DONDERDAG 5
DECEMBER 1907.
261
13° Voorstel:
a. tot hernieuwing van het contract met de firma J. J.
Groen en Zoon betreffende de levering van de Inge
komen Stukken en van het gedrukt stenografisch ver
slag van de Handelingen van den Gemeenteraad.
b. om Burg. en Weth. te machtigen de levering van
het gemeentelijk drukwerk, voor zoover niet begrepen
in de leverantie sub a genoemd, wederom op de be
staande voorwaarden in het openbaar aan te besteden.
(Zie Ing. St. n°. 315.)
De Voorzitter. Hierbij komt tevens in behandeling de
motie-Sijtsma c.s. luidende:
Aan den Raad der gemeente Leiden.
Ondergeteekenden stellen voor de levering van het gemeente
drukwerk, ook dat, begrepen in de leverantie sub a van
punt 13 der agenda genoemd, in het openbaar aan te beste
den en aan de bestaande voorwaarden, omtrent minimum
loon en het verplicht gebruik van zeker percentage van vol
slagen en halfwassen werkkrachten de volgende bepalingen
toe te geven:
a. dat het minimum-loon voor een volwassen werkman niet
minder zal bedragen dan 21 cent per uur
b. dat aan het gemeente-drukwerk over één geheel jaar
geleverd slechts 15 jongere werkkrachten, die een mini
mum-loon van 0 cent per uur verdienenmag worden mede
gewerkt.
Fokker.
De heer Fokker. M. d. V. Er is zooveel over deze voor
dracht te vertellen, dat ik mij slechts tot enkele punten zal
beperken. In de eerste plaats sluit ik mij aan, bij het eerste
gedeelte van het praeadvies van Burg. en Weth., waar zij
ons aanraden, om niet in te gaan op het verzoek van de
firma Vas Dias, om hun het maken van het stenografisch
verslag op te dragen. Gezien de stukken in de Leeskamer
neergelegd, kan ik mij daar volkomen mee vereenigen.
Het praeadvies verder nagaande, kwam mij de spreuk van
Breeroo: «Het kan verkeeren" in de gedachte; dat zal de
firma Groen ook wel gedacht hebben, toen zij dit praead
vies las. Waar Burg. en Weth. ons nu nl. trachten te sug-
gereeren, dat wij de levering van het stenografisch verslag
wederom voor drie jaar aan de firma Groen moeten opdra
gen, heeft mij dat ten zeerste verbaasd, ook in verband met
de motieven, die daarvoor zijn aangevoerd. Ik lees nl. in de
voordracht, dat het misschien mogelijk zou zijn, dat een
ander het werk 100 of 200 gulden goedkooper levert, maar
daar staat tegenover, y>dat wij niet de zekerheid hebben van
dat bureau even deugdelijk werk te zullen krijgen, als ons thans
reeds sinds een reeks van jaren door de firma Groen wordt
geleverd." Dat staat er met een zekere pathos! Verder wordt
er meegedeeld, dat het gewenscht is, «dat een leverancier,
die de gemeente een twaalftal jaren achtereen heeft bediend,
zonder ooit tot ontevredenheid aanleiding te hebben gegeven"
weer met de levering wordt belast.
Mijnheer de Voorzitter, toen ik dat zoo las, dacht ik aan
de debatten, die een paar jaar geleden hier in den Raad zijn
gevoerd, en waarvan ik de Handelingen heb meegebracht,
om er een paar citaten uit voor te lezen, toen er een voor
stel aan de orde was van Burg. en Weth., om de zittingen
van den Raad in plaats van op Donderdag, op Maandag te
stellen, omdat de stenografen er anders niet voor konden
instaan, dat het verslag goed werd opgemaakt. Toen is tegen
dat argument opgekomen door de heeren Korevaar en Fockema
Andreae die zeiden, dat het niet. aanging, op deze wijze den
aannemer van het verslag te voren in het openbaar als 't
ware te verontschuldigen voor niet-nakoming van zijn contract.
Bovendien is indertijd door U meer dan eenmaal betoogd,
dat het stenographisch verslag herhaaldelijk te wenschen
overliet, (en dat is toch een belangrijk onderdeel van de
levering van den heer Groen) de heer Aalberse heeft zich
daarbij aangesloten en de klachten over het stenografisch
verslag nog een beetje aangedikt, zeggende, «dat in de dagen,
dat hier de beroepsstenografen niet aanwezig zijn, ook het
verslag van het door mij gesprokene hèrhaaldelijk alles te
wenschen heeft overgelaten. Het is mij meer dan eens ge
beurd dat ik uit het verslag zelf absoluut niet wijs kon wor
den omtrent hetgeen ik zou hebben beweerd en dat ik er
zelfs maar iets van heb gemaakt, om geen onzin te laten staan."
Daarop zeide de Voorzitter, dat hij het volkomen met den heer
Aalberse eens wasdat 't hem wel eens was overkomen, dat hij
tot in den nacht moest zitten werken om de talrijke hiaten aan
te vullen die in het uitgewerkt verslag voorkwamende heer
Juta onderschreef dit, en een van de Wethouders zou volgens
den heer Voorzitter gezegd hebben, dat hij eens zijn geheele
stenogram had doorgeslagen en ernaast geschreven had zijn
rede met de bijvoeging. «Dit heb ik ongeveer gezegd, maar
uit wat de stenograaf heelt opgeschreven, kan ik niet wijs
worden."
