DONDERDAG 19 SEPTEMBER 1907.
187
door één persoon, wil ik opmerken, dat men nu reeds mag
onder de oogen zien, dat niet één lokaal voor de Natuurkunde
zal worden beschikbaar gesteld, maar dat daarvoor bovendien
een laboratorium en een kelder zal noodig wezen, waarin het
een en ander geborgen zal kunnen worden. Verder wordt er
gesproken van een. eenvoudige installatie op bescheiden schaal.
Ik wilde er wel de aandacht op vestigen, dat men na korten
tijd alweer verplicht zal zijn, om alles, voor de Hoogere
Burgerschool noodig, ook voor het Gymnasium aan te schaften.
De heer Fokker. M. d. V. Naar aanleiding van hetgeen ik
van den heer Fockema Andreae heb gehoord, dat de sala-
riëering voor den leeraar niet voldoende is, om er een afzon
derlijk bestaan van te maken, zou ik het denkbeeld in over
weging willen geven, om dien leeraar wat hooger te salarieeren,
waardoor we wellicht wel een geschikt persoon zouden kunnen
krijgen. Zouden we dan niet nog goedkooper uit zijn? We
bezuinigen dan de kosten van een nieuw laboratorium en de
kosten van jaarlijksche aanvulling daarvan.
De Voorzitter. Het hoofdbezwaar zit hierin, dat zonder
afzonderlijk laboratoriumniet gemakkelijk een leeraar te
vinden zal zijn. Wanneer wij al de bezoldiging van een leeraar
verhoogen, dan zal toch de aantrekkelijkheid van het ambt
niet grooter worden, wanneer er geen afzonderlijk laborato
rium is.
De heer van Hamel. Het komt mij voor, dat inwilliging
van het verzoek van Curatoren niet behoeft te anticipeeren
op de mogelijkheid, dat later beide betrekkingen weder ge
combineerd worden. Die mogelijkheid zal later onder de oogen
kunnen worden gezienaanneming van dit voorstel sluit
volstrekt niet uit, dat de betrekkingen later weder worden
gecombineerd. Hoofdzaak is, dat er eene gelegenheid is om
aan het Gymnasium zelve onderwijs in Natuurkunde te geven,
welke gelegenheid nu niet aanwezig is. Dit maakt het juist
noodzakelijk, dat ook aan het Gymnasium de gelegenheid
wordt gegeven, de noodige instrumenten enz., om het onder
wijs in de Natuurkunde tot zijn recht te doen komen. En
daarom kan men gerust, afgescheiden van hetgeen er later
zal gebeuren, medegaan met het denkbeeld van Curatoren.
De Voorzitter. Door den heer Zwiers is de volgende motie
voorgesteld
De ondergeteekende stelt voor, den bestaanden toestand wat
betreft het onderwijs in de Natuurkunde aan het Gymnasium,
voorloopig voor den tijd van één jaar te bestendigen.
De motie wordt voldoende ondersteund en maakt.derhalve
een onderwerp van beraadslaging uit.
De heer Meuleman. M. d. V. Mij dunkt, dat wij na lezing
van het praeadvies van Burg. en Weth. en na kennisneming
van de argumenten van Curatoren moeielijk dit voorstel
kunnen afstemmen. Er is met den Directeur van de Hoogere
Burgerschool onderhandeld, of het mogelijk zou zijn eene
andere regeling te treffen. Die Directeur heeft pertinent ver
klaard, dat zulk eene regeling niet te trefïen is, en dat de
bezwaren die nu reeds groot zijn, nog grooter zullen worden.
Wij moeten het dus niet beter willen weten dan de deskun
digen. Bovendien zegt de heer Fockema Andreae, dat anders
het onderwijs in de Natuurkunde met 1 October niet zal
kunnen worden gegeven. Dat zou geen blijk geven van zorg
voor dat studievak. Het is wel een bijvak, maar toch een
bijvak van beteekenis, en in de oogen van de leerlingen
verheffen wij dat vak niet, wanneer wij er zelf zoo weinig
beteekenis aan hechten. Dat is ook een argument, dat wel
mag gelden.
De beraadslaging wordt gesloten.
De motie van den heer Zwiers wordt in stemming gebracht
en met 14 tegen 13 stemmen verworpen.
Tegen stemmen de heerenBosch, Bots, van der Lip, Fockema
Andreae, de Goeje, Reimeringer, Aalberse, Juta, Eerstens,
Korevaar, Le Poole, Meuleman, van Hamel en Stigter.
Voor stemmen de heerenTimp, van Tol, van der Eist,
Fokker, van Gruting, Roem, De Boer, Witmans, Zwiers, Dries-
sen, Sijtsma, Zaalberg en Pera.
Het voorstel van Burg. en Weth. wordt hierop zonder
hoofdelijke stemming aangenomen.
XII. Voorstel om met ingang van 1 October 1907 den prijs
van het gas voor particulieren te verhoogen tot 5| cent per M3.
(Zie Ing. St. n°. 256).
De Voorzitter. Hierbij komt aan de orde het straks voor
gelezen adres van »Leiden's Belang."
De heer Bosch. M. d. V. Ik zou gaarne een enkele opmer
king willen maken, om even te motiveereri, waarom ik dezen
keer voor de voordracht zal stemmen, terwijl ik er de vorige
maal tegen was.
