DONDERDAG 19 DECEMBER 1907. 269 is eigenlijk de kwestie? Waarom wordt voorgesteld f 300 te voteeren voor een plandat eigenlijk tot ontsiering zal strekken? Alleen omdat de Commissie voor het Slachthuis daarop heeft aangedrongen. De Commissie van Fabricage was voor het plan van f 510. Nu zal de Commissie voor het Slachthuis mij wel niet kwalijk nemen, dat ik in deze meer gewicht hecht aan de opinie van de Commissie van Fabricage dan aan de hare. Eigenlijk behoort deze zaak niet eens tot de competentie van de Commissie voor het Slachthuis, daar het hier betreft een verbouwing aan de woning van den Directeur. Ik voor mij wensch dus mede te gaan met wat de Com missie van Fabricage wilde, een behoorlijk tochtportaal van f 510. ik wil niet medewerken om voor een bezuiniging van een paar honderd gulden iets te geven, waarvan de heer Driessen zegt: »Het is en blijft een ontsiering." De heer van Tol. M. d. V. Ik kan mij met het geheele voorstel niet vereenigen. Ik zie er de noodzakelijkheid niet van in. Als ik mij niet vergis, is er in de vestibule van het woonhuis van den Directeur een tochtdeur aangebracht. Verder is het toch met een geringen arbeid te verhelpen, dat de regen niet meer onder de voorpui doorwaait. De heer Korevaar. M. d. V.! Ik heb met veel genoegen gehoord, wat de heeren Meuleman en van der Lip hebben gezegd. Ik kan niet anders zeggendan dat ik het geheel met hen eens ben. Ik zou nog verder kunnen gaan dan de Commissie voor het Slachthuis in het bezuinigen. Bij de boerenstulpen heeft men ook van die tochtportalen, van zoo genaamd 3A" hout met een blauw verfje er op, die kosten, naar ik geïnformeerd benmaar f 50. Men kan ook een rieten mat gebruiken van f 5, dus dat had men hier ook kunnen doen. Ik kan mij dus volkomen vereenigen met het voorstel van de heeren Meuleman en van der Lip. Met het bezwaar van den heer van Tol ben ik het niet eens. Het is gebleken, dat de Zuidwestenwindwaarbij juist de meeste stormen tegelijk met regen te verwachten zijn, juist staat op den gevel van het huis van den Directeur. Men heeft nu voor reserve, als de buitendeur opengaat, een tocht deur, waarin de heer van Tol het heil wil zoeken. Maar hij weet toch wel, dat deze deur naar beide kanten openslaat en gesloten wordt met een knip, die gemakkelijk loslaat, dus als er wind tegen aan komt, gaat zij open. Wanneer de wind nu op de deur staat, is het alles behalve aangenaam, vooral wanneer het nog regent ook, dat wind en regen in het huis komen. Het is noodzakelijk, dat den Directeur deze onaan genaamheid bespaard wordt. Ik zou er daarom wel op willen aandringen, dat er een tochtpui komt. Ik zou zeer gaarne zien, dat het voorstel van den heer Meuleman werd aange nomen al kan ik niet zeggendat ik ermede mee gawant ik heb mij bij Burg. en Weth. aangesloten. De heer Roem. M. d. V. Wat de heer van Tol zegt, is nog zoo gek niet. Wanneer er aan die tochtpui een sponning ge maakt jvordt ik weet niet, oi de heeren mij begrijpen en aan de zijde, waar de deur opendraait, wordt een luchtdruk- veer gemaakt, dan is er geen kwestie van, dat die deur niet zou voldoen aan de bestemming, om de tocht in het huis af te sluiten. Verder wensch ik er mij niet over uit te laten, omdat ik meen te mogen aannemen, wat er gezegd is, n.l. dat het tochtportaal in de woning van den Directeur bepaald noodig is. Het verwondert mij echter eenigszins dat de heer Korevaar, die mede aan Burg. en Weth. geadviseerd heeft, om een eenvoudig tochtportaal te laten maken, niets gezegd heeft omtrent de ontsiering van de Directeur's woning. Ik voor mij vind het geen ontsiering. Toen bleek, dat de verschillende vroegere plannen te duur bevonden werden, heb ik den heeren van de Commissie van Fabricage in overweging gegevenom boven de deur tot de hoogte van het kalf een tochtportaal te maken; dan was de zaak opgelost. Ik durf zoo noodig alleen de verantwoordelijkheid op mij nemen, dat dit geen ontsiering van de Directeur's woning is. Ik heb echter ook gehoord, dat er ook een fiets in moet kunnen staan, waar door het portaal grooter moest worden, dan ikvoor de ver houding wenschelijkerheb aangegeven. Overeenkomstig de teekening kan er een fiets in staan. Ik meen er dus tegen te moeten opkomen, dat het een ontsiering van het gebouw zal zijn. In de tweede plaats be neemt een tochtportaal op deze wijze aangebracht veel minder licht op de gang, omdat het gedeelte boven de deur onbe schermd blijft, althans minder dan de tochtportalen, die op de vorige teekening staan. De Voorzitter. Ik zou even iets willen opmerken aan het adres van de heeren Meuleman en van der Lip, die gezegd hebben, dat het hun voorkomt, dat