188 DONDERDAG 19 SEPTEMBER 1907. tegen eene verhooging met a cent niet zoo op. Maar boven dien, ook in verband met de gemeentelijke financiën, die op de een of andere wijze zullen moeten worden versterkten omdat ik er zeer tegen op zie het percentage van de in komstenbelasting hooger te stellen dan 4wat feitelijk voor Leiden al te hoog is, vooral voor de kleinere inkomens, zal ik ook nu stemmen voor de voordracht van Burg. en Weth. Ik vind die verhooging met cent in verband met de hoogere kolenprijzenetc. nu alleszins gemotiveerd. De heer Juta. Het zij mij veroorloofd met een paar woorden de verschillende sprekers te beantwoorden. De heer Zwiers heeft er bezwaar tegen dat het tekort van 28000 in 3 maanden tijd moet worden ingehaald. Ik maak er echter opmerkzaam op, dat het zeer moeielijk was in het begin van het jaar te weten hoe de zaken zouden loopen. In den loop van 1907 zijn wij eerst tot de wetenschap gekomen wat het vermoedelijk tekort zou zijn, ook door stijging in de steenkolenprijzen. En daarom zijn Burg. en Weth. nu bij den Raad gekomen om a cent meer voor het gas te vragen Nu is het wellicht mogelijk dat een enkele belastingschuldige vóór de verhooging de stad zal hebben verlaten, maar dat kan toch geen bezwaar opleveren. En of wij nu het tekort in 3 maanden tijd of over het geheele jaar verdeeld binnen krijgen, maakt toch op de zaak zelve niets uit. Bovendien is het moeielijk om eene kleinere verhooging te nemen, bijv. a of a cent. En daarom hebben wij het cijfer van a cent ge nomen. Waar blijkt dat de rekening zeer ongunstig zal sluiten, daar is het dunkt mij de plicht van Commissarissen om nu die cent verhooging aan te vragen. Nu een enkel woord tot den heer Sijtsma, die zich bij den heer Zwiers aansluit. Mijnheer de Voorzitter, er is altijd verband geweest tusschen de overschotten in de exploitatie van de gas fabriek en den hoofdelijken omslag en nu spreekt het toch wel van zelf, dat wij ons best moeten doen, om de balans in de hier zooveel jaren gebruikelijken toestand te houden en dat het niet aangaat, waar de gasverbruikers een abnormaal lagen prijs betalen, dien prijs te handhaven. Men mag toch niet de belastingschuldigen meer laten betalen om redenen, voort spruitende uit de mindere overschotten van de gasfabriek. De steenkolenprijzen zijn hooger geworden en daardoor is de winst van de gasfabriek lager geworden. Nu zegt men, dat de belastingschuldigen rnaar meer moeten opbrengen, wat de gasfabriek te weinig betaalt. Dat is de fout van de redeneering. Ik wil den heeren verder op het hart drukken, dat er inderdaad niet zulk een groot bezwaar is tegen den halven cent omdat, indien de gasprijs niet verhoogd wordt, het volgend jaar de hoofdelijke omslag ongeveer 5,6% zal worden. Daar mogen de heeren wel eens aan denken of het wel in het belang van Leiden is, dat we een dergelijk percentage moeten heffen en of het niet veel billijker is en meer in het belang van Leiden, dat de gasverbruikers een halven cent meer betalen. Te meer, dunkt mij, is het billijk, om de gas verbruikers een hal ven cent meer te laten betalen, zooals hier reeds opgemerkt is, omdat de oorzaak van het tekort zit in de gasfabriek, en wel in de duurte van de steenkool. Men moet het dus niet gaan verhalen op de belastingschuldigen, maar op de gasverbruikers. Dat is rationeel. Dat is consequent Maar te meer is het wenschelijk, omdat inderdaad en daar wil ik vooral op wijzen hier in couranten-artikeltjes en dagelijksche gesprekken gezegd is, dat men het onbillijk vindt de gasprijzen te verhoogen en daardoor de groote gas verbruikers, waartoe vooral de winkeliers behooren, te treffen. Het is nu juist de kwestie, dat de winkeliers, die groote gasverbruikers, een reeks van jaren in buitengewoon gunstige omstandigheden zijn geweest ten opzichte van de gasverbruikers in andere steden. Maar daar wordt niet van gerept. Daar spreekt men niet van. En die buitengewoon gunstige omstandigheden zijn nog beter geworden in den loop van dit jaar, nu de prijzen ook in andere steden verhoogd zijn. Daar heeft men het juiste en het billijke, dat de ver hooging van den steenkolenprijs door de gasverbruikers moet betaald worden, wel ingezien. Nu wordt in alle steden, die op één lijn staan met Leiden, betaald 6 tot 7 cent. Dat schijnt men daar rationeel te vinden en daar komt men niet met klachten, dat men de groote gasverbruikers onbillijk zou behandelen. In Amsterdam en Rotterdam wordt 7 cent betaald. In den loop van dit jaar zijn de gasprijzen in Groningen, Zaandam en Deventer verhoogd. Nu vraag ik, waar Leiden een zoo buitengewoon gunstig figuur maakt en waar de gasverbruikers in zoo buitengewoon gunstige conditie staan tegenover de gasverbruikers in andere steden, mag men dan nog zeggen, dat we de gasverbruikers onbillijk behandelen? Ik geloof het tegendeel; ik geloof dat wij nu den maatstaf voor hetgeen voor het verbruik van gaslicht moet worden betaald, een weinig herstellen. Ik durf beweren dat de gasprijs van 5 cents altijd te laag is geweest, ik heb mij daarover van harte verheugd en heb er toe medegewerkt. Maar daarom moeten nu de verbruikers niet gaan