GEMEENTERAAD VAN LEIDEN. IS6EKOHEN STUKKEN. N°. 104. Leiden. 13 April 1908. De Commissie van Financiën heeft de eer u te berichten, dat zij geene bedenkingen heeft tegen de navolgende voor drachten van Burgemeester en Wethouders: a. tot verhooging der begrooting, dienst 1908, met f 3000. ten behoeve van de kosten der onteigening van 3 perceelen in de Paardensteegdit bedrag te vinden uit leening; b. tot toevoeging van een nieuwen post aan de begrooting voor 1908, luidende: »Subsidie aan het Nederlandsch School museum", groot ƒ50.indien de Raad tot toekenning van dit subsidie besluit; dit bedrag te vinden door afschrijving van den post, voor Onvoorziene Uitgaven; c. tot kostelooze overneming in eigendom en onderhoud van de kadastrale perceelen sectie K, nis 1758—1761, 1622—1625 alle gedeeltelijk en 1916 geheel, alle aan den Lagen Rijndijk; d. tot wijziging der Verordening van den 18 Nov. 1897/27 Januari 1898, laatstelijk gewijzigd bij de Verordening van 6 December 1906, regelende de heffing eener plaatselijke directe belasting, door in art. '1 in plaats van 325000 te lezen 375000. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën. N°. 105. Leiden, 18 April 1908. Bij een in de Leeskamer ter inzage liggend schrijven wordt ons door commissarissen der fabrieken van Gas en Elec- triciteit medegedeeld, dat het vernieuwings- en uitbreidings fonds der stedelijke gasfabriek om verschillende redenen aan vulling behoeft,. In de eerste plaats blijkt dat de fabriek voor gecarbureerd watergas. welke is ingericht op een maximum-productie van 15000 M3 per etmaal en wier productie in den atgeloopen winter reeds tot 11000 M3 per etmaal gestegen is, niet langer zonder reserve zal mogen werken. Dientengevolge is bijplaatsing van een stoomketel en van een tweede rij toestellen noodig. Voorts is het wenschelijk, dat naast het bestaande olie reservoir nog een tweede van gelijken inhoud worde gebouwd, omdat de olie dan in grootere hoeveelheid en daardoor ook goedkooper zal kunnen worden aangekocht en tevens de mogelijkheid zal worden geopend om met meer dan één soort olie te werken, hetgeen van belang is om verschillende oliesoorten in het groot bedrijf te leeren kennen. Voor deze uitbreidingen is een bedrag van ƒ35.000.— noodig. In de tweede plaats is de vernieuwing van het oude zuiver- huis en van de daarin geplaatste, kisten dringend noodzakelijk, terwijl bovendien tusschen het in 1901 gebouwde en het thans te vernieuwen zuiverhuis een overdekte regeneratieruimte wordt noodig geacht. Van een en ander worden de kosten geraamd op 45000.—. Voorts eischt het buizennet op verschillende punten dei- stad vernieuwing of verzwaring. Verschillende waterovergangen moeten worden vernieuwd en met het verzwaren van de hoofd gasleidingen in de singels zal worden voortgegaan. Een bedrag van 25000.wordt voor deze verbeteringen noodig geacht. Eindelijk zal een vernieuwing van de stoomleidingen in de gasfabriek een uitgave van ongeveer ƒ5000.— vereischen. Alles te zamen genomen zal dus het uitbreidings- en ver nieuwingsfonds met 110.000.— moeten worden aangevuld. Mitsdien geven wij U in overweging 1°. te besluiten tot aanvulling van het Uitbreidings- en Vernieuwingsfonds der gasfabriek met een bedrag van ƒ110 000.—, te vinden uit geldleening, onder bepaling dat jaarlijks door de gasfabriek aan de gemeente zal worden be taald dezelfde interest, als de gemeente voor het door haar geleende kapitaal verschuldigd is, en dat jaarlijks 5% zal worden bestemd tot aflossing van schuld of kapitaaldelging, aan te vangen met het jaar 1909; 2°. over te gaan tot vaststelling van den hierbij overgeleg- den suppletoiren begrootingsstaat, groot ƒ110.000.—. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. .106. Leiden, 18 April 1908. Tegen het in bijgaand schrijven van commissarissen der stedelijke fabrieken van gas en electriciteit gedaan voorstel om hun een algemeene machtiging te verleenen om de per ceelen aan den Hoogen Voortweg, voor zoover gelegen ten Oosten van den Rijnsburgerweg, en aan den Lagen Voortweg, onder de gemeente Oegstgeest, aan de gasfabriek aan te slui ten, bestaat bij ons college geen bezwaar. Mitsdien geven wij U in overweging commissarissen der Stedelijke fabrieken van Gas en Electriciteit te machtigen de perceelen gelegen aan den Hoogen Voortweg, voor zoover gelegen ten Oosten van den Rijnsburgerweg, en aan den Lagen Voortweg, onder de gemeente Oegstgeest, aan de hoofd- gasleiding aan te sluiten, onder voorwaarde dat de kosten van aanleg geheel door de aanvragers zullen worden gedragen en onder voorbehoud, dat de prijs van het gas voor verbruikers buiten Leiden woonachtig door Uwe Vergadering wellicht kan worden verhoogd boven het Leidsche tarief. Aan den Gemeenteraad. Burg en Weth. van Leiden. Leiden, 8 April 1908. Wij hebben de eer het volgende onder Uwe aandacht te brengen. Van den heer J. Kortekaas te Oegstgeest ontvingen wij het verzoek een perceel aan den Hoogen Voortweg, ten oosten van de Rijnsburger straatweg, aan de gasleiding aan te sluiten. In dit gedeelte van den Hoogen Voortweg ligt geen gasleiding, de weg behoort aan de gemeente Oegstgeest en deze maakt geen bezwaar, dat in de haar toebehoorende wegen gasbuizen worden gelegd. Ingevolge art. 1 der Verordening van den 9den Januari 1896, houdende bepalingen omtrent het gebruik van gas door particulieren, zal de Gemeenteraad moeten beslissen of dit verzoek kan worden ingewilligd. Bij dezen veroorloven wij ons de vrijheid U voor te stellen het verzoek van den heer Kortekaas aan den Raad over te leggen onder bijvoeging van ons advies om het, behoudens rechten van derden, in te willigen onder voorwaarde, dat de kosten van den aanleg geheel door den aanvrager zullen worden gedragen en onder voorbehoud, dat de prijs van het gas voor verbruikers buiten Leiden woonachtig door dert Gemeenteraad -wellicht kan worden verhoogd boven het Leidsche tarief. Het laat zich aanzien, dat op de gedeelten van den Hoogen Voortweg en den Lagen Voortweg nabij den Rijnsburgerweg spoedig meer perceelen om gasaansluiting zullen vragen. In verband daarmede hebben wij de eer U verder in over weging te geven aan den Raad voor eenmaal machtiging aan te vragen om de perceelen aan die wegen van gas te voor zien op de bovenvermelde voorwaarde en onder het genoemde voorbehoud. Wij leggen U hierbij eene teekening over van den Hoogen Voortweg en den Lagen Voootweg, voor zoover deze voor het leggen van gasbuizen in aanmerking komen, totaal 560 meter. De ontworpen gasleidingen zijn daarop met doorgaande roode lijnen aangegeven. De zwarte lijnen stellen de reeds vroeger gelegde gasleidingen voor. Het perceel, waarvoor door den heer Kortekaas gas gevraagd is, is met een rood kruis aangeduid. Commissarissen der Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit H. C. Juta, Voorzitter. S. J. Le Poole. P. J. M. Aalberse. Aan Heeren Burgemeester en Wethouders van Leiden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1908 | | pagina 1