30
DONDERDAG 6 FEBRUARI 1908.
het toezicht houden op de straal makers enz. Vandaar dat er
onderscheid gemaakt is tusschen de opzichters.
Artikel 1 wordt hierop zonder hoofdelijke stemming aan
genomen.
Beraadslaging over art. 2, luidende:
»De bezoldiging der in het vorige artikel genoemde ambte
naren is geregeld als volgt:
BETREKKING.
Directeur
Ingenieur
Hoofdopzichter
Opz v. d. gebouwen.
Opz. v. d. bruggen, enz.
Opz. v. d. rioleeringen
Opz. v. d. bestratingen
Opz. v. d. reiniging
Doekhouder
Adm. Ambtenaar
te Teekenaar
Opzichter-teekenaar
Rewaarder Stadswerf.
4000
2000
1700
1200
t l 00
1000
900
800
1100
725
1300
900
725*
4500
2600
2000
1500
1400
1300
1200
1025
1400
950
1600
1200
950
250
200
100
100
100
100
100
75
100
75
100
100
75
3
3
3
3
3
3
3
3
3
3
3
3
De Voorzitter. Hierop is voorgesteld een amendement van
de heeren van der Eist, Sijtsma en Fokker, strekkende om:
1. Artikel 2 der verordening regelende de samenstelling
van het Bureau van Gemeentewerken enz. te wijzigen als
volgt
l minimum 3500
a. Directeur j maximum 400o
Dedrag der verhoogingen ƒ250 telkens na drie dienstjaren.
j j 1 minimum 2000
b. Ingenieur j maximum 2400
rj 1 minimum 1600
c. Hoofdopzichter j maximum .1800
r> j j f minimum f 650
d. Bewaarder Stadswerf maximum 875
(Behalve vrije woning, vuur en licht)
2. Art. 6 in verband met bovenstaande te wijzigen.
De heer van der Ei.st. M. d. V. Wij hebben dit amende
ment ingediend, omdat o. i. niet is aangetoond de noodzake
lijkheid van eene algemeene salarisverhooging bij deze gele
genheid. Intusschen hebben wij ons bepaald tot 4 functiona
rissen en laten wij de overige onaangeroerd. Omtrent de
ambtenaren, niet in het amendement genoemd, willen'wij ons
van een oordeel onthouden, omdat volgens de stukken die
personen verschillende werkzaamheden hebben te verrichten,
in belangrijkheid verschillende, terwijl ook hunne capaciteiten
aanmerkelijk kunnen verschillen. Maar wij vinden het niet
noodzakelijk, en die noodzakelijkheid is door Burg. en Weth.
ook niet aangetoond, om de salarissen der andere ambtenaren
te verhoogen. Om te beginnen met den laatst genoemden
ambtenaar, den bewaarder der Stadswerfover hem wordt in
de stukken absoluut niet gesproken. De tegenwoordige titu
laris heeft een traktement van f 850 benevens vrije woning,
vuur en licht, wat geschat is op eene'waarde van ƒ212,50,
terwijl hij nog een persoonlijke toelage geniet van f 100 als
secretaris van de Arbeidsbeurs. Mij dunkt, dat wanneer een
dergelijk persoon begint met een traktement van ƒ650. terwijl
hij dan volgens ons voorstel kan opklimmen tot f 875, dit
eene bezoldiging is, die volkomen geëvenredigd mag worden
geacht aan de belangrijkheid van zijne werkzaamheden. Wat
de drie overigen betreft wensch ik op te merken, dat hun ar
beidsveld geheel hetzelfde is gebleven. Wat den Directeur en
den Hoofdopzichter aangaat, hun werk is zelfs nog inge
krompen na de aanstelling van een Ingenieur. En wat betreft
het traktement van den Directeur, in Haarlem heeft de Di
recteur een traktement van ƒ4500, terwijl Haarlem toch eene
stad is met een 70000 inwoners. In Nijmegen met 53000 inwoners,
heeft hij een aanvangstraktement van ƒ3600 en een maximum
van 4200 Wanneer de Directeur in Leiden nu ontvangt
een aanvangstraktement van 3500, dat kan opklimmen tot
4000, dan is hij, dunkt mij, daarmede voldoende betaald.
Ook wat den Hoofdopzichter betreft, is het ons niet gebleken,
dat zijne werkzaamheden zoo zijn vermeerderd, dat hij meer
dan 1800 als maximum zou moeten ontvangen.
Ten slotte wil ik nog een argument aanhalen uit de
stukken, waar gezegd wordt: »Wij moeten meer traktement
geven, omdat "de belastingen zijn verhoogd in de laatste
jaren" maar dit is ronddraaien in een cirkel. De trakte
menten stijgen in de laatste jaren; daardoor stijgen weer
de belastingen en om die reden zouden wij weer moeten
overgaan tot verhooging dezer traktementen! Ik vind dit een
vicieusen cirkel, waarin wij niet moeten blijven. Daarom
hoop ik, dat de Raad ons amendement zal aannemen.
De Voorzitter. Ik breng in herinnering, dat bij dit voor
stel tevens in behandeling is het adres van den Bond van
Technici, waarop Burg. en Weth. niet gunstig adviseeren.