Den vorigen keer betrof het een voorstel om den gasprijs te
verhoogen in verband met de inkomstenbelasting, en daar was
ik tegenthans is de vraag echter anders gesteld en nu
wordt voorgesteld de gasprijs te verhoogen, omdat de prijs
der grondstoffen gestegen is. En gelet op de klemmende zin
snede, voorkomende aan het einde van het praeadvies van
Burg. en Weth., zou ik thans niet durven tegenstemmen.
De heer Zwiers. M. d. V. De woorden van het heer Bosch
hebben mij eenigszins bevreemd, want mij leek de rede
neering in de ingekomen stukken allesbehalve klemmend. Ik
lees daar in de toelichting onder n°. 256, dat het tekort dit
jaar zal zijn ƒ28000.maar wat stellen Burg. en Weth. nu
voor? Om den prijs te bepalen naar de kosten? Neen, zij
stellen voor, om het nu op een holletje te zetten en in drie
maanden in te halen, wat wij in een jaar zijn tekort gekomen;
door den gasprijs gedurende de laatste drie maanden van het
jaar met een halven cent te verhoogen, zal het tekort over
het geheele jaar gedekt zijn.
Dat lijkt mij nu een beetje vreemde motiveering van de
verhooging. Was men gekomen met een kwart cent, dan had
ik dat kunnen begrijpen, maar het staat hier duidelijk, dat
men met een halven cent verhooging in drie maanden de schade
van een heel jaar inhaalt. Indien ik dat verkeerd lees, zou ik
gaarne door de betrokken Commissie worden voorgelicht. Maar
zooals het hier staat, kan ik met dat voorstel niet medegaan.
De heer Sijtsma. M. d. V. Ik sluit mij geheel aan bij het
geen de heer Zwiers heeft gezegd omtrent het in drie maanden
inhalen van hetgeen men in een geheel jaar is achteruit-
gekomen. Dat doet mij opmerken, dat wanneer men alleen de
meerdere kosten wil dekken, men een mindere verhooging zal
moeten voorstellen. Wanneer de gasprijs niet verhoogd wordt,
zal de Gemeente reeds een behoorlijke winst hebben en nu
vraag ik mij af, of het billijk is, dat er nog meer winst ge
maakt wordt door een belasting, die niet evenredig op alle
ingezetenen drukt. Het zou eerlijker zijn den hoofdelijken omslag,
die op alle ingezetenen drukt, te verhoogen.
Wanneer men als argument aanvoert, dat men tegen vreemde
lingen om ze naar hier te lokken kan zeggen, dat de belasting
in Leiden niet zoo hoog is, dan staat daartegenover een ander
argument en dat is, dat men zeggen kan, dat in Leiden het
gasgebruik zoo goedkoop is voor licht, voor drijfkracht of voor
alle andere doeleinden. Dat pakt, als er iets te pakken is,
niet minder,
Met deze regeling treft men ook de houders van de munt
gasmeters. We weten dat het aantal muntgasmeters elk jaar
stijgt en die menschen betalen al één cent boven den gewonen
prijs, hetgeen zeker ruimschoots opweegt tegen hun besparing
van meterhuur, maar die menschen worden toch ook getroffen,
terwijl men hen terecht vrijstelt van den hoofdelij ken omslag.
Al die dingen nopen mij mijn vroeger standpunt ook nu weer
te handhaven en tegen het voorstel van Burg. en Weth. te
stemmen, tenzij er natuurlijk klemmende argumenten worden
aangevoerd, waardoor ik wel genoodzaakt zou zijn, mij bij
het voorstel neer te leggen. Voorshands ben ik er echter tegen.
De heer Meuleman. Ik moet mij tegen deze voordracht
verklaren op dezelfde gronden als de vorige maal. Ik vind
ook, dat de opdrijving van den gasprijs te veel rust op den
middenstand, en daarom ben ik er tegen. Wat ik had ver
wacht dat is, dat de gasprijs voor hen, die buiten de Gemeente
wonen, zou zijn verhoogd, bijv. tot 7 cents. Telkens wanneer
er vergunning wordt gegeven om gas te leveren aan de
buitengemeenten, wordt dit gedaan onder dit beding, dat men
ten allen tijde den gasprijs zal kunnen verhoogen. Wij staan
dit altijd goedmoedig toe, de menschen nemen die verplichting
altijd goedmoedig op zich, maar van die verhooging komt
toch nooit iets. Men dwingt op die wijze de inwoners van
deze Gemeente als het ware om forens te worden.
De heer Witmans. In de eerste plaats zou ik eene vraag
willen doen. In het praeadvies wordt voorgesteld om den
gasprijs te verhoogen met cent voor leverantie aan parti
culieren. Wat bedoelt men daarmede? Zullen nu ook bijv.
groote inrichtingen die verhooging moeten betalen? Onder
particulieren versta ik individueele personen.
In de tweede plaats doet het mij genoegen, dat de heer
Meuleman er reeds op heeft gewezendat men bij deze ge -
legenheid niet gekomen is met een voorstel, om hen die in
de buitengemeenten wonen en van onzen gasprijs profiteeren,
meer te doen betalen. Ik ben het geheel eens met hem, dat
van die buitenbewoners zeer goed 7 cent voor het gas kan
worden gevorderd.
Wat nu de voordracht zelve betreft ik ben in 1903
voorstander geweest van eene verhooging van den gasprijs
en ik wil al dadelijk, mijne schepen achter mij verbrandend
zeggen dat ik dit nog ben. Het gas is in Leiden goedkoop,
goedkooper dan in eenige andere gemeente, en ik zie dus
i