264 DONDERDAG 5 DECEMBER 1907. waar de aanbesteding met die bepalingen reeds gedurende eenige jaren geschieddeen daar zijn telkens moeilijkheden en overtredingen voorgekomen. Omtrent de ervaring op dit gebied in Friesland en te Haarlem kwamen we van den typografenbond geen letter te wetener werd alleen gecon stateerd, dat de aanbesteding op die wijze had plaats gehad. De ontvangen inlichtingen, van practische waarde, beperken zich dus tot Deventer, die een waarschuwing zijn om er niet te gauw toe over te gaan, deze bepalingen toe te passen. Nu is er gezegd, dat het gemeentedrukwerk 39% beneden tarief wordt aanbesteed, waarmee bedoeld wordt, dat men te weinig betaalt, wat van invloed zal zijn op de loonen; maar aan den anderen kant komt de heer Fokker vertellen, dat er voor verschillende artikelen veel te veel wordt betaald. Dat strijdt dus ook tegen elkaar. Wat de heer Fokker te berde heeft gebracht omtrent de prijzen kon intusschen voor Burg. en Weth. een wenk zijn om een onderzoek in te stellen. Het komt mij voor, dat het op onzen weg ligt, Burg. en Weth. niet te binden aan aanbesteding met bepalingen omtrent minimum-loon en maximum-arbeidsduur en dat we, met het oog op de bezwaren, hen de vrije hand moeten laten. Ik herinner mij de eerste aanbesteding voor een jaar of 12. Toen zijn alle drukkers in de gelegenheid gesteld in te schrijven en bij die gelegenheid was Groen verre beneden de andere inschrijvers. Dat is ook de reden geweest, dat, toen de eerste periode verloopen was, deze firma gezegd heeft dat, wanneer de gemeente weer een inschrijving deed houden, zij niet mede zou doen. Zij wilde de gemeente in eenige dingen nog tegemoet komen, maar daarmee was dan ook de uiterste grens van het mogelijke bereikt. Ook ik ben ervan overtuigd, dat de wijze waarop het werk tegenwoordig aanbesteed wordt zoo voordeelig is, dat men daar niets op aan te merken kan hebben. De Voorzitter. Ook ik wil nog even de zaak bespreken. Ik zal daarbij de grootst mogelijke kortheid betrachten, om dat het mij bekend is, dat eenige leden gaarne de vergade ring spoedig geëindigd zouden wenschen. Waar het voorstel van Burg. en Weth. reeds door andere sprekers verdedigd is, kan men niet vergen, dat ik het nog eens in den breede zal gaan bespreken. Ik kan mij geheel aansluiten bij wat de heer Pera gezegd heeft, waar hij als beginsel uitsprak, dat waar mogelijk bepalingen omtrent mi nimum-loon en maximum-arbeidsduur moeten gelden bij werken voor de gemeente, maar dat het verkeerd is Burg. en Weth. in deze te binden, omdat bij deze leverantie de bepalingen onpractisch zijn er niet door te voeren. Dat is het juiste standpunt en op dat standpunt zou zich zonder eenigen twijfel wijlen het raadslid van Kempen gesteld hebben, waarover de heer Sijtsma gesproken heeft. Hij heeft in 1901 invoering van zoodanige bepalingen toegejuicht, maar toch met deze restrictie, dat Burg. en Weth. zouden hebben uit te maken, welke werken daarvoor in aanmerking komen. Dat heeft de heer Sijtsma vergeten. Onder die omstandig heden zou een ieder er zich onmiddellijk voor kunnen ver klaren. Men ziet wel in, dat Burg. en Weth. in deze zaak niet gebonden behooren te worden, wanneer naar hun oor deel en dat van hunne deskundigen het werk niet voor aan besteding vatbaar is op deze wijze. Gedep. Staten van Fries land, waarop men zich herhaaldelijk beroepen heeft, geven ook te kennen, dat dit een zaak is, die geheel aan de uit voerende macht moet worden overgelaten. Zij zeggen uitdruk kelijk: »Dat de beoordeeling van dit geheele onderwerp uit den aard der zaak meer tot de bemoeiing der Gedep. Staten dan tot die der Staten behoorde." M. a. w. deze zaak, die geheel een zaak van uitvoering is, behoort voor dit geval meer tot de bemoeiingen van Burg. en Weth. dan tot die van den Raad. Nu zal ik nog een en ander bespreken van wat de heer Fokker heeft gezegd. In de eerste plaats is door hem gevraagd, hoe het mogelijk is, dat er op dit oogenblik zoo over de leverantie van de firma Groen geroepen wordt, waar in 1905 door mij verklaard werd, dat het stenogram dikwijls zooveel te wenschen overliet, terwijl men het nu toch op dezelfde wijze wil geleverd zien. De heer Sijtsma heeft over die aanmerking reeds recht gedaan, door op te merken, dat dit tegenover iederen aannemer zou geldenevengoed als iedere aannemer zou te worstelen hebben met de moeilijkheid, dat onze vergaderingen niet plaats hebben op Maandag, maar op dagen, dat de Kamer zitting heeft. Wij willen den heer Groen deze leverantie laten, omdat hij gedurende een reeks van jaren goed werk heeft geleverd. Wat zeggen Gedep. Staten van Friesland ten aanzien van zoodanige leverantie? »Dat het in het belang is van den provincialen dienst, dat dezelfde drukker, die gedurende tal van jaren be diend heeft, gehandhaafd blijft, opdat een vaste drukker voor de Prov. Staten blijve werken." Daar willen wij ons naar gedragen Wij hebben ten aanzien van de firma Groen een zeer gelukkige ondervinding opgedaan en nu willen wij allerminst