104 Uit dit alles blijkt duidelijk, dat wij u de aanneming van de motie, zoowel van de heeren Fokker c. s., als van den heer Aalberse, meenen te moeten blijven ontraden. Immers ook in de motie Fokker c. s. tretlen wij de overweging aan: »van oordeel dat de salarissen enz. bij verordening behooren te worden geregeld." Welnu, dit ontkennen wij. Noch het belang der ambtenaren, noch dat der gemeente eischt naar wij meenen zulk een regeling Maar terwijl wij een regeling van de rechtspositie bepaald verkeerd zouden achten, zoo moeten wij erkennen dat er voor een indeeling der ambte naren in verschillende rangen met minimum en maximum salaris en toekenning van periodieke verhoogingen in iederen rang wel iets te zeggen is, mits slechts ons college de beoor deeling worde gelaten, of de periodieke verhooging al dan niet zal worden toegekend. Vandaar dan ook, dat wij ons thans niet langer tegen den sinds zoo vele jaren op ons uit- geoefenden aandrang willen blijven verzetten en u hiernevens een .verordening, regelende den rang en de bezoldiging van de ambtenaren en bedienden ter gemeente-secretarie en op het kantoor van den gemeente-ontvanger" aanbieden. Bij deze zelfde verordening zal thans ook de jaarwedde moeten worden geregeld, verbonden aan het nieuwe ambt, door u in uwe vergadering van 31 October j 1. gecreëerd. Het komt ons voor dat die bezoldiging hooger zal moeten zijn, dan die van een van de andere ambtenaren ter secre tarie. Immers wil de instelling iets opleveren, dan zal de te benoemen controleur der gemeente-belastingen aan hooge eischen moeten voldoen. Het moet een man zijn van alge- meene beschaving en ontwikkeling, op de hoogte zijn van het belastingwezen, zoo Rijks- als gemeentelijk, kennis heb ben van boekhouden en liefst ook van de administratie van handels- en nijverheidsondernemingen. Hij moet takt hebben, zich gemakkelijk weten te bewegen, aan den eenen kant het noodige prestige weten uit te oefenen, zonder aan den anderen kant door een te brutaal optreden te ontstemmen. Het komt ons voor, dat een ambtenaar, die aan al deze eischen zal weten te beantwoorden, met een salaris beginnende met f 2500.— en stijgende tot f 3000.'sjaars niet te hoog be zoldigd is. Eindelijk meenen wij bij deze gelegenheid nog op een derde punt uwe aandacht te moeten vestigen. Het is u wel licht niet onbekend, dat naar het voorschrift van art. 229 der gemeentewet een nauwkeurige staat moet worden opge maakt en bijgehouden van hetgeen naar het burgerlijk recht eigendom der gemeente is. Sedert het jaar 1870 werd aan dit voorschrift niet meer behoorlijk de hand gehouden. Wel werden een tiental, jaren geleden door den tegenwoordigen secretaris, tijdens hij commies-i'edacteur was, een paar jaren bewerkt, maar sedert moest wegens de steeds toenemende werkzaamheden ook van den commies-redacteur dat werk weer blijven liggen. En ook thans nog laten de werkzaamheden niet toe, dat een der bestaande ambtenaren, die voor dezen arbeid geschikt zou zijn, daarvoor voldoenden tijd kan afzon deren. Aan den anderen kant zou een blijvende uitbreiding van personeel, voor dit eene werk, dat uit den aard der zaak slechts van tijdelijken aard is en voor iemand die er zich geheel aan wijden kan, vermoedelijk niet meer dan een half jaar, wellicht een jaar tijds zou in beslag nemen, niet gewet tigd zijn. Immers is eenmaal de staat weer bijgewerkt, dan is het geregeld bijhouden daarvan een gemakkelijke taak, die weinig tijd en inspanning vordert. Het is daarom dat wij u voorstellen een crediet van f1000.te onzer beschikking te stellen, ten einde daaruit een tijdelijke werkkracht te kunnen .bezoldigen, die met het bijwerken van den staat van eigen dommen kan worden belast. Ten slotte nog een woord over de voorgestelde salarisrege ling zelve Over het algemeen zijn de bepalingen zoo eenvou dig, dat zij geen verdere toelichting behoeven. Slechts een enkele opmerking vinde daarom hier nog hare plaats. Met de bevolkingsagenten, in art. 1 genoemd, zijn bedoeld de tegenwoordige buurtcommissarissen. De verouderde naam buurtcommissaris, vroeger nog «heer der .gebuurte", heeft voor de meer moderne aanduiding van bevolkingsagent plaats gemaakt. In art. 2 is het salaris van den hoofdcommies, tevens chef der afdeeling »Algerneene Zaken", f 200 hooger gesteld dan voor de andere chefs van afdeelingen. Het kwam ons voor, dat voor