De heer Pera. M. d. V. Bij mij is de gedachte opgekomen, of
het in dit speciale geval misschien goed zou zijn met den
Directeur eene overeenkomst te sluiten, strekkende om zijn
salaris niet te verhoogen, maar hem in den loop des jaars wat
meer vacantie te geven. Ik doe deze vraag met het oog op
het verleden.
Het is voorgekomen, dat hij wegens overspanning ongeschikt
was voor het werk, en ik kan mij voorstellen dat eene der
gelijke regeling zijn volle sympathie zal hebben, waarmee
dan tevens het belang èn van den Directeur èn van de
Gemeente, zal worden behartigd.
Ik breng alle hulde aan den Directeur voor zijne capa
citeiten en zijne uitnemende toewijding; bij mij is het de
vraag alleen, of aan een dergelijke regeling door hem de
voorkeur zal gegeven worden boven een salarisverhooging.
De heer Korevaar. M. d. V. Na de toelichting van den
heer van der Eist blijkt er een schromelijk misverstand te
bestaan tusschen de voorstellers van het amendement en
Burg. en Weth.
Burg. en Weth. zijn in principe geen voorstanders geweest
van eene salarisregeling, maar zij zijn daartoe door den Raad
gedwongen. Wat heeft daarbij gegolden? In 1906 werd door
een der heeren gezegd: de ambtenaren hangen van de gunst
of ongunst der superieuren af en dit moet eens uit zijn. Het
resultaat is geweest, dat de Raad algemeen den wensch heeft
te kennen gegeven, dat er moest zijn eene algemeene regeling,
waarbij de ambtenaren de zekerheid kregen na bepaalden tijd
verhooging te zullen ontvangen.
Aan Burg. en Weth. werd opgedragen die regeling te
maken en ingevolge die opdracht, hebben Burg. en Weth.
gemeend aan het besluit van den Raad gevolg te moeten
geven door het doen van dit voorstel. Nu verbaast het mij
eenigermate, dat de heer van der Eist bij de toelichting van
zijn amendement spreekt van verhoogingen van traktementen,
in dien zin, alsof Burg. en Weth. nu komen met een voorstel
tot salarisverhooging. Het is niet de bedoeling geweest om de
traktementen te verhoogen. Dat dit het gevolg zou kunnen
zijn van eene dergelijke regeling, daarop hebben Burg. en
Weth. reeds gewezen toen de Raad zijn besluit nam. En de
heer Sijtsma heeft toen daarop gezegdindien het geldt het
voldoen aan eischen van billijkheid, dan mogen bezwaren
van financieelen aard niet wegen. Burg. en Weth. hebben
dien wenk ter harte genomen en daarom niet gevraagd met
hoeveel het Iraktement van dezen of genen ambtenaar zou
worden verhoogd. Bij eene regeling als wordt voorgesteld
mogen sympathieën of antipathieën omtrent personen niet
wegener moet alleen rekening worden gehouden met de
gepresteerde diensten.
Burg. en Weth. hebben gemeend aan de opdracht van den
Raad te kunnen voldoen door eenvoudig te vragen, in de
eerste plaats hoe de regeling van de salarissen van dergelijke
ambtenaren is in gemeenten die met Leiden te vergelijken
zijn, dat is m. i. de eenige zuivere maatstaf, waarnaar de
regeling moet worden ontworpen. En wanneer ik nu in bij
zonderheden afdaal, dan is dit omdat de heer van der Eist daarin
is voorgegaan, omdat hij de traktementen van enkele ambte
naren aan eene nadere bespreking heeft onderworpen. Daarbij
heeft hij het eerst genoemd den bewaarder van de Stadswetf,
doch ik zal nu eerst beginnen met den Directeur der Gemeente
werken. Dat diens traktement zal worden verhoogd, heeft
niet in de bedoeling gelegen van Burg. en Weth., maar wij
hebben het niet kunnen helpen, het is de schuld van den
Raad, een uitvloeisel van het genomen besluit. Als uitvloeisel
van het ingestelde onderzoek in andere gemeenten, kan ik
dan mededeelen, dat het maximum der bezoldiging van den
Directeur der Gemeentewerken bedraagt: in Utrecht 5000,
Groningen 4500, Haarlem ƒ4500, Arnhem ƒ5000, Nijme
gen 4200, Dordrecht 5000. Al deze maxima zijn hoo-
ger dan dat wordt voorgesteld door het amendement. Nu
zou ik niet weten, welke redenen er bestaan om den Directeur
hier minder te geven dan b. v. in Dordrecht. Daar is geen
enkele reden voor. Ik spreek nu niet van een persoon; wij
spreken hier over den ambtenaar, dat moet de zuivere maat
staf zijn. En nu bestaat er geen enkele reden om den Directeur
der Gemeentewerken in Leiden lager te bezoldigen, dan dien
in Dordrecht, Groningen en meer dergelijke plaatsen.
Wat den Hoofdopzichter betreft, zou ik ongeveer hetzelfde
kunnen zeggen. Het maximum van het traktement van den
Hoofdopzichter bedraagt in Arnhem 2200Dordrecht
2100, 's Bosch 2100terwijl wij dat maximum voor
stellen op 2000. Üok hier weder blijft de persoon buiten
TRAKTEMENT. VERHOOGINGEN.
Minimum.
Maxi
mum.
Bedrag.
Na jaren
dienst als
zoodanig.
Geniet bovendien vrije woning, vuur en licht.