DONDERDAG 5 MAART 1908. 47. De Voorzitter. Aangezien niemand de volstrekte meerder heid van stemmen heeft verkregen, zal een tweede vrije stemming plaats hebben. De uitslag van deze stemming is, dat zijn uitgebracht: op Mej. J. Schophuizen '13 stemmen en op Mej. F. E. Pen 12 stemmen, terwijl 1 biljet van onwaarde is. De Voorzitter. Aangezien het biljet, dat van onwaarde is, wordt afgetrokken van het aantal stemmen, dat is uitge bracht, is degene, die 13 stemmen heeft verkregen, n.l. Mej. J. Schophuizen, met volstrekte meerderheid van stemmen benoemd. VI. Benoeming van twee leden der Commissie tot wering van schoolverzuim. (Zie Ing. St. n°. 67). Achtereenvolgens worden benoemd met 25 stemmen de heeren P. G. Hocks en A. F. Maijer. De heeren F. W. Zee- lenberg en Janssen bekwamen ieder één stem. De Voorzitter. Ik dank de leden van het stembureau voor de genomen moeite. VII. Verzoek van Mr. P. E. Briët om eervol ontslag als secretaris van het college van Curatoren van het Gymnasium. (Zie Ing. St. n°. 61). Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming con form het praeadvies besloten. VIII. Verzoek van de Militaire Tooneelvereeniging »Eens- gezindheid" om het kosteloos gebruik van den foyer der Stadsgehoorzaal. (Zie Ing. St. n°. 59). Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming con form het praeadvies besloten. IX. Voorstel tot bestendiging van de huur van het perceel Oude Heerengracht No. 1. (Zie Ing. St. n0. 49;. Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aan genomen. X. Verzoek van C. M. van Halderen, om het perceel Lok horststraat No. 18 weder te mogen inhuren. (Zie Ing. St. n°. 51). Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming con form het praeadvies besloten. XI. Verzoek van J. N. M. Hartwijk om bestendiging van de huur van het perceel Oude Singel No. 34. (Zie Ing. St. n°. 66.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming con form het praeadvies besloten. XII. Verzoek van de vereeniging tot bevordering van het Vreemdelingenverkeer om het gebruik van het Pieterskerk hofplein, ten behoeve van door haar te organiseeren Oud- Hollandsche feesten. (Zie Ing. St. n°. 64). De Voorzitter. Hierbij komt aan de orde het adres van den Kerkeraad der Nederduitsch Hervormde Gemeènte. Ik behoef wel niet te zeggen, dat wanneer aan Burg. en Weth. de gevraagde machtiging wordt verleend, zij ook met de bezwaren, in dit adres vervat, nauwlettend rekening zullen houden. De heer Pera. M. d. V. Ik zou wel willen vragen, hoe het zal gaan met de feestelijkheden op den Zondag Is het de bedoeling op den Zondag in het geheel geen feestelijkheden toe te laten, of slechts op een gedeelte van den Zondag, gedurende den kerktijd? De Voorzitter. Naar mijne meening, ik weet het echter niet zeker, zal de quaestie van feestvieren op Zondag niet zoo licht aan de orde komen. Immers, de feesten zullen plaats hebben tijdens de bijeenkomst van het congres. Het congres, begint Dinsdag 25 en eindigt Vrijdag 28 Augustus. Vermoe delijk zullen er dus op Zondag geen feestelijkheden plaats hebben, maar mocht het zijn dat die feestelijkheden eenige dagen langer duren dan het Congres, dan zal, zooals ik zeide, met de bezwaren, in het adres vervat, natuurlijk rekening worden gehouden. Wel kunnen wij reeds nu de verzekering geven, dat er geen sprake van zal zijn, dat gedurende een godsdienstoefening eenige feestelijkheid zal mogen plaats hebben. De heer Pera. M d. V. Dat er gedurende een godsdienst oefening geen feestelijkheid zal plaats hebben, neem ik gaarne aan, dat begrijp ik wel, maar voor mij hangt het ter bepaling van mijn stem hiervan af, of er gevaar bestaat, dat het Plein zelfs een deel van den Zondag voor feestelijkheden zal worden gebruikt. Is dit het geval, dan zou ik tegen het voorstel moeten stemmen, anders ben ik er voor. Wanneer mij geen voldoend antwoord mocht worden gegeven, dan zal ik voor stemmen, in de verwachting, dat er op Zondag geen feestelijk heden zullen plaats hebben. De Voorzitter. Het gebruik is hier, dat openbare vermake lijkheden, waaronder ook openbare muziekuitvoeringen vallen, op Zondag niet mogen plaats hebben voor des avonds 8 uur, d. i. na volledige beëindiging van alle godsdienstoefening. En