262
DONDERDAG 5
DECEMBER 1907.
daartegenover staat zelfs de Staat machteloos, men dan niet
veel doen kanmaar wanneer de Kamer van Arbeid voor de
Drukkersbedrij ven in een voltallige vergadering, waar even
veel patroons als werklieden aanwezig zijn, eenparig advies
uitbrengt, en daarin vertelt, dat controle door het bonnen
stelsel wel mogelijk is, begrijp ik niet dat Burg. en Weth.
het dan nog beter willen weten
Maar er is nog een ander punt, waarvoor ik gaarne de
aandacht van Burg. en Weth. en van den Raad zou willen
vragen, en dat is het bezwaar, dat Burg. en Weth. opperen,
omtrent de schifting van het werk voor de Gemeente en
voor particulieren op één drukkerij. Ik lees hier: »Een ander
bezwaar. Dit ontleend aan een drukkerspatroon zeiven. Stel,
wij nemen slechts een voorbeeld, dat het gewone loon, dat
iemand verdient, 18 cents per uur bedraagt, en het door de
Gemeente voorgeschreven minimum-uurloon 23 cents. Is het
nu niet volkomen verklaarbaar, als zoo iemand, wanneer hij
aan het gemeentelijk drukwerk arbeidt, wat minder vlijtig,
is, dan aan zijn ander werk Wie zou er niet liever in een
uur 23 cents, dan 18 verdienen? Hij heeft er dus alle belang
bij, om het werk voor de Gemeente zoo lang mogelijk te
laten duren, ten nadeele natuurlijk van den patroon en later
ook van de Gemeente."
Nu zou ik willen vragen, of een werkman zooveel slechter
is dan andere menschen, dat nu juist van hem moet worden
verwacht, dat hij minder vlijtig zal zijn, bij arbeid waaraan
hij meer verdient. Hebben Burg. en Weth. nooit gehoord,
dat juist vele patroons de zegenrijke gevolgen van een
loonsverhooging hebben ondervonden, omdat die prikkelde tot
meer en beter arbeid. Wanneer de sociaal-democraten, die
gaarne de zwakke zijde hunner tegenstanders opzoeken, zich
van dit argument meester maken en bedienen, en zeggen, dat
het een echt patroonsargument is, en zij spelen dat tegen
Burg. en Weth. uit, dan geloof ik, dat Burg. en Weth. dat
aan zichzelf te wijten hebben.
Wij hebben het genoegen ook een werkman als lid in ons
midden te zien. Ik zou hem wel eens willen vragen: Wat
denkt gij van dat argument? Is uw oordeel ook, dat een
arbeider, die 23 cent verdient, minder hard zal gaan werken
Het argument heeft mij eenigszins pijn gedaan, daar ik niet
kon denken, dat Burg. en Weth. zoo'n slechten dunk zouden
hebben van de arbeiders in de grafische vakken te dezer
stede.
Ten slotte stellen Burg. en Weth. voor, opnieuw aan te
besteden, desnoods met een eenigszins gewijzigd tarief. Nu
ben ik door drukkers ingelicht omtrent enkele onderdeelen
van het tarief en ik wil daar op wijzen, opdat de Raad
wete, hoe het werk tegenwoordig wordt uitbesteed. Ik heb
van den drukker Taconis eenige inlichtingen gekregen. Bijv.