deze zaak minder een is van de Commissie voor het Slachthuis, dan van de Commissie van Fabricage. Burg. en Weth. hebben gemeend de beide commissies te moeten hooren en dit heeft zijn goede reden, omdat het hier betreft een post, die van invloed is op de be grooting van het Slachthuis, en er dus reden was om ook de Commissie voor het Slachthuis te hooren over een uitgave, die een niet onbelangrijke verandering in de begrooting veroorzaakt. Wat de zaak zelf betreft, blijkt uit de stukken, dat Burg. en Weth. alleen met het oog op de eischen van een zuinig beheer en niet dan noode met het plan zijn meegegaan, want zij onderschrijven wat ovérgenomen is uit het advies van den Directeur van Gemeentewerken, en door de heeren van der Lip en Meuleman reeds is aangehaald, nl. dat hier gewerkt wordt »met ter zijde stelling van alle eischen van schoonheid en sierlijkheid, en alleen gestreefd wordt naar een goedkoope oplossing". Dat heeft bij ons den doorslag gegeven, maar ik geef toe, dat, waar vanwege de bouwpolitie aan de burgerij de eisch kan worden gesteld, dat niet alleen met soliditeit, maar ook eenigszins met sierlijkheid rekening zal worden gehouden, het niet aangaat, dat de gemeente zich daaraan niet stoort. De heer Korevaar. M. d. V. Het spijt mij, dat er tusschen de heer Roem en mij verschil bestaat, hoe de behandeling van deze zaak in de Commissie van Fabricage is geweest. Als de zaak is behandeld zooals de heer Roem dat voorstelt, heb ik zooeven een grooten blunder gemaakt, dan heb ik anders gesproken dan in de Commissie besloten is en dat is niet waar. Daar kom ik tegen op. Ik heb den indruk gekregen, dat de Commissie zich er noode bij heeft neergelegd, maar ook niet opgekomen is tegen de meening van den Directeur van Gemeentewerken, dat het tochtportaal volstrekt niet aan sluit bij het gebouw en niet het minste voldoet aan aesthetische eischen. Dat staat trouwens ook in het rapport. Als de heer Roem dus meent, dat de zaak anders behandeld is, moet ik daartegen opkomen. De heer Roem. M. d. V. Ik meen duidelijk gezegd te hebben, dat de heer Korevaar niet hier tegen de ontsiering is opge komen- Van de Commissie van Fabricage heb ik niets gezegd. Alleen heb ik gezegd, dat er in de Commissie is medegedeeld, dat er een fiets in het tochtportaal moest. De heer Fokker. M. d. V. Ik zou even willen zeggen, dat ik die minderheid ben geweest in de Commissie voor het Slachthuis. Mijn voorstel was, Burg. en Weth. te adviseeren, dat wanneer de Raad zou noodig oordeelen dat er een tocht portaal zou moeten worden gemaakt, het goedkoopste plan aan te bevelen. Men heeft mij toen de opmerking gemaakt, dat ik dan niet het advies gaf, dat Burg. en Weth. vroegen en ik heb mij toen buiten stemming gehouden. Ik ben het geheel eens met den heer van Tol, dat hier een tochtportaal niet zoo noodig is. Het is wel mogelijk, dat er, als het regent, bij Westenwind wat water onder de deur van des Directeurswoning in de gang komt. Dat komt bij mij ook wel eens voor, maar ik heb er nog nooit van mijn leven aan gedacht, mijn huisheer te vragen om een tocht portaal te laten maken. Wij staan eigenlijk tegenover den Directeur van het Slachthuis als een buiseigenaar tegenover een huurder. De noodzakelijkheid brengt nu m. i. niet mede, dat er een tochtportaal moet komen om het huis voor den bewoner bruikbaar te doen zijn, zoodat van een verplichting voor de gemeente geen sprake kan zijn. Deze zou eerst kosten f 725. en eindelijk maar f 390. Als wij de zaak goed napluizen, zullen wij ten slotte wel zien, dat het met de noodzakelijkheid van dit tochtportaal net gaan zal als met de kosten en ook die verminderen zal in rede als 7:3. Ik zal dus stemmen tegen het amendement-Meule- man en kan tot mijn spijt ook het voorstel van Burg. en Weth. niet aanbevelen. De heer Meuleman. M. d. V. Naar aanleiding van hetgeen de heer Fokker heeft gezegd moet ik nog het volgende opmerken Ik ben eens een keer bij den Directeur van het Slachthuis geweest in dezen tijd van het jaar, bij hevigen Zuid-Westen wind. Dat was nog voor dat van een tochtportaal sprake was. Ik kon toen haast niet door het water heenkomen. Als het bij den heer Fokker zoo erg was, zou hij onmiddellijk zijn huis verlaten. Had hij zich overtuigd, dan zou hij niet zeggen, wat hij nu zegt. De heer Kerstens. M. d. V. Ik moet ronduit bekennen, dat het voorstel van den heer Meuleman mij uit het hart is gesneden De zaak is meermalen in de Slachthuiscommissie ter sprake gekomen, maar er is nooit gezegd, zooals door den heer Fokker nu wordt beweerd, dat het tochtportaal

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1907 | | pagina 3