men zal wel kunnen begrijpen, dat in dit geval, waar de fees telijkheden in de onmiddellijke nabijheid van een kerk zijn, van dit gebruik stellig niet zal worden afgeweken. De heer Bosch. M. d. V. Mijne bezwaren zijn van dien aard, dat ik stemming over dit voorstel zal moeten verzoeken. Wan neer ik niet de zekerheid heb, dat daar op Zondag geen feestelijkheden zullen plaats hebbenzal ik tegen het voorstel moeten stemmen. De heer Fokker. M. d. V. In mijn hoedanigheid van Bestuurs lid van de Vereeniging tot Bevordering van het Vreemde lingenverkeer, zou ik in de eerste plaats Burg. en Weth. willen danken voor hun gunstig praeadvies. In de tweede plaats zou ik ter geruststelling van de heeren Pera en Bosch willen zeggen, dat het volstrekt de bedoeling niet is om het gebruik van de Kerk eenigszins te belemmeren of eenigszins afbreuk te doen aan de Zondagsrust. Immers, wat zal er gebeuren? Er worden eenige oud-Hollandsche gebouwtjes opgeslagen, waarvan sommige als verkooplokalen zullen gebezigd worden. Verder zal er o. a. een tent worden opgericht, waarin muziek zal worden gemaakt. Het ligt voor de hand, dat Burg. en Weth., alleen reeds door het toepassen van de Zondagswet, zullen kunnen zorgen, dat de godsdienstige gevoelens der ingezetenen niet worden ge kwetst. De zaak kan zonder eenig bezwaar in handen van Burg. en Weth. worden gelaten, waar deze bovendien voor stellen om aan hun college het bepalen der voorwaarden, waarop van het plein zal mogen gebruik gemaakt worden, over te laten. Burg. en Weth. zullen bij aanneming dezer voordracht nog meer bevoegdheid hebben dan zij reeds door de Zondagswet zouden bezitten. De heer Fockema Andreae. M.d.V. Het komt mij voor, dat, zooals de zaak nu wordt voorgesteld, de stemming daarover onzuiver zal wezen. Wij moeten ons de zaak aldus denken, dat er permissie kan worden gegeven om muziek te maken. Maar wanneer? Onder kerktijd? Dat is absurd; daaraan zou den Burg. en Weth. niet denken. En van muziek maken tus- schen het uitgaan van den morgenkerkdienst en het aangaan van de middagkerk zou om practische redenen wel geen sprake kunnen zijn. Dat is geen geschikte tijd. Maar er kan quaestie van wezen, dat 's Zondagsavonds, nadat de kerk geëin digd is, permissie zal worden gegeven casu quo vox een muziekuitvoering. Nu stel ik mij voor, dat overeenkomstig de tot dusverre gevolgde praktijk door Burg. en Weth. permissie zal worden verleend, indien deze gevraagd wordt, tot het maken van muziek na afloop van den kerkdienst. Zijn er heeren, bij wie daartegen bezwaar bestaat, dan moeten zij trachten de con ditie, dat er op Zondag geen gebruik van het plein zal worden gemaakt, ook niet na afloop van de godsdienstoefe ningen, in het voorstel te doen opnemen. Ik zal mij tegen een amendement van die strekking verklaren en er zullen nog wel meer zijn, die hetzelfde doen. De burgemeester heelt reeds medegedeeld, dat het de bedoeling is geen per missie te verleenen tot bet maken van muziek vóór afloop van de godsdienstoefeningen. De Voorzitter. Zooals de heer Fockema Andreae terecht heeft doen opmerken, is het gewoonte van het Dagelijksch Bestuur de Zondagswet zóó op te vatten, dat op Zondag na vollediger) afloop van de godsdienstoefeningen permissie wordt verleend tot het geven van muziekuitvoeringen. Dat is de gedragslijn, die ik hier gevonden heb en die is voortgezet. Vandaar, dat ook in gebouwen, waar publieke vermakelijk heden worden gegeven, zooals o. a. in de Gehoorzaal, des avonds na 8 uur muziek mag worden gemaakt. Die traditie willen Burg. en Weth. ook bij deze feestelijkheden blijven volgen. Ten aanzien van koffiehuizen en herbergen waar muziek wordt gemaakt, heeft de Burgemeester de bevoegdheid dit al of niet toe te staan; dan berust bij hem de macht om dit te verbieden. Ten aanzien van publieke vermakelijkheden berust die macht evenwel, voorzooveel de Zondagswet betreft, bij Burg. en Weth. en op werkdagen bij den Burgemeester, ingevolge verordening. Wanneer men meent, dat het eventueel niet mag worden toegestaan om op het Pieterskerkhofplein des avonds na 8 uur op dien éénen Zondag muziek te maken, dan moet de

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1908 | | pagina 3