24
DONDERDAG 30 JANUARI 1908.
achterwege te laten en tot den bouw van een nieuwe 2e klasse
school te besluiten. Er is hier geen sprake van het terug
komen op een eenmaal genomen raadsbesluit, maar slechts
van het verlaten van een verkeerden weg. En dit is prijzens
waardig.
Op grond van het door mij aangevoerde, verdient het de
voorkeur mijn voorstel aan te nemen en niet dat van Burg.
en Weth. Ik heb mij omtrent de kans op aanneming niet
te veel illusies gevormd, omdat ik weet, welke vaste meening
bij de meerderheid van de raadsleden op dit gebied bestaat.
Ik heb getracht duidelijk te maken, welke gronden voor de
aanneming van mijn voorstel pleiten en mocht het ten slotte
worden verworpen, dan troost ik mij met de gedachte, dat
men die gronden daaraan niet heelt kunnen ontnemen.
De Voorzitter. Ik zal niet ingaan op hetgeen door de ver
schillende sprekers is aangevoerd, doch ik wil er alleen op
wijzen, dat de twee gronden, waarop Burg. en Weth. hebben
gemeend zich in deze zaak te moeten baseeren en naar aan
leiding waarvan zij vrijheid vinden deze voordracht te hand
haven, door al hetgeen uitvoerig daartegen is ingebracht,
niet zijn wederlegd.
De eerste grond is, dat de door de Schoolcommissie aange
voerde cijfers niet met succes zijn bestreden. De commissie heeft
aangetoond, dat in de laatste jaren de aanwas van het aan
tal leerlingen niet zqó groot is geweest, dat men op grond
daarvan reeds nu tot den bouw van een nieuwe school zou
moeten besluiten, en dat de beoogde verbouwingen voor de
eerste jaren voldoende uitzicht geven, dat aan de behoefte
aan plaatsruimte zal kunnen worden voldaan.
De tweede grond is, dat het met het oog op de kosten
niet gemotiveerd is een nieuwe school te bouwen. Het zou
misschien uit andere oogpunten wenschelijk zijn daartoe over
te gaan, maar wanneer men een eenvoudig rekensommetje
maakt, wordt het duidelijk, dat financieele overwegingen ons
daarvan moeten weerhouden. Wanneer men nagaat, dat de
kosten voor een nieuwe school, zooals die door den heer
Stigter zijn geraamd, f 00000 bedragen en de verbeteringen,
welke aan de verschillende scholen zullen moeten worden
aangebracht, slechts f 43000 zullen vereischen, terwijl in
ieder geval, ook wanneer er tot de oprichting van een nieuwe
school wordt besloten, f 8000 noodig zal zijn voor een gym
nastieklokaal aan de school aan de Oude Vest, zoodat eerst
genoemd bedrag van f 60000 daardoor tot 68000 wordt opge
voerd, waarbij dan nog de verplaatsingskosten komen,
maar deze bedragen met meer dan eenige honderden guldens
dan springt het verschil in kosten zoo sterk in het oog,
dat ieder overtuigd zal zijn, dat Burg. en Weth. in deze op
verreweg de goedkoopste wijze de zaak tot een oplossing
hebben gebracht.
Van het verbouwen van de school van den heer Cramer
is voorloopig geen quaestie, zoodat ik niet begrijp, hoe dat
er door den heer Fokker bijgehaald wordt.
Mag dit al in de toekomst het geval zijn, voorloopig is
daarvan geen sprake. Dat er gereageerd zou worden tegen
een eenmaal genomen besluit, ook dat is tot op zekere hoogte
waar. De Raad heeft nu eenmaal indertijd besloten, dat niet
tot den bouw van eene nieuwe school 2e klasse zal worden
overgegaan. Nu wil ik niet zeggen, dat nooit zou mogen
worden teruggekomen op een besluit, in eene vroegere ver
gadering genomen, maai' nu nog meenen Burg. en Weth.
dat de bouw van eene nieuwe school zeker niet noodig is
en zij volharden daarom bij hun voordracht.
Ik zal nu de verschillende voorstellen in stemming brengen.
