DONDERDAG 31 OCTOBER 1907.
223
deze zaken geen verstand, al meent hij van wel. Evenmin
als ik verstand heb van zijne zaken, heeft hij verstand van
het belastingwezen. Een zaak heeft mij verbazend groot ge
noegen gedaan en dat is dat de heer de Goeje waarschijnlijk
zijne stem aan mijn voorstel zal geven Hij heeft mij echter
een paar vragen gedaan, die betrekkelijk moeielijk te beant
woorden zijn. Ik wil echter trachten aan zijn gerechtvaardigd
verlangen te voldoen en daarbij zal ik mij moeten beroepen
op andere gemeenten, want ik wil mij nu niet beroepen op
het bekende stuk van den heer Gordon, die zwart op wit
heeft becijferd, hoeveel hier aan belastbaar inkomen werd
overgeslagen. Ik zal nu eene gemeente nemen, waarvoor ik
een zekere voorliefde koester, nl. de gemeente Zaandam, ten
aanzien van het belastingwezen nogwel als voorbeeld te
stellen. In de 10 jaren tijd, dat de Controleur daar werkzaam
was, is het belastbaar inkomen vermeerderd met ƒ2.000 000;
het getal aanslagen is van 1756 vooruit gegaan tot 3806.
Daarbij zal ik bet voor het oogenblik, wat dit punt betreft,
moeten laten. Ik zal hierop niet verder ingaan ik heb het
boekje met een brief er bij medegebracht doch er alleen
nog op wijzen, dat aan belasting meer wordt ontvangen een
bedrag van f 21000. Nu hebben wij hier 8000 aanslagen,
terwijl er te Zaandam slechts een kleine 4000 zijn, zoodat
men daaruit zou kunnen concludeeren ik heb daarvoor
echter geen direct bewijs dat de inkomstenbelasting hier
ter stede f 50000 meer zou kunnen opbrengen.
Verder wensch ik op een ander voorbeeld te wijzen, nl. op
de gemeente Utrecht. Ook daar is een paar jaren geleden
een Controleur aangesteld en het gevolg daarvan is geweest,
dat die man, hoewel hij in de gemeente geheel onbekend
was hij kwam uit Rotterdam, hij had weieens te Utrecht
op de Bolwerken gewandeld, maar nooit een studie gemaakt
van het belastingstelsel in die gemeente in twee jaren
de opbrengst der belasting met 60000 deed stijgen, naar
ik meen.
Ik hoop door zoo simpel weg de vraag van den heer de Goeje
te beantwoorden, hem te hebben overtuigd. Met het oog op den
tijd zal ik niet verder uitweiden over hetgeen op dit gebied
in andere gemeenten is te leeren, maar tot besluit wil ik er
toch nog op wijzen, dat in de gemeente Zaandam aanvankelijk
een zeer scherpe strijd is gevoerd tegen het instituut, waarvoor
ik in Leiden vecht, doch dat, toen die Controleur er eenmaal
was en het publiek zag ook daar was het vertrouwen er
uit hoe die man werkte, de belastingschuldigen vol ver
trouwen in hem kregen. En wat was dat voor een man? Hij
had Zaandam als het ware nog nooit gezien; het was een
oud-collega van mij, die te Purmerend had gestaan.
Ik geloof mijn voorstel voldoende te hebben toegelicht en
ik hoop hartelijk, dat de Raad termen zal vinden om het aan
te nemen.
Ten opzichte van het salaris, dat aan zulk een Controleur
zou moeten worden toegekend, wil ik nog even aan den heer
de Goeje zeggen, dat ik bij mijn meening blijf, dat men dat
zou kunnen doen varieeren tusschen de f 1400 en f 1800.
Blijkt de man, na hier eenigen tijd werkzaam te zijn geweest,
de rechte man op de rechte plaats te zijn en gaat men er
toe over hem ook nog anderen arbeid op te dragen dan de
contróle op de inkomstenbelasting, dan kan men hem naar
verdieusten beloonen een toestand, dien ik gaarne voor
iedereen zou wenschen.
