GEMEENTERAAD VAN LEIDEN.
51
IN€}£KOM£]f STUKKEK.
N°. 72. Leiden, 9 Maart 1908.
De Commissie van Financiën heeft de eer U te berichten,
dat zij geen bezwaar heeft tegen het gewijzigd voorstel van
Burgemeester en Wethouders in zake de onteigening ten name
van de vereeniging tot bevordering van den Bouw van Werk
manswoningen, van eenige perceelen in het stadsgedeelte
begrepen tusschen het Levendaal, de Geeregracht, de Kalver-
straat en de Zijdgracht en het verleenen van een voorschot,
benevens eene bijdrage uit de gemeentekas in de kosten dier
onteigening en in de kosten van uitvoering van het nader
ingediende plan tot verbetering van den woningtoestand in
genoemd bouwblok, opgenomen onder N°. 65 der' Ing. St.
Zij stelt U daarom voor dienovereenkomstig te besluiten.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën.
N°. 73. Leiden, 9 Maart 1908.
De Commissie van Financiën heeft de eer U te berichten
dat zij, indien de Raad besluit tot de aanschaffing van een nieuwe
stoomspuit en tot uitbreiding van het aantal schoollokalen
in de Jongensschool le klasse, zij geen bezwaar heeft tegen
de wijze waarop Burg. en Weth. bij hunne betrekkelijke
voordrachten (Ing. St. Nis 68 en 71) voorstellen, de daarvoor
benoodigde gelden te vinden.
Zij adviseert U in dat geval tot vaststelling van de over
gelegde begrootingsstaten te besluiten.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën.
N°, 74. Leiden, 13 Maart 1908.
Wij hebben de eer U mede te deelen, dat bij ons college
geen bezwaar bestaat tegen de inwilliging van nevensgaand
verzoek van de Naamlooze Vennootschap «Nationaal Grond
bezit", gevestigd te 's Gravenhage.
Wij geven Uwe Vergadering derhalve in overweging aan
adressante vergunning te verleenen tot het bouwen, overeen
komstig de overgelegde teekening, van een houten loods, be
stemd tot berging van automobielen, in den tuin van het
erceel Terweepark No. 2, kadastraal bekend gemeente Leiden,
ectie L No. 605.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Leiden 7 Maart 1908.
De ondergeteekende, de Naamlooze Vennootschap «Nationaal
Grondbezit" gevestigd te 's Gravenhage voor Leiden vertegen
woordigd door B. J Huurman Dzn. verzoekt beleefd vergun
ning tot het maken van een houten loods voor berging van
automobielen volgens bijgaande teekening in den tuin van het
perceel Terweepark N°. '2 te Leiden Kadastraal bekend Sectie L
No. 605.
Hoogachtend
B. J. Huurman Dzn,
Vertegenwoordiger voor Leiden van de Naamlooze
Vennootschap «Nationaal Grondbezit."
N°. 75, Leiden, 13 Maart 1908.
Het door J. F. la Rivière en 48 andere ingezetenen dezer
gemeente ingediend verzoek om tot de oprichting van een
tweede gemeentelijke zwemplaats aan de bovenzijde der ge
meente over te gaan, gaf ons aanleiding den Directeur-Schei
kundige van de gemeente op te dragen een onderzoek in te
stellen naar de hoedanigheid van het water in den omtrek
van Leiden. Immers aangenomen al dat Uwe Vergadering
termen mocht vinden op het verzoek van adressanten in te
gaan, dan zou daarvan toch alleen sprake kunnen zijn, wan
neer in de naaste omgeving van de stad geschikt water
voor een zweminrichting werd aangetroffen.
Wij verzochten daarom den Directeur-Scheikundige een
onderzoek in te stellen naar de hoedanigheid van het water
op de volgende plaatsen:
de Zijl, benoorden de Spanjaardsbrug;
de Vliet, bij de Lammebrug;
het Oegstgeesterkanaal bij het Warmonderhek
en om voorts ook het water van de bestaande zwemin
richtingen aan het Galgewater en den Heerensingel in het
onderzoek te betrekken, ten einde een beoordeeling van de
verkregen resultaten gemakkelijker te maken.
Deze resultaten zijn neergelegd in het rapport van den
Directeur-Scheikundige van 30 October 1907, hetgeen onder
de stukken in de Leeskamer is opgenomen.
En wat bleek nu? Na een algemeene inleiding, waarin ge
zegd wordt, dat zuiver water uit den aard der zaak eerst op
eenigen afstand van de stad kan worden gevonden, waar
het niet meer door het stadsvuil kan worden verontreinigd,
en dat, in verband met de loozing van het boezemwater te
Katwijk, het water ten westen van de stad bezwaarlijk voor
een zweminrichting kan in aanmerking komen, geeft de Direc
teur-Scheikundige zijne bevindingen als volgt weêr.