briefkaarten, waarvoor een particulier per 1000 betaalt
f 2.50f 2.75, betaalt de Gemeente met f 6.60. Dat komt
door de inrichting van het tarief. Voor verkiezingskaarten,
die een particulier krijgt voor f 32 of minder, betaalt de
Gemeente f 43. En hierbij is wel degelijk gerekend met
den spoed, die moet worden betracht. Witte en gekleurde enve
loppen komen in het tarief voor denzelfden prijs voor. De
witte kosten echter bij inkoop meer, dan waarvoor ze in het
tarief zijn gesteld. Wil men dus voor de geheele partij in
schrijven, dan moet men op de andere wat opleggen om er
uit te komen. In het tarief wordt, behalve op enkele punten,
Oud-Hollandsch en velijnpapier op denzelfden prijs gesteld,
terwijl het eene meer dan drie maal zoo duur is als het
andere. Het kasboek voor den gemeente-ontvanger staat voor
f 24.50 bij afname van 500 vel. Aan papier kost dat alleen
f 25. Het moet dus gratis gedrukt worden en er moet
50 cent opgelegd worden, behalve de procenten, die er nog op
toe moeten worden gegeven. Men heeft dubbel achtste schrijf,
dat berekend wordt voor f 1.50 de eerste 100 en papier van
dezelfde kwaliteit dubbel achtste post voor f 1.30 de eerste
honderd en het eerste papier is kleiner dan het tweede dat
goedkooper in 't tarief staat.
De heeren zullen nu wel begrijpen, dat dat tarief op zeer
veel punten meer reden geeft tot gegronde aanmerkingen.
Voordat Burg. §n Weth. overgaan tot de aanbesteding, al of
niet met voorwaarden omtrent minimum-loon en maximum
arbeidsduur, zou ik het college willen verzoeken zich op de
hoogte te stellen bij technici en wat ik heb medegedeeld te
beschouwen als voorbeelden van de slechte wijze waarop het
tarief is ingericht.
De heer Sijtsma. M. d« V. Ik zal trachten korter te
zijn dan de heer Fokker. Ik vrees, dat ik, nadat we van hem
een lange rede gehoord hebben, de aandacht van de Ver
gadering wel eens niet onverdeeld zou kunnen krijgen. Als
ik het eerst aan het woord geweest was, zou ik meer gezegd
hebben, maar nu wil ik dan toch ook wat in het midden brengen.
Ik kan mij daarbij in menig opzicht aansluiten bij den heer
Fokker. Ik ben tegen onderhandsche aanbesteding. Het steno
grafisch verslag heeft inderdaad wel eens niet gedeugd. Daar
zal ik echter niet over uitweiden. Dat zal wel meer aan de
stenografen gelegen hebben dan aan de firma Groen, en elk
andere uitgever zou daarvan afhangen. Het komt mij voor,
dat er geen en kele reden is, die firma ondershands te gunnen, waai
er ook andere drukkers in de gemeente zijn, die evenveel
aanspraak kunnen doen gelden. Waarom moet zij dan juist
het troetelkind zijn? Er is, naar ik meen, geen enkele reden
tot bevoorrechting, zoolang we niet weten, dat het werk
door andere drukkers niet net zoo goed en goedkoop kan
worden gedaan.
Voor de gemeente zijn alle uitgevers gelijk.
En nu kom ik tot onze motie; en als ik hierbij nu wat
langer ben, dan ik zelf aangenaam acht, dan wil ik mijn ver
ontschuldiging aanbieden, maar er tevens op wijzen, dat Burg.
en Weth. in hun praeadvies ook bijzonder lang van stof zijn
geweest. De heer Aalberse heeft er de vorige maal op ge
wezen, dat dat gevolg kan zijn van het gemis van goede
argumenten, wat men dan door de hoeveelheid woorden trachtte
vergoeden. Ik geloof niet, dat Burg. en Weth. geheel onbevoor
oordeeld voor deze kwestie staan. U hebt de vorige maal reeds
gezegd: »Hoe het antwoord ook moge uitvallen, men zal van
ons nooit een voorstel krijgen tot opneming van die bepaling."
Wanneer ik nu hier de beeldspraak gebruik »met onwillige
honden is het kwaad hazen vangen," dan klinkt dat mis
schien wat oneerbiedig, maar van Burg. en Weth., die voor
dat zij het onderzoek instelden, al wisten hoe het moest wezeri,
was het toch moeilijk te verwachten, dat zij ons de licht
zijde van die regeling in andere gemeenten zouden hebben
voorgehouden. Het was wel te voorzien, dat zij alle argu
menten bijeen zouden slepen, die er tegen pleiten, en dan in
triomf uitroepen, dat zij in hun meening zijn versterkt ge
worden.