De heer Pera. Ik moet het met een enkel woord opnemen
voor de belastingcommissie. Mijn naam is eenmaal in het
publiek genoemd en daartegen bestaat ook geen bezwaar;
men zou zelfs in den Raad meerdere namen van leden dier
Commissie kunnen noemen.
Men heeft den indruk gewekt, alsof het die Commissie eenigs-
zins onaangenaam te moede zou zijn, indien haar doodvonnis
werd geteekend. Ik durf wel namens de geheele Commissie
zeggen, dat zij niets liever zou wenschen dan dat zij nooit
weer Rij elkander behoefde te komen, want het is niet prettig
om dat werk te verl ichten. Men zit drie maanden lang iedere
week twee avonden van 7 tot 10 uur; die tijd kan heel goed
anders gebruikt worden en dikwijls veel aangenamer ook.
Er is gezegd, dat de Commissie in het geniep werkt. Dat
is al een erg leelijk ding, maar ik heb nooit gemerkt, dat
iemand zich schaamde of geneerde om lid dier Commissie te
zijn. Indien men de namen der leden niet erg publiek heeft
gemaakt, dan is dat meer politiek geweest dan dat men zich
niet durfde laten zien. Kwaad behoeft daar althans niet achter
gezocht te worden en het zou om daarmede te beginnen
volstrekt geen bezwaar hebben dat .de namen der leden aan
den Raad bekend waren.
De heer Gordon beweert, zoo is opgemerkt, dat sommige
ingezetenen worden overgeslagen bij de belasting. Ik heb
reeds gezegd, dat er allerlei beschuldigingen worden inge
bracht, welke waar gemaakt moeten worden.
Als den heer Gordon eens gevraagd wordt om personen
aan te wijzen, dan ben ik nieuwsgierig om de namen te
hooren. Men kan wel allerlei dingen zeggen, wanneer men
geen bewijs behoeft te leveren.
De heer Juta. Het spijt mij, dat de heer Witmans er nu
weder den heer Gordon bij heeft gehaald. De stukken van
dien heer zijn twee jaar geleden in de discussie over een
analoog voorstel van den heer Witmans door Burg. en Weth.
gedrukt en mondeling geheel wederlegd. Nu komt de heer
Witmans er weder op terug, met de bijvoeging, dat de heer
Gordon heeft aangetoond, dat zooveel belastingschuldigen
worden overgeslagen. Zal ik nu weder gaan voorlezen, wat
daartegen door Burg. en Weth is ingebracht? Dat zou stellig
afdoende zijn, maar ik zal de heeren er niet mede vermoeien,
de discussie duurt toch inderdaad reeds lang genoeg. Het is
voldoende voor mij thans te kunnen releveeren. dat de heer
Gordon toen geheel is wederlegd. En de heer Witmans heeft
twee jaar geleden in zijn antwoord den heer Gordon niet
verdedigd, maar alleen gezegd, dat hij hem verder buiten
bespreking zou laten. Nu heeft de heer Witmans ten aanzien
van het heengaan van de Commissie, op de vraag of dit
heengaan het belang van Leiden zou schaden, geantwoord
neen. Ik zou zeggen: ja, in hooge mate zelfs. En ik zeg dit
op grond van de resultaten, die bekend zijn van het werk
der Commissie uit de burgerij, in tegenstelling met de totaal
onbekende resultaten van het werk, die nog moeten blijken
van den eventueel te benoemen Controleur. Wij weten wel,
wat wij hebben, maar wij weten niet, wat wij zullen krijgen.