ontkennen, dat ook andere firma's aan die verwachtingen zullen kunnen voldoen, maar we hebben hier de zekerheid, die berust op een ervaring van 12 jaren, en dat zegt toch ook iets. Iedereen die een omvangrijke ad ministratie heeft, weet van welk groot belang het is, dat men bij drukwerk te doen heeft met een vast persoon, op wiens leverantie men kan rekenen. Voorts heeft de heer Fokker aanmerking gemaakt op de wijze, waarop informaties zijn ingewonnen bij de ver schillende gemeenten. Maar wat is het geval geweest? Burg. en Weth hebben niet aangeboden om informaties in te win nen zij hebben op den voorgrond gesteld, dat naar hun meening reeds vaststond, dat deze leverantie niet wel voor openbare aanbesteding vatbaar was; maar toen is, om tege moet te komen aan den wensch van de heeren Sijtsma en Fokker, bij eenige door hen aangegeven besturen geïnformeerd. Daar bij hebben Burg. en Weth. zich echter niet, zooals de heer Fokker beweert, met een «Jantje van Leiden" van de zaak afgemaakt, want dan zouden zij eenvoudig aan die adressen gevraagd hebben, hoe de bepalingen van maximum arbeidstijd en minimum arbeidsloon daar bevielen, maar zij hebben, om de meest volledige inlichtingen te verkrijgen, een gedétailleerde vragenlijst opgesteld, om de besturen in de gelegenheid te stellen uitvoerig en in bijzonderheden te antwoorden. Nu vraag ik den heeren in gemoede, of dat «zich er met een Jantje van Leiden afmaken" is. Eindelijk kom ik tot de opmerking, dat een verkeerd tarievenstelsel door Burg. en Weth. bij de aanbesteding zou worden gevolgd. De heer P. J. Mulder heeft omtrent een van die onderdeelen reeds deskundige opmerkingen gemaakt, maar ik wil er nog aan toevoegen, dat, wanneer men een boekdeel van 20 pagina's voor zich heeft met cijfers rubrie ken, het dan niet moeilijk is, er een paar uit te zoeken, die den heeren voor te houden ea te zeggen, dat nu wel duide lijk gebleken is, dat het tarievenstelsel geheel verkeerd is. Maar ook omtrent deze heeft de heer P. J. Mulder opgemerkt, die hetgeen de heer Fokker aanvoerde, niet juist was en niet getuigde van zijn deskundigen blik. Dat neem ik hem aller minst kwalijk, maar hij moet voorts niet vergeten, dat die cijfers een maatstaf zijn, dien wij opgeven, en naar beneden wordt ingeschreven. Dat is de sleutel van de zaak. Maar bovendien, in de tarieven, die reeds eenige jaren oud zijn, zullen we verande ring brengen; ze zullen worden herzien. Nu wil ik nog iets opmerken naar aanleiding van hetgeen de heer Sijtsma heeft gezegd. Hij verwijst naar Haarlem en zegt, dat ook daar het drukwerk van de gemeente openbaar aanbesteed wordt. Hij vergeet echter, dat het werk, dat hier aan de firma Groen opgedragen is, daar niet aanbesteed wordt en door de firma Enschedé geleverd wordt. Men is er daar dus ook van doordrongen dat omdat zulk werk op tijd geleverd moet worden, men er een vertrouwd persoon voor moet hebbeneen vasten drukker. De bepalingen waarop de heeren zich beroepen zijn slechts in zeer enkele gemeenten van kracht; zij hebben maar drie publiekrechtelijke corpo raties kunnen aanwijzen, waar de aanbesteding altijd plaats vindt. Nu wil ik nog een punt op den voorgrond stellen. De heer Fokker heeft ons voorgesteld als te zijn arbeiterfeindlich, om dat wij op bldz. 9 van het verslag ten aanzien van de arbeiders opmerken dat zij meer zouden rekening houden met hun beurs dan met de zaak. Hij zeide: «Nu brengt gij de arbeiders weer in verdenking. Zullen zij werkelijk langzamer gaan werken voor een patroon, die meer uurloon geeftIk geloof, dat dit toch bepaald een menschkundige opmerking is, die niet alleen ten laste van de arbeiders komt. Wie zou er niet liever 23 dan 18 cent per uur verdienen? Dat is toch een waarheid als een koe. We hebben dus slechts op iets gewezen, dat voor de hand ligt. De heer Sijtsma heeft ons aangevallen, omdat wij gezegd heb ben, dat de bepalingen op een drukkerij niet ingevoerd konden wordenomdat men daar met het werk van den hak op den tak springt. De geachte spreker zegt, dat dit niet zoo is. Bij de firma Groen zou een arbeider alleen met het gemeente werk belast en zouden de bepalingen omtrent minimum-loon dus wel doorvoerbaar zijn. Toch komt het vaak voor, dat er zooveel drukwerk is, dat het over verschillende zetters ver deeld moet worden. Dan iswat hij meent dat een zekerheid geworden is, een onzekerheid geworden Wat de heer Sijtsma heeft gezegd omtrent zijn voorstel is hiermede reeds weerlegd door den heer Pera en mij. Het is eigenlijk een tegenvoorstel. Hij wil hebben dat naar een zekeren maatstaf categorieën van werkkrachten worden gebruikt en dat het minimum-loon en de maximum- arbeidsduur wordt vastgesteld. Ik geloof, dat uit hetgeen in het midden werd gebracht, het u duidelijk zal zijn, dat Burg. en Weth. hierin niet kunnen medegaan. Wij hebben duidelijk aangetoond, dat voor de drukwerken van de gemeente deze bepalingen niet uitvoerbaar zijn. Het gemeentebelang zou er

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1907 | | pagina 10