In Deventer heeft een tweeledige aanbesteding plaats gehad
en nu zeggen Burg. en Weth. dat dit een bewijs van ver
trouwen was in Burg. en Weth. gunstig afstekend bij ons; zij
konden nl. kiezen. Heel juist, maar wat hebben zij nu ge
kozen? Zij hebben die aanbesteding gekozen, waarin de
bepalingen waren opgenomen. Al hebben zij dus dezelfde be
zwaren gevoeld, die het Leidsch Dagelijksch Bestuur thans
voelt, zij zijn er overheen gestapt, een bewijs, dat zij daar
vooruitstrevender zijn dan hier en de billijkheid gevoeld heb
ben, die er in ligt voor de typografen.
Nu voeren Burg. en Weth. hiertegen aan, dat de aanbe
steding met en zonder bepalingen precies gelijk stond en
op die manier wordt de zaak tot een dubbeltjeskwestie terug
gebracht, wat zij inderdaad niet is. Maar waarom was er
geen verschil? Omdat alle drukkerijen reeds voldeden aan
de bepalingenin het bestek opgenomen. Nu zeggen
Burg. en Weth. echter op bldz 11 van hun rapport, dat de
aannemers de bepalingen trachten te ontduiken, maar wan
neer die bepalingen in beide gevallen gelijk waren, dan was
er van ontduiken geen sprake; zoodoende heffen deze argu
menten elkander op. Hoe het ook zij, in Deventer schreef
een drukker voor een veel lager bedrag in, en daaruit bleek reeds,
hoe goed zoo een maatregel is. Want wat zou het gevolg
zijn, wanneer er geen bepalingen omtrent minimum-loon
waren voorgekomen? Dan zou deze lagere inschrijver het
werk gekregen hebben, en die zou dat kunnen gedaan heb
ben omdat hij veel minder loon betaalde De gemeente zou
goedkooper uit zijn geweest, maar dat zou gegaan zijn ten
koste van de werklieden. En waar men hier 39 »,o van het
tarief aanneemt, moet dat ook verhaald worden op de
werklieden, en dat mag de gemeente niet toestaan. Waar
de gemeente dat aan den eenen kant niet wenscht, nl. bij
de bouwvakken, daar mag zij dat ook niet wenschen en
willen, waar het de typografen geldt.
»Ook in Haarlem had een tweeledige inschrijving plaats,"
zeggen Burg. en Weth. en weer zeggen zij met denzelfden
triomf: »Wat is daar de Raad welwillend tegenover het
Dagelijksch Bestuur." Wij moeten er aan toevoegen: »Wat
zijn Burg. en Weth. veel meer vooruitstrevend dan in Leiden."
Daar waren de inschrijvingen met de bepalingen gemiddeld
9 hooger en toch kiezen zij die aanbestedingen, waarin die
bepalingen zijn opgenomen. Waarom zij dat gedaan hebben?
M. i. omdat zij de billijkheid en rechtvaardigheid van derge
lijke bepalingen inzagen. Het voorstel is uitgegaan van den
heer Groot en naar mij is medegedeeld, was er bij de aan
neming van het voorstel zeer weinig oppositie. Burg. en
Weth. hebben daar niet als hier, een »non possumus" laten
hooien, maar hadden zelfs geen enkel bezwaar. Waarom
kan hier niet wat in Haarlem en Deventer en nu ook te
Breda wel kan?
Van de bepalingen bij het provinciaal bestuur van Fries
land behoef ik ook weinig te zeggen. Gedep Staten hebben
ook uit eigen beweging gehandeld en zich niet laten drijven
door de Provinciale Staten, zooals wij hier Burg. en Weth. zullen
moeten drijven als de Raad ons een meerderheid zal willen
schenken.
Nu de bezwaren. Burg. en Weth. meten ze zeer breed uit.