252 DONDERDAG 21 NOVEMBEB 1907. voorstellenwel wat ruim gemeten is. De heer Pera vond het verkeerd, dat wij den geest van den heer Witmans hier opriepen, maar ik zal n'en deplaise het nu toch nog maar eens doen. Het is mijn bedoeling niet geweest, een dergelijk hoog persoon hier te hebben, zooals de Voorzitter wil. Dat wordt een vreeselijk hoog ambtenaar ter secretarie, die zelfs nog boven den commies redacteur staat. Dat was echter niet de bedoeling van den heer Witmans. Hij wilde iemand heb ben, die niet zoo een vreeselijk groote mijnheer was. Het moest iemand zijn, die er zelf op uit gaat, iemand, die als het ware is een soort controleur van de hondenbelasting in het groot. Het moet iemand zijn, die overal zijn oor te luisteren legt en die goed zijn oogen de kost geeft. Ik ben bang, dat, als hier iemand komt op éen salaris van f 2500, het een mijnheer wordt, die op het stadhuis zijn bureau heeft, en van zijn bureaustoel uit anderen het werk zal laten doen, dat de heer Witmans hem zelf toebedacht. Dat was niet de bedoeling. Wij moeten iemand hebben, die dat zelf doet. Wij kunnen zoo iemand voor minder salaris krijgen. Iemand met zoo een hoog salaris, vindt zich daarvoor te goed. Ik geloof, dat een minimum van f 1800 dan ook juis ter is, en dat daarvoor een geschikt persoon te krijgen is. De heer Pera. M. d. V. Wat de heer Fokker gezegd heeft ten opzichte van zijn voorstel is ook van toepassing op het onze. Het is eenvoudig maar de vraag, voor welk bedrag men een geschikt persoon denkt te kunnen krijgen, voor het werk dat hier is te doen. Nu hadden wij de overtuiging, dat wij, als wij het salaris op f 1500 tot f 2000 bepaalden, wij daarvoor goed kunnen worden bediend. Wij meenden boven dien, dat een salaris, als door ons voorgesteld, beslist de voorkeur verdiende, omdat er verband zal bestaan, naar onze verwachting, tusschen de sollicitanten en het salaris, dat uitgeloofd wordt. Wij meenen op deze wijze sollicitanten te zullen krijgen, waaronder juist de geschikte persoon zal ge vonden worden met de capaciteiten, die voor dit bijzondere werk noodig zijn. Het is geen daad van willekeur met het doel om het sala ris te verlagen, maar juist door dit salaris denken wij het beste tot ons doel te komen. De Voorzitter. Ik zal even de argumenten van de voor stellers beantwoorden. Bij het vaststellen van het salaris staan Burg. en Weth. op het standpunt, dat het niet is een kwestie van meer of minder, maar van een beginsel. De heer Witmans heeft herhaaldelijk op den voorgrond gesteld, dat hij het wensehe- lijk zou achten, als tot deze betrekking een belastingambte naar benoemd zou worden. Nu meenen wij, dat als men een belastingambtenaar wil hebben van het rijk of van eene ge meente elders, men een persoon moet hebben, die zich tegen over hooggeplaatsten evenzeer als tegenover minder hoogge- plaatsten op zijn gemak gevoelt. Uit deze hierachie moesten wij dus een ambtenaar hebben en dat moest iemand zijn in den rang van hoofdambtenaar. We dachten daarom aan een inspecteur van de belastingen. Nu is volgens den staat van bezoldiging een inspecteur gesala rieerd gedurende vier jaren met 2400, acht jaren met f 2700, welk bedrag kan klimmen tot f 3300. We meen den, dat we dus recht deden een ambtenaar te nemen van dien rang. Het is in het geheel niet juist, zooals de heer Fokker beweert, dat als men een hoofdambtenaar neemt inspecteurs zijn wel geen hoofdambtenaren maar toch ambtenaren met een zekeren rang men dan een persoon krijgt, gewoon op zijn stoel te blijven zitten. "Zij moeten dienstreizen maken en zijn ook gewoon, zich rechtstreeks met de bevolking in contact te stellen. Waar we dus een persoon wilden hebben, die in positie en kennis voor niemand behoeft onder te doen en zelfs vragen kan stellen aan perso nen, die sociaal hooger staan dan hij, en die door degenen, tot wien hij ze richt, niet ontweken zullen worden, meenen wij goed te doen met een persoon te nemen, die zich op een hoog standpunt kan plaatsen. Zoowel de hoogste rangen en klassen, als wel die, waar de grens ligt tusschen be lastbaar en onbelastbaar, moet hij kunnen bereiken en tegen over al die personen moet hij zich kunnen gedragen als was hij hun gelijke. Dat is slechts te bereiken door iemand uit de catagoriën. die ik daar zooeven heb opgenoemd. Zijne benoeming zal dan ook de gemeente het voordeel kunnen afwerpen, dat de voor standers van deze betrekking, waar Burg. en Weth. niet zoozeer voor waren, in gemoede meenen dat hij zal ople veren. De heer Roem. M. d. V. Waar zoo herhaalde malen ge sproken is over het behoud van een controleur en zoo vaak voor- en tegenstanders het woord hebben gevoerd, is het toch zeker in het belang van de Gemeente, dat men uitmaakt, wat voor een soort man hij moet zijn. Er wordt gezegd, dat hij er zelf op uit moet trekken; Burg. en