DONDERDAG 21 NOVEMBER 1907. 253 Waar de heer Vergouwen heeft opgemerkt,, dat we een man moeten hebben, die zelfstandig werkt en alles doet, dan ver geet hij dat de man belastingambtenaren onder zich heeft en een gedeelte van zijn taak, die hij door zijn omvangrijkheid niet zelf zal kunnen waarnemen, aan anderen moet overlaten. Het argument van den heer Fokker, dat wij ongeschikte personen krijgen gaat niet op. Wij krijgen wel de jongeren; een jong adjunct-inspecteur of een inspecteur, die in de eerste klasse is, zal solliciteeren om zijn geldelijke promotie gauwer te kunnen maken. Ik meen dan ook ten sterkste te moeten betwisten, dat we geen geschikte personen zullen krijgen. Juist de eminente jonge lui, die bij het Rijk door de groote klassen geen promotie kunnen maken, zullen komen. De heer Fokker. M. d. V. Dan zullen die menschen hier niet blijven. Wie f 3300 bij het Rijk kan krijgen en hier f 3000, komt niet hier. De Voorzitter. Dat maximum van f 3300 krijgt men eerst na 16 dienstjaren bij het Rijk. Als men hier een goe den inspecteur heeft, zal men weten, dat hij wel den tijd zal bereikt hebben dat hij 16 dienstjaren heeft, voor hij kan denken aan vertrek. De heer Sijtsma. M. d. V. Tk gevoel, dat het een moeilijk ambt zal wezen, en daarom ben ik er tegen, dat wij den weg opgaan, door de heeren Pera en Vergouwen aangewe zen, om iemand te benoemen met een salaris van f1500. Dat is werkelijk voor een onafhankelijk beschaafd man, die met alle kringen van de maatschappij moet kunnen omgaan, te weinig. Waar het een nieuwe ambtenaar is en we niet weten, waar we er mee heen gaan en het bovendien gemakkelijker is een salaris te verhoogen dan te verminderen, ben ik toch huive rig om den weg op te gaan, door Burg. en Weth. gewezen- De Commissie, die we hier hebben, is niet populair; daar moet men de menschen eens over hooren. Wat niet populair is nuheeft ook geen effect. Laten we dus niet een man benoemen, die dadelijk door de burgerij wordt aangezien met de gedachte: »Dat is weer zoo'n hoog ambtenaar, die trachten zal de belastingen op te drijven, ten koste van ons burgers." We moeten trachten een man te benoemen, waar de bur gerij vrede mede heeft. En die zoekt en vindt men het best tegen een jaarwedde door het amendement-Fokker aangegeven. De heer Zwiers. M. d. V. Ik mag er wel even aan herin neren dat ik met den heer van Gruting eveneens een voor stel had ingediend, om het salaris te bepalen op 1500 tot f 2000, maar dat wij Dinsdagavond, om redenen van opportuniteit, dat voorstel hebben ingetrokken. Daaruit volgt reeds, dat ik het amendement van de heeren Pera c. s. gaarne zal steunen. Ik voor mij wil wel zeggen, dat toen ik mijn stem uitbracht vóór de nieuw te creëeren betrekking van controleur van de gemeentebelastingen, ik mij iets anders had gedacht dan Burg. en Weth. er nu van willen maken. Ik bad mij n.l. voorgesteld, dat het een ambtenaar zou zijn, zooals men ze bijvoorbeeld op de talrijke kantoren van de gemeente-ontvangers en van de directe belastingen vindt, ambtenaren, die er den slag van hebben, de kohieren op te maken, een werk, waarmede zij dagelijks zijn belast. Dat zijn dan bovendien ambtenaren, die ook met den kleinen man kunnen omgaan. Tegenover een hoog ambtenaar, zooals Burg. en Weth. dien voorstellen, voelt menigeen onder de kleinere burgerij zich niet geheel op zijn gemak; de kleine man weet vaak zelfs zijne woorden moeilijk te vinden. Ik heb bepaald het oog gehad op iemand, die kwam uit de categoriën, waar van ik meende, dat een gemiddeld salaris van /1700 tot ƒ1800 passend was. Wij mogen van hem dan echter ook niet alles eischen. Burg. en Weth. hebben er in hun toelichting een nagenoeg volmaakt wezen van gemaakt. De ambte naar, dien zij op het oog hebben, moet alle goede eigen schappen, die een mensch maar bezitten kan, in zich vereenigen. Ik vrees, dat