DONDERDAG 24 OCTOBER 1907.
207
De Voorzitter. Wij handhaven ons voorstel om deze zaak
tegelijk te behandelen met de behandeling van de verorde
ning regelende de heffing van schoolgelden. Wij doen dit
niet omdat er tusschen die twee voordrachten een direct
verband bestaat, maar omdat het ons regelmatiger voorkomt
beide gelijksoortige zaken in ééne vergadering te behandelen.
De heer van der Eist kan bij de begrooting toch ook zeggen
wat hij over de bezoldiging der onderwijzers in het midden
had willen brengen.
De heer van Hamel. M. d. V. Gij hebt zoo sterk gedrukt
op de gelijktijdige behandeling van de punten 10 en 11, maar
ik acht het niet gewenscht dit zoo letterlijk op te nemen.
Het zou toch kunnen wezen, dat het eene punt rijp was
voor behandeling en het andere niet, en dan zou het wel
ongewenscht zijn, de behandeling van het eerste punt uit te
stellen. Waarom moeten die beide zaken eigenlijk zóó geaccro-
cheerd worden, dat de eene niet behandeld kan worden zonder
de andere. Mocht het mogelijk zijn, dan heb ik daartegen
geen bezwaar.
De heer van der»Elst. M. d. V. Ik trek mijn voorstel in.
Punt 11 der agenda wordt hierop zonder hoofdelijke stem
ming tot eene volgende vergadering aangehouden.
XII. Voorstel tot beschikbaarstelling van gelden voor de
verbreeding van de Paardensteeg en van de Borstelbrug.
(Zie Ing. St. n°. 292).
De Voorzitter. Op dit voorstel is een amendement inge
diend door den heer Zaalberg, toegelicht met eene teekening,
en strekkende om de brug aan het Noordeinde te verbreeden
naar de zijde van de Borstelbrug.
Wordt het amendement ondersteund? Nu dit blijkt het
geval te zijn, verklaren Burg. en Weth. in overleg met de
Commissie van Fabricage zich met het amendement te kunnen
vereenigen.
De heer Zaalberg. M. d. V. Het is mij zeer aangenaam
dat Burg. en Weth. zich met mijn voorstel kunnen vereeni
gen. Ik had het dan ook zeer jammer gevonden als de gelden
voor de verbreeding der Paardensteeg en den bouw van de
nieuwe breedere Borstelbrug werden uitgegeven en de
door mij bedoelde verbreeding van de Noordeindsbrug niet
zou tot stand komen. Maar ik wensch nog een paar opmer
kingen te maken.
Burg. en Weth. stellen voor een ijzeren hek te plaatsen
van af de Haarlemmerstraat langs het trottoir tot aan de
Borstelbrug, hoofdzakelijk om het aan te leggen plantsoen
te beveiligen; maar een gesmeed ijzeren hek is nog al kost
baar en daarbij weinig doorzichtig. Ik zou daarom in over
weging willen geven de afscheiding te maken van vlecht-
draad met niet te kleine mazen, dat veel wordt toegepast,
het uitzicht niet belemmert en heel wat minder kost.
Maar nu zal langs het Kort Rapenburg een hek moeten
komen. Daarvoor hebben wij al een zeer solied en sierlijk
hek. Ik bedoel het ijzeren hek om den tuin van den vroe-
geren molen in het Plantsoen, dat toch spoedig moet worden
weggenomen. Dat hek is 48.75 Meter lang (ik heb het heden
morgen laten opmeten) en zou uitstekend kunnen worden
toegepast. Ook daardoor zouden wij eenig geld kunnen uit
sparen.
Eindelijk nog eene opmerking over de tram. Ik heb
nooit kunnen begrijpen, dat er op de Borstelbrug een tram
wissel is gelegd; dit geeft daar altijd opstopping. Nu zal de
brug wel verbreed worden, maar willen wij een flinken
doorgang hebben, dan zou ik gaarne zien, dat de wissel weer
gelegd werd naar de Breestraat, waar hij vroeger lag..Men
heeft mij wel verteld, dat die wissel later verlegd is naar
de Bórstelbrug, omdat men meende, dat de wissels niet goed
verdeeld waren, maar daar staat tegenover, dat de wissel daar
betrekkelijk weinig nut heeft, omdat de dienst toch telkens
in de war loopt door het openen van de Blauwpoortsbrug.
Ik zou liever zien dat de wissel werd verplaatst naar de
Breestraat, of nog liever dat in de Breestraat dubbel spoor
werd gelegd tot aan den volgenden wissel; de Breestraat is
daarvoor toch breed genoeg en dat heeft nog dit voordeel
voor de Maatschappij, dat de dienst geregelder zal gaan, om
dat de trams dan een grooter eind kunnen doorrijden. Ook
is het verschrikkelijk, wanneer men op een balcon van de
tram staande, moet wachten op den wissel, die op de Borstel
brug ligt en loopt menigeen bij ongunstig weêr daar een
hevige verkoudheid op, om van ernstiger kwalen niet te
spreken.
De Voorzitter. De punten door u besproken, betreffen de
uitvoering, wat u gerust kunt overlaten aan de Commissie
van Fabricage. Wanneer u terecht meent dat eene andere
wijze van afrastering beter is, dan zal dit ook wel geschieden.
Wat een verplaatsing van den wissel betreft, wij zullen dit
overwegen, maar wij zijn in deze afhankelijk van de Tram
wegmaatschappij wij moeten eerst weten hoe deze er over
denkt.
