is juist een reden
die er voor pleit om het verzoek niet toe te staan, want als
iemand éénmaal zijn neus daar gestooten heeft, zal hij zich
wel wachten er opnieuw te gaan koopen.
De door den heer Sijtsma aangevoerde argumenten acht
ik derhalve niet voldoende om den Raad te doen besluiten
de openbare verkoopingen van planten en heesters aan den
Apothekersdijk te beletten.
De heer Pera. M. d. V. Ik wensch alleen deze vraag te
stellen: welk bezwaar zou er tegen kunnen zijn om den
koopluidie van buiten komeneen plaats op de Beesten
markt te geven?
De heer Eerstens. M. d. V. Het bezwaar daartegen zou zijn,
dat des Vrijdags, als wanneer die verkoopingen plaats hebben,
veemarkt wordt, gehouden en daar dus geen plaats daarvoor is.
Laten wij echter eens aannemen, dat er toe besloten werd
een andere plaats aan te wijzen, dan zou dat geen voordeel
voor de Leidsche handelaren zijn, want of de planten op den
Apothekersdijk dan wel elders, b. v. op de Boommarkt, worden
verkocht, is geheel hetzelfde.
De heer Fokker. Ik kan mij in het algemeen vereenigen
met het gesprokene door den heer Sytsma, al ben ik het niet
precies eens met hetgeen hij over oneerlijke concurrentie
heeft gezegd, want deze kan ik in dit geval niet zien.
Het verzoek van van der Wilk vind ik rationeel. Hij vraagt,
dat Burg. en Weth., waar van gemeentewege op Zaterdag op
den Apothekersdijk een officieele bloemenmarkt wordt ge
houden, niet zullen gedoogen, dat op diezelfde plaats des Vrij
dags de menschen worden volgestopt met allerlei minder
waardige planten, welke op een dergelijke openbare verkoo-
ping nog voor een prijsje weggaan. Ik kan mij voorstellen,
dat dit niet de koopkracht, maar wel de kooplust vermindert
van de ingezetenen, die anders op den volgenden dag van
de Leidenaren zouden komen koopen, zoodat de bloemenmarkt
er de schade van ondervindt. Ik vind het niet rationeel, dat
de gemeente, die zelf een bloemenmarkt houdt en deze gaarne
ziet floreeren, een van de middelen toepast, waardoor men
den bloei van een dergelijke markt vermindert, n.l. door op