GEMEENTERAAD VAN LEIDEN
169
OGEKOIIEK STI KKK*.
N®. 311. Leiden, 19 November 1907.
In overleg met den Ai rondissements-Schoolopziener en na
ingewonnen bericht van bet Hoofd der school, hebben wij de
eer Uwe Vergadering de volgende voordracht aan te bieden
voor de benoeming van een onderwijzer met verplichte hoofd
akte aan de Openbare school der 3e klasse N°. 3, ter ver
vanging van Mej. M. IC. van Wijk. aan wie met ingang van
16 September jl. eervol ontslag werd verleend
1°. P. H. MOOIJ, onderwijzer aan de openbare sehool der
3e klasse No. 3;
2°. B. DE BOER, onderwijzer te Noordwolde;
3°. A. MEEUSE, onderwijzer met verplichte hoofdakte te
Nieuwe Tonge.
Onder mededeefing, dat de desbetreffende stukken in de
Leeskamer ter inzage liggen, verzoeken wij U thans toteene
benoeming over te gaan.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
No. 312. Leiden, 19 November 1907.
De Commissie van Financiën heeft de eer U mede te deelen,
dat zij tegen den in hare handen gestelden staat van af- en
overschrijving op de begrooting van het H. G. of Arme Wees-
en Kinderhuis, en de rekening dier instelling, beide het dienst
jaar 1906 betreffende, geene bedenkingen heeft.
Zij adviseert U derhalve dien staat en die rekening goed
te keuren, wat de rekening betreft:
in ontvangst op 30199.65
in uitgaaf op3194034*
sluitende met een nadeelig slot van 1740 69s
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën.
N®. 313. Leiden 21 November 1907.
Meermalen reeds werd, bij de behandeling van de gemeente-
begrooting in de afdeelingen, door leden Uwer Vergadering
aangedrongen op een verhooging van de belasting op de
honden. Dan werd door ons geantwoord, de eene maal, dat het
denkbeeld bij ons geen instemming vond, omdat wij de thans
geheven belasting reeds hoog genoeg achtten en bovendien
geen vermeerdering van de totaal-opbrengst van eenige be-
teekenis er van verwachtten, dan weer, dat hst denkbeeld
nader door ons zou worden overwogen.
Tot een voorstel onzerzijds kwam het echter niet.
Toen nu evenwel bij de laatste behandeling van de gemeente-
begrooting wederom enkele leden als hun meening te kennen
gaven dat de belasting op de honden gevoegelijk kon worden
verhoogd, werd de zaak andermaal door ons onder de oogen
gezien. En hoewel wij ook thans nogvanmeeningblijven.dat
men verkeerd zou doen zich van een verhooging dezer belasting
een eenigszins belangrijk financieel resultaat voor te stellen,
zoo komt het toch ook ons nu voor, dat in de moeiélijke finan-
cieele ómstandigheden, waarin ook onze gemeente allengs be
gint te verkeeren, een matige verhooging van de hondenbe
lasting niet onbillijk kan worden geacht.
Steeds nieuwe eischen worden aan de gemeentekas gesteld
en de bestaande uitgaven nemen steeds toe. Dan kan
het ook geen wezenlijk bezwaar ontmoeten, dat naar eenige
versterking der inkomsten wordt gezocht daar, waar deze,
zonder de ingezetenen overmatig te belasten, kan worden ge
vonden.
Thans bedraagt de belasting op de honden 3.voor eiken
hond, maar deze belasting wordt tot ƒ1.50 teruggebracht
voor de werk- waak- en jachthonden, terwijl door kooplieden
in honden, voor de honden die het voorwerp zijn van hunnen
handel en door blinden, voor den hond die hen geleidt, in
het geheel geen belasting verschuldigd is.
Het komt ons voor, dat deze belasting zou kunnen worden
rverhoogd met 1— voor de zgn. luxe honden en met ƒ0.50
voor de werk- waak- en jachthonden. Van deze verhooging
mag dan een vermeerdering yan de totaal-opbrengst van
1000.worden tegemoet gezien.