De heer Roem. De heer Zaalberg heeft mij het gras voor
de voeten weggemaaid; er blijft evenwel nog wel iets over.
Ik heb een ander idee over de zaak gehad. Toen eenige jaren
geleden de quaestie van den aankoop van huizen in de Paar
densteeg aan de orde kwam, geloof ik dat er weinig men-
schen waren, die dien aankoop niet met hart en ziel hebben
toegejuicht. Dat was nu eens een idee van Burg. en Weth
waarmede iedereen zich kon vereenigen. Er werd echter bij
gezegd, dat wanneer men eenmaal daaraan begon, het wel
een ton zou kosten. Men heeft eenige jaren voorbereid en
nu de zaak eindelijk verwezenlijkt zal worden, nu meen ik dat
waar men a en b gaat zeggen, men ook c moet zeggen. Dat
er geen winkelgalerij zal worden gebouwd, juich ik toe. Wat
evenwel een andere zaak betreft, heb ik de twijfelachtige eer
te behooren tot de minderheid van de Commissie van Fabri
cage. Ik zou nl. willen voorstellen om het geheele plan tege
lijkertijd ten uitvoer te brengen, dus het Kort Rapenburg te
overbruggen en de Borstelbrug te verbreeden. Het is eene
quaestie van f 38000 of f 40000 meer, maar mij dunkt dat
ons dit nu niet mag weerhouden, om ineens de zaak flink
aan te pakken. Om den heeren te doen zien, welke waarde
die overbrugging van het Kort Rapenburg voor het ver
keer zal hebben, zij het mij vergund even deze teekening te
doen zien.
Uit de teekening, welke aanduidt de verschillende wegen
van de Beestenmarkt eri Steenstraat over de Blauwpoorts
brug, door Paardensteeg, over Borstelbrug, langs Kort Rapen
burg naar Breestraat, Rapenburg en Noordeinde, ziet men
de voorgestelde verbreeding van de Paardensteeg, de Borstel
brug en het zich met den wal aan de overzijde van het Kort
Rapenburg aansluitende, te overbruggen gedeelte.
Nu beweer ik, dat men óf het geheele plan, overbrugging
Kort Rapenburg en verbreeding Paardensteeg, moet uitvoe
ren, óf niet een van deze tweedoch slechts na het amoveeren
van de huizen aan de Paardensteeg, het terrein in orde
brengen, zoodat aldaar een verkeersweg van 10,50 M. wordt
verkregen.
Verbreedt men de Borstelbrug tot 15 M., dan maakt men
een fuik, want aan het einde daarvan bij de Breestraat is de
doorgang tusschen stoephek en walhek slechts 6.15 M.; niet
7.57 M. zooals men beweert.
Door de vernauwing van den weg waarop zich bewegen
tram, automobielen, rijtuigen, wagens enz, en nog een groot
aantal kinderen komende van de Aalmarkt, zullen ongetwij
feld ongelukken gebeuren.
Uit de breede Paardensteeg komende ziet een koetsier over
de hoofden heen, wat- hem belet door te rijden, wanneer hij
tot vóór de op de tegenwoordige breedte blijvende Borstel
brug komt en vindt een veiligen uitweg opzij van de brug;
aldus geschiedt niet als alles zich ophoopt en aandringt op
het nauwe gedeelte bij de Breestraat, vanwaar allerlei rij
en voertuigen komen.
De verbreeding door den heer Zaalberg voorgesteldhoe
goed bedoeld, zal blijken onvoldoende en slechts eene zeer
geringe verbetering te zijn.
De heer Korevaar. M. d. V. De heer Roem heeft hetgeen
hij mededeelde toegelicht op eene teekening; dat is natuur
lijk veel gemakkelijker, dan dat ik het moet duidelijk maken
alleen met woordenmaar ik zal het beproeven. Wij weten
allen dat de meerderheid der Commissie van Fabricage ook
de voorkeur geeft aan eene overkluizing van het Kort Rapen
burg, maar alleen om financieele redenen van het voor
stellen daarvan heeft afgezien. Immers het scheelt ongeveer
het dubbele van hetgeen door Burg. en Weth. wordt aange
vraagd, en daarmede zijn wij voorloopig dan toch ook ge
holpen. De financieele toestand van Leiden is nu niet zoo,
dat men zonder absolute noodzakelijkheid tot zulk eene
groote vermeerdering van uitgaven mag overgaan. Ik laat
dit echter aan den Raad over. Doch wanneer werkelijk tegen
het voorstel van Burg. en Weth. zooveel bezwaren bestonden,
als door den heer Roem zijn opgesomd, dan zou de Raad
niet verantwoord zijnwanneer hij daartoe overging, maar
daarvan ben ik nog niet overtuigd. De heer Roem zegt nu:
óf de Paardensteeg alleen verbreed, of alles. Wanneer men
echter de Paardensteeg alleen verbreedt, dan krijgt men
eene versmalling plotseling op de nauwe Borstelbrug, terwijl
bij eene gelijktijdige verbreeding van de Borstelbrug, er ook
wel eene versmalling komt naar den hoek van het Noordeinde,
maar die versmalling neemt langzaam toe, en wel geleide
lijk verdeeld over een lengte van dubbel zoo groot als de
Paardensteeg, terwijl nog het niet te onderschatten voordeel
verkregen wordt, dat alvorens eenige noemenswaardige ver
smalling plaats heeft, eene ontlasting van het verkeer kan
plaats hebben naar de Boommarkt. Daardoor kunnen rijtui
gen en voetgangers zich verder naar de stad verspreiden,