DINSDAG 3 SEPTEMBER 1907. 169 Zitting van Dinsdag 3 September 1907. Geopend des namiddags te twee uur. Voorzitter: in den aanvang de heer Mr. L. M. J. H. EERSTENS, Wethouder en vanaf punt 2b der agenda de Heer H. C. JUTA, Wethouder, Loco Burgemeester. Te behandelen onderwerpen: 1° Beëediging en installatie van de nieuw benoemde leden van den Gemeenteraad. 2° Benoeming van twee Wethouders, jaar van aftreding 1911. (aftredend: de H.H. H. G. Juta en J. A. van Hamel). 3° Benoeming van de leden der vaste Commissiën uit den Gemeenteraad als a. drie leden van de Commissie van Financiën en uit dezen van den Voorzitter (aftredende leden: de H.H. A. I. Witmans Mz., Voorzitter, A. L. Reimeringer en J. C. Zaalberg Jzn., leden) b. drie leden van de Commissie voor de Huishoudelijke verordeningen en uit dezen van den Voorzitter (aftredende leden: de H.H. Mr. S. J Fockema Andreae, Voorzitter, Mr. J. C. van der Lip, lid, 1 vacature) c. twee leden van de Commissie voor de Strafverordeningen (aftredende leden: de H.H. Mr. S. J. Fockema Andreae en Mr. E. de Vries) d. twee leden van de Commissie van Fabricage (aftredend lid: de Heer S. J. Le Poole, 1 vacature); e. twee leden van de Commissie voor het Openbaar Slacht huis (2 vacatures) f. twee leden van de Commissie voor het Marktwezen (aftredende leden: de H.H. A. 1. Witmans Mzn. en D. van Gruting). g. twee leden van de Commissie voor het Oud-Archief (aftredende leden: de H.H. Mr. S. J. Fockema Andreae en Dr. M. J. de Goeje); h. een lid van de Commissie voor de Stedelijke Gasfabriek (aftredend lid: Mr. P. J. M. Aalberse). (250) i. een lid der Commissie van Beheer over het Krank zinnigengesticht »Endegeest" en het Sanatorium voor zenuwlijders »Rhijngeest" (aftredend lidDr. C. F. Th. J. Meuleman). (227) 4° Benoeming van drie leden van de Commissie voor het Stedelijk Museum »de Lakenhal" (aftredende leden: de Heeren Mr. P. J. M. Aalberse, Mr. J. A. F. Coebergh en J. Korevaar P.Azn). 5° Benoeming van een lid van het Bestuur der Stedelijke Werkinrichting (aftredend lid: de Heer H. C. Juta). 6° Benoeming van een lid en van een plaatsvervangend lid van de Commissie van onderzoek, bedoeld in art. 22 van het Reglement voor de werklieden in dienst van de gemeente Leiden (aftredende leden: de H.H. Mr. A. van der Eist en Mr. J. C. van der Lip). 7° Voorstel tot continuatie van Mej. W. S. Tilanus als onder wijzeres in het huishoud-, kook- en waschonderricht aan de openbare herhalingsschool voor meisjes. (240) 8° Verzoek van Mej. M. K. van Wijk om eervol ontslag als onderwijzeres met verplichte hoofdacte aan de school der 3e klasse No. 3. (245) 9° Voorstel tot continuatie van de huur van het winkelhuis Breestraat No. 94. (251) 10° Voorstel tot kostelooze overname in eigendom en onder houd bij de gemeente van de perceelen Zoeterwoudsche Singel, Sectie M. No. 2772 en de Laat de Kanterstraat, Sectie M. No. 2775. (252) 11° Voorstel om aan de Bouwgrondmaatschappij «Buitenrust" vergunning te verleenen tot het bouwen van een ijzeren brug voor voetgangers over den Trekvliet tegenover de Hugo de Grootstraat. (247) 12° Verzoek van J. P. W. Rijke e.a. om de op de Hooigracht staande boomen door jongere te vervangen of om den anderen te rooien. (239) 13° Verzoek van het Bestuur van het Departement Leiden dei- Maatschappij van Nijverheid, om a. toekenning van een subsidie in de kosten der te houden tentoonstelling van electriciteit in ambacht en woning b. opgave van den prijs tegen welken hem electrische energie en gas kan worden geleverd. (248) 14° Voorstel tot beschikbaarstelling van gelden voor den aanleg van eene electrische installatie ten behoeve van de ver lichting der Stadsgehoorzaal. (238) 15° Verzoek van de Leidsche Tuinders-Patroonsvereeniging: a om de verordening op het veilen zoodanig te wijzigen, dat in het vervolg bloemkoolen op den walkant vóór den aanvang der veiling van andere tuinbouwproducten mogen