Ik heb straks gezegd dat de heer Stigter meester is over zijn
voorstel en dus amendementen kan afwijzen, die niet in zijn
stelsel passen. Het is echter ook waar, dat het reglement van
orde in artikel 27 ieder lid vrijlaat om op elk voorstel amen
dementen in te dienen. Al mocht het dus in strijd zijn met
den wensch van den heer Stigter, dan kunnen de heeren
Zaalberg, Reimeringer en Roem toch hun amendement hand
haven. Zou het echter niet beter zijn, dat eerst werd gestemd
over het voorstel van den heer Stigter, waarbij dan beslist
wordt over de quaestie, of er al dan niet eene nieuwe school
zal worden gebouwd? Dit kan dan eerst in beginsel worden
uitgemaakt. Mocht dit voorstel worden verworpen, dan ver
valt vanzelf daardoor het voorstel van den heer Zaalberg c. s.
om op die nieuwe school een ander schoolgeld te heffen. Mocht
het voorstel van den heer Stigter worden aangenomen, dan
kan altijd nog het amendement van den heer Zaalberg c.s. aan
de orde komen en aan eene stemming worden onderworpen.
De heer Roem. M. d. V. Stel nu dat het voorstel van den
heer Stigter wordt aangenomen, welk cijfer wordt dan toege
staan voor den bouw van een nieuwe school? Ik zie geen
kans eene nieuwe school voor f 60000 te bouwen. Evenmin
is uitgemaakt, waar de school zou komen te staan.
De Voorzitter. Daarover kan thans niet gediscussieerd
worden. De heer Stigter heeft zijn voorstel ingediend, zooals
het daar ligt, en zoo moet het ook aan eene stemming
worden onderworpen. Juist omdat er verschillende tegen
strijdigheden zijn, is het nu beter eerst in principe uit te
maken, of er eene nieuwe school 2e klasse gebouwd zal wmrden.
Wanneer dit in beginsel wordt aangenomen, dan kan men
over het schoolgeld gaan praten.
De heer Fokker. M. d. V. U hebt zooeven gevraagd, waar
ik de school van den heer Cramer van daan haalde. Die haal
ik, mijnheer de Voorzitter, uit het voorstel van Burg. en Weth.
zelf vandaan, een stuk dat ook uwe onderteekening draagt.
Daar staat: »En waar zonder twijfel binnen niet te langen
tijd ook tot eene verbouwing van de Jongensschool 2e klasse
zou moeten worden overgegaan" enz. Dat is de school van
den heer Cramer.
De Voorzitter. Ik heb gezegd, dat van verbouwing dei-
school van den heer Cramer voorloopig nog geen sprake is.
De heer Fokker. En in 't voorstel staat «zonder twijfel
binnen niet te langen tijd". Dat is heel wat anders.
Het voorstel van den heer Stigter c.s., in stemming ge
bracht, wordt verworpen met '19 tegen 9 stemmen.
Tegen stemmen de heerenSijtsma, Bosch, P. J. Mulder,
van Hamel, Korevaar, Juta, Eerstens, Timp, Bots, Driessen,
A. Mulder, van Tol, de Goeje, Le Poole, Roem, Vergouwen,
van der Lip, de Vries en Pera.
Vóór stemmen de heeren: van der Eist, Fokker, van
Gruting, Stigter, Fockema Andreae, Zwiers, Zaalberg, de Boei
en Reimeringer.
De Voorzitter. Derhalve is nu ook vervallen het amende
ment van den heer Zaalberg c.s.
Het voorstel van Burg. en Weth. wordt in stemming ge
bracht en met 20 tegen 8 stemmen aangenomen.
Vóór stemmen de heeren: Sijtsma, Bosch, P. J. Mulder,
van Hamel, Korevaar, Juta, Eerstens, Timp, Bots, Driessen,
A. Mulder, van Tol, Fockema Andreae, de Goeje, Le Poole,
Roem, Vergouwen, van der Lip, de Vries en Pera.
Tegen stemmen de heeren: Van der Eist, Fokker, van
Gruting, Stigter, Zwiers, Zaalberg, de Boer en Reimeringer.
De Voorzitter. Het is thans tijd te eindigen. Er zijn
enkele punten der agenda onafgedaan gebleven. Het is mijn
voornemen den Raad tegen de volgende week weder bijeen
te roepen om die onderwerpen te behandelen en om tevens
een geheime vergadering te houden ter afdoening van ver
schillende reclames tegen aanslagen in de plaatselijke inkom
stenbelasting. De heeren kunnen er dus op rekenen, dat zij
tegen de volgende week weder zullen opgeroepen worden.
Nadat zonder hoofdelijke stemming besloten is de beide
laatste punten van de agende aan te houden tot de volgende
vergadering, wordt de vergadering, niemand meer het woord
verlangende, gesloten.
Gedrukt bij J. .1. GROEN ZOON, te Leiden.