Burg. en Weth. door naar het vol maakte te zoeken, het praktische over het hoofd hebben gezien. Wij moeten niet een volmaakt man hebben, want men weet het wel uit de geschiedenis, daarvoor is de burgerman niet toegankelijk. Een praktisch, degelijk man vindt men niet zoo licht onder de geleerden, die Burg. en Weth. zich hadden voorgesteld, maar wel onder de mannen der praktijk zelf. Natuurlijk moet het zijn een behoorlijk ontwik keld man, maar ik had mij daarvoor voorgesteld een eenvou diger beambte, die met de burgerij kan omgaan en er slag van heeft, ook met den minderen man te praten. Iemand van 3000 salaris mag uitstekend in salons kunnen ver- keeren, maar die zal bezwaarlijk in achterbuurten kunnen komen, om ook daar de naspeuringen te doen, die hij in het belang der Gemeente noodig heeft. Daarom zal ik tegen het voorstel van Burg. en Weth stemmen en van harte het voorstel van de heeren Pera, Vergouwen, P. J. Mulder en Driessen steunen. De heer Pera. M. d. V. Ik moet zeggen, dat ik ernstig moet opkomen tegen de voorstelling, die U gaf van de te benoemen persoon. Wij moeten hiervoor hebben een man, die veel ervaring heeft en door het leven reeds gevormd. Op de wijze, waarop U de zaken voorstelt, krijgen wij iemand van jeugdi gen leeftijd, die nog kan opklimmen en nog in den aanvang van zijn loopbaan is. Wanneer U dat wilt, moet ik instemmen met hetgeen de heer Fokker gezegd heeft, dat het salaris dan verhoogd moet worden. Hoe de heer Sijtsma dan nog kan pleiten voor zijn voorstel is mij een raadsel. Wanneer wij een man op eenigen leeftijd zullen hebben, uit den kring van ambtenaren door Umijnheer de Voorzitter, genoemd, die levenservaring en practische kennis heeft opgedaan, dan kun nen wij zelfs niet met het door Burg. en Weth. voorgestelde salaris volstaan. De geschikte persoon kunnen wij alleen krij gen voor het salaris, dat ons amendement voorstelt. De Voorzitter. Ik zal de discussie sluiten en den Raad er alleen op wijzen, dat juist de betrekking van controleur der gemeentefinanciën is besproken geworden in de groote bladen en een ondankbaar en moeielijk ambt is genoemd, waarvoor men niet licht de goede personen krijgt. Waar de heer Zwiers er op gewezen heeft, dat hij zich niet alleen in de salons moet kunnen bewegen, maar ook in de achterbuurten, zal het misschien vreemd klinken, maar het is toch juist, dat de groote belasting-aanslagen niet gehaald worden in de achterbuurten. Wij moeten iemand hebben, die zich met hoog en laag evengoed op zijn plaats gevoelt, die ervaring heeft en een zoodanig persoon krijgen we niet voor dat moeilijk ambt in deze Gemeente, dan wanneer we een be trekkelijk hoog salaris geven, zooals door Burg. en Weth. gezegd is. Anders zullen de resultaten, met dezen ambtenaar verkregen, niet aan de verwachtingen voldoen. De beraadslaging wordt gesloten. Het amendement-Pera wordt in stemming gebracht; de stem men blijken te staken, aangezien 13 leden voor en 13 leden tegen hebben gestemd. Vóór stemmen de heerenBots, Vergouwen, Pera, van Gruting, Roem, Timp, Driessen, van der Eist, Bosch, van Tol, de Boer, Zwiers en P. J. Mulder. Tegen stemden de heeren: Eerstens, Juta, van der Lip, Korevaar, van Hamel, de Vries, Fokker, Fockema Andreae, Aalberse, Sijtsma, Reimeringer, de Goeje en Le Poole. (De heer Meuleman had inmiddels de vergadering verlaten). De Voorzitter. Daar de stemmen voor den tweeden keer staken, is het beter ook de verdere behandeling der veror dening aan te houden. De heer Roem. M. d. V. Ik zou er op willen wijzen, dat ipen er in het vervolg rekening mede houdt, dat onmiddellijk het salaris wordt bepaald, dan zou het onverkwikkelijk debat vermeden kunnen worden. Niemand meer het woord verlangend, wordt de vergade ring gesloten. Gedrukt bij J. J. GROEN ZOON te Leiden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1907 | | pagina 13