Immers op dit oogenblik wordt in de gemeentebelasting
betaald voor ruim 800 luxe- en 1400 werkhonden. Stel nu
dat de verhooging van de belasting geenerlei vermindering
van het aantal honden tengevolge had, dan zou dus de op
brengst vermeerderen met 800.voor de luxe honden en
met ƒ700.voor de werkhonden, of in het geheel met
ƒ1500.—. Dit nu verwachten wij niet, maar aan den anderen
kant achten wij het toch niet te gewaagd om op een hoogere
opbrengst van 1000.te rekenen
Volledigheidshalve willen wij hier nog aan toevoegen, dat
de totaal-opbrengst in de laatste 5 jaren successievelijk beeft
bedragen
in 1903 ƒ3780.75
1904 a 4029.75
1905 4433.25
1906 4437.75
1907 (tot 1 Nov.)4420.50
Op grond van het bovenstaande geven wij U dus thans in
overweging over te gaan tot de vaststelling van de navol
gende verordening:
VERORDENING, houdende wijziging van de verordening van
17 November 1881, regelende de heffing eener plaatse
lijke belasting op de honden, te Leiden.
Artikel 1.
In art.. 1 van bovengenoemde verordening wordt gelezen
in plaats van ƒ3.— ƒ4.— en in plaats van ƒ1.50: ƒ2.—.
Art. 2.
In art. 2 van bovengenoemde verordening vervalt sub a het
woord «gepatenteerd".
Art. 3.
Deze verordening treedt in werking op 1 Januari 1908.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth van Leiden.
N°. 314. Leiden, den 20*" November 1907.
Ter vervulling van de vacature voor leeraar in de Natuur
kunde, ontstaan door het eervol ontslag van den heer J. Clay,
hebben wij de eer Uwen Raad ter benoeming voor te dragen
den heer T. van Lohuizen, doctorandus in de wis- en natuur
kunde, leeraar aan de hoogere burgerschool met 3-jarigen
cursus te 's-Gravenhage, omtrent wien wij zeer gunstige in
lichtingen ontvingen.
Als tweede op de aanbeveling zouden wij wenschen te
plaatsen den heer C. Dorsman, doctorandus in de Wis- en
Natuurkunde te Amsterdam.
Het advies van den heer Inspecteur leggen wij hierbij in
afschrift aan U over.
Namens het College van Curatoren v/h. Gymnasium,
Fockema Andreae, Voorz.
P. E. Briët, Sec.
Aan den Raad der Gemeente Leiden.
's-Gravenhage, 16 November 1907.
In antwoord op bovenvermeld schrijven heb ik de eer Uw
College te berichten, dat ik mij volkomen kan vereenigen met
Uwen wensch om ter benoeming tot leeraar in de natuurkunde
aan het gymnasium aan den Gemeenteraad aan te bevelen:
1°. T. van Lohuizen, doctorandus in wis- en natuurkunde,
leeraar aan de hoogere burgerschool met 3-jarigen cur
sus te 's-Gravenhage.
2°. C. Dorsman, doctorandus in de wis- en natuurkunde
te Amsterdam.
De Inspecteur der Gymnasia.
(get.) C. J. Eggink.
Voor afschrift:
P. E. Briët,
Secretaris van Curatoren.
N°. 315. Leiden, 22 November 1907.
In de raadsvergadering van den 14en Maart 1.1. werd door
u kennis genomen van den volledigen inhoud van een door
het Nederlandsch Stenografen-Bureau M. S. Vaz Dias, te Am
sterdam tot u gericht adres, houdende aanbod om tegen een
vooraf overeen te komen vergoeding een stenografisch verslag
te leveren van de handelingen Uwer Vergadering. Dit adres
werd in onze handen gesteld ten einde daarmede te zijner
tijd rekening te houden. Wij hebben daarom gemeend ons
iraeadvies ter zake te mogen opschorten totdat wegens het
eindigen van het contract met de firma Groen aan het einde