worden geveild; b. om alsnog over te gaan tot het bouwen van eene berg plaats voor manden en bakkenaan het einde der loods inden daaraan grenzenden tuin der gemeenteschool. (246) 16° Voorstel tot wijziging der verordening van 9 Januari 1902, houdende regeling van de jaarwedden der leeraren aan de Hoogere Burgerschool voor Jongens, te Leiden. (241) 17° Vaststelling van de verordening regelende de heffing van eene belasting onder den naam van Marktgeld, te Leiden. (242) '18° Vaststelling van de verordening regelende de invordering der belasting onder den naam van Marktgeld, te Leiden. (242) '19° Vaststelling van de verordening, houdende wijziging van de verordening van 3 Maart 1904, laatstelijk gewijzigd bij die van 18 Mei 1905 (Gem.bl. n° 17), houdende aanwijzing van de dagen, uren en plaatsen voor het houden van de verschillende markten en van veilingen van groente, ooft en aardappelen (243). 20° Vaststelling van de verordening, houdende wijziging van de verordening van 27 Juli 1905, regelende de heffing van eene belasting onder den naam van Liggeld in de gemeente Leiden. (243) 21° Vaststelling van de verordening, houdende wijziging dei- verordening op de markten, van 26 Mei 1898 (Gem. bl. n°. 10), laatstelijk gewijzigd bij de verordening van 3 Maart 1904 (Gem.bl. n». 3). (244) 22° Voorstel tot wijziging en hernieuwde vaststelling van de verordening, regelende het verleenen van pensioen aan weduwen en kinderen van gemeenteambtenaren. (249) 23° Verdeeling van den Raad in Sectiën. Tegenwoordig zijn 28 leden, als de heeren: Witmans, Zaalberg, van der Eist, de Goeje, Fockema Andreae, Vergouwen, Kerstens, Korevaar, van Hamel, Reimeringer, A. Mulder, Bosch, Sijtsma, Pera, Stigter, van Gruting, Timp, Driessen, de Boer, Zwiers, Roem, Bots, Fokker, Le Poole, Meuleman, Juta, van Tol en van der Lip. Afwezig zijn de heeren: de Vries en Aalberse wegens uit- stedigheid en P. J. Mulder wegens ongesteldheid. De Voorzitter. Ik stel nu in de eerste plaats aan de orde punt 1 van de agenda: I. Beëediging en installatie van de nieuw benoemde leden van den Gemeenteraad. De Voorzitter. De heeren zijn allen in de Leeskamer aan wezig; ik verzoek den heer Secretaris hen te willen binnen leiden. De nieuw benoemde leden worden door den Secretaris binnengeleid. De Voorzitter. M. H. De bij de wet bepaalde termijn, waarbinnen tegen de beslissing van den Raad, waarbij tot uwe toelating werd beslotenbezwaren konden worden inge bracht, is verstreken, zonder dat van eenig verzet tegen die beslissing is geblekenzoodat het lidmaatschap van den Raad na aflegging van de door de wet gevorderde eeden of beloften, door U kan worden aanvaard. De heeren: H. C. Juta, J. A. van Hamel, K. Sijtsma, D. van Gruting, D. Stigter, J. Bosch, A. Mulder, G. P. Timp, C. J. van Tol en W. Pera leggen de bij de wet gevorderde eeden of beloften af. De Voorzitter. M.H. Aangezien gij u allenwaaronder ik ook reken den heer Pera, die vroeger reeds gedurende een twaalftal jaren in ons midden verkeerde in een door de kiezers bij ver nieuwing in uw gesteld vertrouwen moogt verheugen, wensch ik U hiermede van harte geluk. Ik heet U welkom in ons midden en hoop en vertrouw dat gij met dezelfde toewijding als tot nog toe door U werd betoond, uwe eervolle betrek king zult bekleeden, tot welzijn en bloei van de ons allen dierbare gemeente. Hiermede, mijne Heeren, verklaar ik U wettig geïnstalleerd als leden van den Gemeenteraad en verzoek U de voor U bestemde zetels te willen innemen. De notulen van het verhandelde in de vorige vergadering van 14 Augustus worden goedgekeurd. De Voorzitter deelt mede dat zijn ingekomen: 1°. Mededeeling van J. Clay dat hij de benoeming tot leeraar aan het Gymnasium aanneemt. 2°. Mededeeling van Mr. Ph. B. Libourel dat hij de benoeming tot Commissaris der Stads-Bank van Leening aanneemt.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1907 | | pagina 1