Het water bij de zweminrichting Rijnzicht bleek steeds sterk
vervuild. Van bruikbaar badwater kan hier geen sprake zijn.
Het water van de zwemplaats aan den Heerensingel was
wel minder sterk verontreinigd, maar toch ook in die mate,
dat het al evenmin als goed badwater kan worden aangemerkt.
Bovendien is deze zweminrichting door de nabijheid van de
Oude Heerengracht en de Langegracht met hunne vele daarop
uitmondende riolen al zeer ongunstig gelegen.
Ook het water in de Vliet bezuiden Wouterenbrug bleek
vaak verontreinigd. Van zuiver water kan ook hier geen
sprake zijn.
Bepaald gunstig was daarentegen de uitslag van het onder
zoek van het water in den Rijn, boven Leiden, bij het zooge
naamde scheiden van den Rijn, welke plaats door den Directeur-
Scheikundige mede in zijn onderzoek werd opgenomen. Voor
een open water kon men hier van verontreiniging nauwelijks
spreken.
Iets minder gunstig was de toestand van het water in de
Zijl benoorden de Spanjaardsbrug. Toch kan ook daar het
water vrij zuiver heeten.
Voldoende zuiver eindelijk bleek het water in het Oegst
geesterkanaal bij het Warmonderhek.
De Directeur-Scheikundige concludeert dan ook dat voor
het oprichten van een nieuwe zweminrichting niet kunnen
in aanmerking komen: de Rijn, bewesten Leiden, de Vliet bij
Wouterenburg en de Heerensingel; dat het water bij het
Warmonderhek vermoedelijk bij voortgezet onderzoek wel zal
blijken aan de gestelde eischen te voldoen, maar dat deze plaats
naar zijn meening wel wat ver van Leiden verwijderd is, om er
een zweminrichting te stichten, waarvan een eenigszins druk
gebruik kan worden verwacht; dat het water bij het scheiden
van den Rijn thans wel zeer geschikt is, maar wegens de
nabijheid van Leiderdorp en de toenemende bebouwing aan de
beide oevers van den Rijn, kans heeft al spoedig aan veront
reiniging van die zijde te zullen bloot staan; en dat eindelijk
het water van de Zijl op een plaats, die ver genoegen toch weer
niet te ver van Leiden verwijderd is, al deze nadoelen mist
en dus, het klinkt eigenaardig, ongeveer ter hoogte van de
Stinkslootvoor de oprichting van een zweminrichting het
meest geschikt kan worden geacht.
De Directeur van Gemeentewerken, in wiens handen het
rapport van den Directeur-Scheikundige werd gesteld, kan
zich echter met deze conclusie van den Directeur-Scheikun
dige niet vereenigen. Hij gaat in zijn den 18en Januari jl. aan
ons uitgebracht rapport het voor en tegen der verschillende
plaatsen nog eens nauwkeurig na en beaamt ten volle
de door Dr. van Eek tegen een zweminrichting nabij
het Warmonderhek of bij het scheiden van den Rijn aange
voelde bedenkingen. Maar ook met een zweminrichting in
de Zijl kan de Directeur van Gemeentewerken geen vrede heb
ben. Ook daar toch, zegt hij, zou zij te ver van Leiden ver
wijderd moeten zijn, zeker een 20 minuten gaans van de
Zijlpoort, omdat zij niet ten zuiden van de Stinksloot zou
mogen komen, waar men de uitloozing van de Ringsloot in
den Stadspolder te dicht zou naderen. Bovendien zou aanleg
van een zwemschool daar wegens de hooge kosten van ter
reinaankoop en omlegging van den polderdijk zeer groote
uitgaven vereischen.
De Directeur van Gemeentewerken heeft daarom nog naar
andere plaatsen omgezien. Zoo had men zijn aandacht gevestigd
op het water van het nieuwe kanaal langs de Rijn- en Schie-
iade, achter het voormalige Groenhoven, maar nog afge
scheiden van andere bezwaren mocht veilig worden aangeno
men, dat ook daar de hoedanigheid van het water, en inzon
derheid bij Westen- en Noordenwind, wanneer het water uit
iet Galgewater derwaarts wordt opgestuwd, zeer veel te
wenschen zou overlaten.
En vroeger was reeds door de Leidsche Zwemclub, bij een
den 15en September 1906 aan ons college gericht schrijven,
gewezen op de gelegenheid die zich zou voordoen, om van de
omlegging van de Provinciale Vaart van de Lammebrug,
angs Roomburgerwetering en door de Waard naar de Zijl, partij
;e trekken om met weinig kosten in den Roodenburgerpolder,
ongeveer ter hoogte van de Roomburgerlaan, op een afstand