dezen ambtenaar, die na den secretaris met de uit voering van de notulen van den Raad en van Burgemeester en Wethouders belast is en daarvoor dus in zekeren zin mede de verantwoordelijkheid draagt en die bovendien door den Burgemeester zeiven met verschillende opdrachten van ver trouwen belast wordt, deze verhooging van het eind-salaris wel gewettigd is. De reeds thans geldende salarisregeling voor de boden en den bediende van het raadhuis is eenvoudig in deze ver ordening overgenomen. Termen om daarin verandering te brengen zijn, naar wij meenen, niet aanwezig. Voorts wordt in art. 12 het Raadsbesluit van 5 Juni 1902., krachtens Hetwelk aan de stadswerklieden en daarmede gelijk te stellen categoriën van ambtenaren een bijslag in de door hen verschuldigde pensioensbijdragen wordt toegekend, voor de ambtenaren en bedienden ter secretarie en op het kantoor van den gemeente-ontvanger buiten werking gesteld, gelijk dit ook onlangs in de raadsvergadering van 6 Juni 1.1. bij de laatste regeling van de salarissen der brugwachters, ten aan zien van dezen is geschied. Eindelijk maken wij u opmerkzaam op de overgangsbe paling van art. 14, krachtens welke aan de tegenwoordige ambtenaren, voor zoover zij onder de klerken worden inge deeld, de persoonlijke titel van adjunct-commies wordt ver leend Waar wij tot dusver aan onze secretarie slechts «amb tenaren" kendenzou den toekomstigen klerkenhoewel zij ook als zoodanig natuurlijk ambtenaar blijven, de rang van klerk wellicht minder aangenaam kunnen zijn. Vandaar dat zij persoonlijk den titel van adjunct-commies zullen kunnen voeren. Wordt nu de regeling gelijk zij door ons wordt voorgesteld, door Uwe Vergadering aangenomen en worden dan tevens de ambtenaren in de verschillende rangen ingedeeld, gelijk wij dat blijkens het ter toelichting aan de verordening toe gevoegd overzicht voornemens zijn te doen,, dan zullende gezamenlijke salarisverhoogingen in 1908 voor de 22 thans aan de secretarie verbonden ambtenaren, bedragen 1565. en voor de vier ambtenaren ten kantore van den ontvanger 100.of in totaal 1665 Dit bedrag zal dan echter nog moeten worden verhoogd met 2500.als aanvangswedde van den controleur der gemeente-belastingen, zoodat alles te zamen genomen de gemeentekas in 1908 met een hoogere uitgave van 4165.zal worden bezwaard. Intusschen komt ons een salarisverhooging van 1665.over 26 ambtenaren verdeeld, niet bovenmatig voor. Resumeerende geven wij u dus ten slotte in overweging: 1°. niet aan te nemen de moties van de heeren Fokker c.s. en Aalberse, boven vermeld; 2°. over te gaan tot de vaststelling van de salarisregeling voor de ambtenaren en bedienden ter secretarie en op het kantoor van den ontvanger, welke u hiernevens wordt aan geboden en 3°. ons een crediet te verleenen van 1000.— ten behoeve van het bijwerken van den staat van eigendommen van de gemeente. Voorstellen ter regularisatie van deze nieuwe uitgaven op de gemeente-begrooting zullen u dan nader worden aangeboden. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Wetb. van Leiden. VERORDENING, regelende den rang en de bezoldiging van de ambtenaren en bedienden ter gemeente- secretarie en op het kantoor van den Gemeente-Ontvanger. Ie AFDEELING. Vav de gemeente-secretarie. Artikel 1. Aan de gemeente secretarie zijn verbonden: a. een controleur van de gemeente-belastingen b. hoofdcommiezen, tevens chefs van de afdeelingen; c. een commies-redacteur; d. commiezen le klasse; e. 2e adjunct-qommiezen; g. bevolkingsagenten; en h. klerken Bovendien kunnen tijdelijke of hulpschrijvers worden aan gesteld. Art. 2. Dn bezoldiging der in het vorige artikel genoemde ambte naren is geregeld als volgt: De controleur van de gemeente-belastingen geniet een jaar wedde van ten minste 2500en ten hoogste ƒ3000.— de hoofdcommies, tevens chef der afdeeling «Algemeene Zaken", geniet een jaarwedde van ten minste ƒ2000.en ten hoogste ƒ2400.— de andere hoofdcommiezen, tevens chefs van afdeelingen, genieten een jaarwedde van ten minste ƒ1800.en ten hoogste 2200. de commies-redacteur geniet een jaarwedde van ten minste ƒ1600.en ten hoogste ƒ2000. de commiezen le klasse genieten een jaarwedde van ten minste ƒ1400,en ten hoogste ƒ1600.— de commiezen 2e klasse genieten een jaarwedde van ten minste 1100.= en ten hoogste ƒ1300.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1907 | | pagina 4