Uit dat alles blijkt, mijnheer de Voorzitter, dat die ingenomen
heid om niet te zeggen opgetogenheid met het werk van de firma
Groen in het College pas van zeer jongen datum moet wezen
terwijl, volgens de informaties die ik heb gekregen, de firma
Groen nog met dezelfde stenografen werkt als toen ter tijd.
En nu zou ik Burg. en Weth. willen vragen, hoe het
mogelijk is, dat zij, waar zij zich voor eenige jaren zoo heb
ben uitgelaten zooals ik zooeven heb voorgelezen, thans kun
nen zeggen, dat het moeilijk zou zijn een firma te vinden,
die zóó goed werk kan leveren als de firma Groen.
Ik wil op de verdienste van het werk van Groen niets af
dingen, maar dat het zoo zou wezen, als Burg. en Weth. nu
komen vertellen, kan ik op gezag van hun eigen woorden
niet aannemen. Burg. en Weth. zeggen: «Nu heeft Groen een
contract met een bekend zeer bekwaam stenograaf." Ja,
dat weet ik wel. Zij vervolgen: «Mocht daarentegen het werk
aan een ander worden gegund, dan zal deze zich allereerst
van stenografische hulp moeten voorzien en nu is alleszins
de vraag, of hij erin slagen zal, zich de hulp van even goede
krachten te verzekeren."
Ik zou dan willen vragenHeeft de heer Groen het mono
polie van goede stenografische hulp? Kan niemand anders
den zelfden stenograaf of een even goeden krijgen als die
firma? Is de stenograaf zoo solidair met Groen, dat hij zegt:
«Als gij het werk niet krijgt, werk ik voor niemand anders"
Burg. en Weth. hebben m. i. dus wel een beetje boud gesproken
Wij mogen aannemen, dat ook een ander, die het werk aan
neemt, zich wel van goede stenografische hulp zal kunnen
voorzien. En het gaat ons immers weinig aan, wat er tus-
schen Groen en den stenograaf wordt overeengekomen. Het
is best mogelijk, dat als het contract weer voor drie jaar
gesloten wordt en er staat niet in, welken stenograaf Groen
hier moet laten werken, hij het volgende jaar met een ander
stenograaf komt. Het geheele argument vervalt dus, als we
niet in het contract zetten, dat altijd dezelfde goede steno
graaf moet komen werken. En als wij dan zoo op dien steno
graaf gesteld zijn, kunnen we ook van Groen af, wanneer die
stenograaf ons komt te ontvallen. Dat wilde ik zeggen naar
aanleiding van hetgeen Burg. en Weth. in het midden ge
bracht hebben omtrent de firma Groen en de wenschelijkheid
om het contract te verlengen. Deze wenschelijkheid bestaat
echter naar mijn bescheiden meening niet. Een zeker gevoel van
billijkheid legt ons dan ook op, ook andere leveranciers tot
de besteding toe te laten als zij het werk even goed kunnen
doen en even billijk.
Ik ben geïnformeerd, dat meerdere drukkerspatroons, die
ook wel werk aan de gemeente leveren, (wat zij niet zouden
krijgen als zij geen goed werk leverden) ook zouden willen
inschrijven.
Nu kom ik tot het afwijzend praeadvies betreffende de op
name van eventueele bepalingen betreffende minimumloon en
maximum-arbeidsduur in de bepalingen voor de andere druk
werken.
Ik heb, zooveel ik kon, nauwkeurig kennis genomen van
de ter lezing gegeven stukken en ik moet zeggen, dat het
mij leed doet, dat er zoo'n frappant onderscheid is tusschen
de wijze, waarop Burg. en Weth. de zaak hebben aangepakt
en waarop destijds Gedep. Staten van Friesland zich hebben
gekweten van de opdracht van de Provinciale Staten. Burg.
en Weth. hebben zich, ik zou haast zeggen met een Jantje
van Leiden, van de zaak afgemaakt. Zij hebben een vragen
lijst gezonden aan de gemeentebesturen en het provinciaal
bestuur, waaromtrent dat verzocht was en zij hebben er
zulke vragen ingezet, alsof zij liefst zoo min mogelijk van de
zaak wilden te weten komen.
Wat ons zou geïnteresseerd hebben, is, hoe de zaak elders
werkte, en of er zich bezwaren bij voordeden; of het ge
meentebestuur over de regeling tevreden was. Maar er
werden slechts enkele vragen gesteld, en nu wij die vragen
beantwoord gekregen hebben, zijn we eigenlijk net zoo wijs
als van te voren. Wat deden Gedep. Staten van Friesland?
Zij stelden, toen de zaak van de levering van drukwerk aan
de orde was gesteld, een uitgebreid onderzoek in, en hebben
zich afgevraagd, of de levering wel in alle deelen den toets
der critiek kon doorstaan; zij correspondeerden met ambt-
genooten in andere provinciën, raadpleegden deskundigen.en
vroegen adviezen aan de Kamer van Arbeid, waaronder ook
het drukkersbedrijf was ondergebracht. We hebben hier ook
zoo een Kamer van Arbeid, maar dat die zou zijn gehoord,
is mij uit de stukken niet gebleken. Het gemeentebestuur
van Haarlem heeft ook de Kamer van Arbeid gehoord. Nu
zeggen Burg. en Weth. (ik zal de kwestie van de controle
maar even voor den dag brengen) dat de controle onmogelijk
zou zijn, en dat geen bonnenstelsel zou voldoen, wanneer
werklieden en patroons samenzweerden. Nu wil ik wel ge-
looven, dat wanneer men tegenover een samenzwering staat,
K. SlJTSMA.
A. VAN DER ELST.