Weth. zeggen, dat hij een meer ontwikkeld man moet zijn. Nu zou ik in over weging willen geven, daar nog niemand weet, wat de ge volgen van het werk van zoo'n ambtenaar zullen zijn, nu hij niet is te vergelijken met een directeur van gemeentewerken of iemand die een gemeente door zijn zaken niet goed te doen groote fmancieele nadeeleri kan berokkenen, het voor- stel-Pera het eerst in stemming te brengen. Als dat aange nomen wordt en men stelt dan iemand aan van wien blijkt, dat het niet goed gaat, kan men altijd nog iemand benoemen, die een hooger salaris heeft. Ik bedoel geen tijdelijke benoeming; wanneer die man niet in zijn betrekking voldoet, moet hij worden ontslagen. Daarna kunnen Burg. en Weth. met een voorstel komen, om een meer ontwikkeld man door den Raad te laten benoemen. Heeft men eenmaal het salaris vastgesteld op f 2500 tot f 3000, dan kan men niet licht terug tot f 1500 tot f 2000. De heer Vergouwen. M d. V. U sprak er overj dat in het voorstel van Burg. en Weth. een beginsel ligt, evenals in het voorste] van ons vieren. Dat is ook werkelijk het geval. U hebt er over gesproken, dat de voorsteller van de motie, de heer Witmans, een belastingambtenaar daarvoor geschikt zou achten lk was het met den voorsteller geheel eens en ook voor een deel met Burg. en Weth.; alleen verschil ik in zooverre van Burg. en Weth., dat deze een hooger ambtenaar willen hebben, iemand uit hoogere kringen, en de voorstel ler, en ook ik, een persoon uit niet zoo hooge kringen wen- schen. Het komt er op aan, wat men zich voorgesteld heeft, toen men vóór het creëeren van dit ambt stemde. Er is een tijd geweest, dat ik niet voor een controleur van de belasting was, maar bij rijper overweging ben ik tot het denkbeeld gekomen, dat het noodzakelijk is, dat er zoo iemand komt. In de sectievergadering heb ik toen gezegd, waarom ik bij nader inzien vóór het scheppen van dat ambt was. Dat was, omdat in de belastingcommissie waarover bij de begrooting een en ander is gezegd niet die personen kunnen zitting nemen, die werkelijk van het inkomen van de burgerij het aller meest op de hoogte kunnen zijn. De heer Pera. Daartegen protesteer' ik. De heer Vergouwen. Ik zeg, dat daar niet die personen in kunnen zitting nemen, die krachtens hun ambt of beroep het best van het inkomen van de burgerij op de hoogte kunnen zijn. Dat is zeer gemakkelijk te begrijpen De con troleur zou dus volgens mijn gedachte een aanvulling van de Commissie zijn. Als men het zich herinnert, heeft ook de voorsteller van dit ambt, de heer Witmans, hier in de ver gadering gezegd, dat het zijne bedoeling niet was, dat de Commissie zou verdwijnen, maar dat die zou blijven bestaan. De controleur neemt dus voor een groot deel het werk van de Commissie uit de hand. Hij maakt het der Commissie ge makkelijker door het werk voor te bereiden en door de men- schen vooraf te hooren; door zelfstandig op onderzoek uit te gaan, enz. Maar nimmer moet hij een ambtenaar zijn, die op zich zelf een soort van zelfstandig instituut vormt, een soort bureau, waarbij later andere personen kunnen worden gevoegd om hem te helpen, maar iemand, die werkt als ge meente-ambtenaar ter secretarie, ter aanvulling van de werk zaamheden van de belastingcommissie. Wij kunnen dus in mijn gedachtengang zeker volstaan met iemand, wiens aan vangssalaris f 1500 is. Dat kan dan opklimmen tot f 2000 Maar wanneer dat moet worden een ambtenaar, die begint met een salaris van f 2500 dat kan opklimmen tot f 3000, en we weten wel hoe dat gaat, de grenzen worden in den regel op den duur verwijd, voortdurend hooger gesteld dan bestaat het gevaar, dat we krijgen iemand met een zelfstandigen werk kring, die ook weer personen onder zich moet hebben en dus het werk van de belastingcommissie geheel uit de handen zal nemen. De heer Fokker. M. d. V. Wanneer ik u goed verstaan heb, hebt u medegedeeld, dat de categorie van ambtenaren, die Burg. en Weth. op het oog hebben, om daaruit een controleur te zien te verkrijgen, nl. de inspecteurs van de rijksbelas tingen, een salaris ontvangen wisselend tujschen f 2400 en f 3300. Dan is het toch niet goed en inconsequent, dat Burg. en Weth. een maximum van f 3000 voorstellen. Dan krijgen wij de ongeschikte ambtenaren van de rijksbelasting, menschen, die geen kans zien bij het Rijk tot f 3300 te komen. We moeten het maximum dus nog gaan verhoogen, naar het mij wil voorkomen. De Voorzitter, lk geloof, dat de heer Fokker zich niet beangst behoeft te maken, dat we ongeschikte personen krijgen. We zullen de jongeren krijgen, die kans zullen zien hier sneller promotie te maken, dan in het groote kader van het Rijk. We krijgen dus hier personen, die met het oog op hun anciënniteit bij het Rijk nog weinig vooruitzichten hebben.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1907 | | pagina 12