Om den heer de Goeje te overtuigen van de goede werking
van zulk een Controleur, heeft de heer Witmans aangehaald
de gemeenten Zaandam en Uitrecht, twee gemeenten, die hij
twee jaar geleden ook heeft aangehaald, maar waaromtrent
zijne argumenten toen geheel zijn wederlegd Immers toen
bestond er noch in Zaandam, noch in Utrecht eene Commissie
uit de burgerij, die zich reeds zoovele jaren had bezig ge
houden met het nagaan en zooveel mogelijk nauwkeurig
vaststellen van de belastbare inkomens, zoodat de Controleur,
die benoemd werd, een nog niet ontgonnen terrein aantrof.
Bovendien was Zaandam eene gemeente, die in welvaart en
bevolking snel toenam en reeds daarom moest het getal aan
slagen ook jaar op jaar stijgen. In Utrecht was het niet
anders; daar is de bevolking in betrekkelijk korten tijd bijna
verdubbeld. Dat in zulk eene gemeente behoefte bestaat aan
een zoodanig ambtenaar, vooral als men daar vooraf de voor
lichting van eene Commissie uit de burgerij heeft gemist,
kan ik mij begrijpen.
Dat kan men begrijpen; dat staat vast en ik kan daarin
komen, maar in onze gemeente, waar de bevolking stabiel
is of althans weinig toeneemt, zoodat al degenen, die zich
hier komen vestigen, gemakkelijk kunnen worden overzien,
is voor een dergelijk ambtenaar geen werk. Dit is twee jaren
geleden ook reeds betoogd, zoowel mondeling als schriftelijk
en nu verbaast het mij wel eenigszins, dat de heer Witmans
thans weder met dezelfde argumenten komt.
Ik weet niet, hoe de heer de Goeje zijn stem zal uitbrengen,
maar als hij meent, dat de kosten voor dien eventueel aan
te stellen Controleur weldra gedekt zullen worden door een
hooger belastbaar inkomen, dan wil ik hem doen opmerken,
dat ik dat lang niet zoo zeker durf zeggen. Er is echter nog
iets anders, dat de aandacht verdient. Ook zonder die on
kosten van een Controleur is de laatste drie jaren het be
lastbaar inkomen met bijna 600000 gestegen. Thans be
hoeft dus uit de meerdere belasting, welke in de gemeentekas
vloeit, geen Controleur betaald te worden en ik maak mij
sterk, dat indien men het werk aan de Commissie blijft toe
vertrouwen en deze op dezelfde wijze voortgaat als zij tot
nog toe heeft gewerkt, wij hetzelfde gunstige resultaat zullen
houden Zullen wij dat ook kunnen zeggen van een eventueel aan
te stellen Controleur? Wij hopen het; de heer Witmans zegt
van ja en is er zelfs zeker van, maar wij weten het niet.
Nu, mijnheer de Voorzitter, dit tot besluit. De heer Wit
mans hoopt zoo van harte, dat zijn voorstel zal worden aan
genomen, omdat hij overtuigd is, dat dit in het belang van
de gemeente is. Ik hoop niet minder, althans even hartelijk
en ernstig, dat het niet zal worden aangenomen, want ik ben
in mijn ziel overtuigd, dat het niet in het belang der ge
meente zal zijn.
De beraadslaging wordt gesloten.
Het amendement van den heer Witmans wordt in stem
ming gebracht en met 17 tegen 14 stemmen aangenomen.
Voor stemmen de heeren: Stigter, Vergouwen, Roem, van
der Lipvan GrutingMeulemande VriesFockema
Andreae, van der Eist, de Boer, de Goeje, Le Poole, Zwiers,
Sijtsma, Zaalberg, Witmans en Fokker.
Tegen stemmen de heerenAalberse, Bosch, A. Mulder,
van Hamel, Timp, Driessen, Bots, P. J. Mulder, van Tol,
Reimeringer, Pera, Juta, Korevaar en Kerstens.
Volgn. 66, aldus gewijzigd, wordt zonder hoofdelijke stem
ming aangenomen.