klagen wanneer de prijs met a Cent verhoogd wordt, want feitelijk hebben zij steeds te weinig betaald, omdat wij het voorrecht hebben hier eene Gemeentelijke Gasfabriek te bezitten, waardoor aan de Gemeente nooit iets betaald is voor het hebben van buizen in den ge meentelijken grond. Hadden wij een particuliere Gasfabriek gehaddan zou de Gemeente daarvan hebben geprofiteerd door het heffen van een recognitie voor het gebruiken van den grond. Leiden maa-kt daarop eene uitzondering, wat ik gelukkig vind, terwijl ik het ook gelukkig vind dat het gas hier zoo goedkoop is. Nu moet men daarvan echter geen misbruik maken en niet gaan klagen wanneer eene kleine verhooging noodig is, omdat de exploitatiekosten van de fabriek gestegen zijn. Zoo zijn er ook nog andere zaken, waarvoor de fabriek niets betaalt. Yoor het groote terrein betaalt zij niets aan de Gemeente en wij trekken geen huur van de woning van den Directeur; wilde men dit alles doen betalen en dan toch de uitgaven en baten van de Gasfabriek doen sluitendan zou de fabriek zeker een gasprijs van 6 cent moeten vragen. Men moet dus wel in aanmerking nemen het groote voordeel dat de gasverbruikers een reeks van jaren hebben genoten. En let wel, wanneer men de gasverbruikers wat meer had laten betalen, dan hadden de belastingschuldigen altijd wat minder te betalen gehad. Wanneer een klacht ge motiveerd zou zijn, dan zou het misschien de klacht zijn van de belastingschuldigen, dat de gasprijs hier altijd zoo laag is geweest. De heeren draaien de zaak nu echter andersomen dat is naar mijne bescheiden meening het verkeerde in hunne redeneering. Daar komt nog dit bij. Gaan wij de belastingen verhoogen, want als het niet uit de lengte komt moet het uit de breedte komen, dan moet het ontbrekende geld van Leiden's ingezetenen ontvangen worden. Verhoogen wij den gasprijs met a cent, dan komt het ontbrekende niet geheel en alleen uit Leiden, want dan betaalt ook het Rijk als gas- verbruiker in de verhooging, evenzoo de bewoners buiten Leiden, de Sociëteit Minerva en ook de studenten Die allen helpen dus mede om het tekort te dekken. Wanneer de heeren zooveel bezwaar hebben tegen verhooging van den gasprijs, ja, dan moet het van de belastingschuldigen komen, maar dan moet ook alles uit de belasting komen. Dat moeten de heeren wel bedenken. De belastingschuldigen zullen hun daarvoor geen dank weten. Als men het percentage van den hoofdelijken omslag moet gaan verhoogen tot 5,6%, en ten gevolge daarvan de meer gegoeden Leiden nog meer gaan verlaten dan tot nog toe het geval is, dan betwijfel ik zeer, of men den winkeliers daarmede een grooten dienst bewijst. Integendeel, ik denk dat de winkeliers grooten spijt zullen hebben en zullen zeggende zuinigheid heeft hier de wijsheid bedrogen; nu gaan onze beste klanten naar Den Haag. Had den wij maar liever 5f cent voor het gas betaald, dan waren zij hier gebleven. De heer Meuleman. M. d. V. Naar aanleiding van hetgeen de heer Juta geargumenteerd heeft, geloof ik, dat het veel rationeeler zou geweest zijn, om den gasprijs te brengen op 6 a 7 cent. De menschen zouden altijd veel te weinig hebben betaald voor het gas! De heer Juta, stelde het voor, alsof de gasfabriek een weldadigheidsinstelling is, maar hij vergeet, dat hoe lager de gasprijs is, hoe meer gasverbruik en hoe meer er dus verdiend wordt. Het is zooals bij de spoorwegen, hoe goedkooper de tarieven, hoe meer gebruik ervan gemaakt wordt. Wat betreft het argument, dat de winst niet zoo groot is in werkelijkheid, als het wel lijkt, omdat de gemeente geen recognitie ontvangt voor de buizen in haren grond en omdat de woning voor den Directeur nooit in rekening wordt gebracht dat zou kunnen dienen als argumentatie voor een nieuwe boekhouding, maar het kan toch onmogelijk gelden als argument voor verhooging van den gasprijs. De heer Fokker. Het spijt mij dat ik het moet zeggen, maar, mijnheer de Voorzitter, na hetgeen de heer Juta heeft gezegd kan ik moeilijk mijne stem aan het voorstel van Burg. en Weth. geven, want daaruit blijkt, dat men een gas- belasting wil hebben. Dit komt zeer duidelijk uit door het nauwe verband, dat de heer Juta legt tusschen den hoofde lijken omslag en den gasprijs. Als ik den heer Juta goed begrijp, hebben wij op onze gemeente-begrooting niet één sluitpost, maar twee: de hoofdelijken omslag en de winst uit de gas fabriek. En kan men op de eene niet genoeg zetten, dan moet de andere worden te hulp geroepen. Ik ben principieel een tegenstander, van indirecte belastingen, ik verheug er mij telkens over dat in 1865 Thorbecke de heffing van accijnzen als gemeentebelasting heeft uitgeroeid en ben dus zeker in den jare 1900 en zeven niet voor een gasaccijns te vinden. Bovendien vind ik het thans een zéér ongelukkig moment om den gasprijs te gaan verhoogen, waar we staan vlak voor de opening van onze electrische centrale. Dat is, dunkt mij, óók een argument waarop gelet dient te worden. De heer Fockema Andreae. M. d. V. Het komt mij voor, dat het juiste standpunt in deze is ingenomen door het prae-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1907 | | pagina 8