142
heer W. Wolda tot onderwijzer in de Fransche taal aan de
Jongensschool 2e klasse en de Meisjesschool 2e klasse:
1°. G. S. VALK, onderwijzer te Leeuwarden;
2°. N. J. SWIERSTRA, hootd der school te Oostendorp;
3°. A. MEEUSE, onderwijzer te Nieuwe-Tonge.
Onder mededeeling, dat de desbetreffende stukken in de
Leeskamer ter inzage liggenverzoeken wij u thans tot eene
benoeming over te gaan.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth van Leiden.
N°. 262. Leiden, 10 September 1907.
Als uitvloeisel van onze voordracht d.d. 21 Juni 11. (Ing.
St. no. 192) en in verband met het door Uwe Vergadering
genomen besluit d.d. 3 September j.l. tot vermindering van
de bijdrage aan het pensioenfonds voor Weduwen en Kinderen
van gemeenteambtenaren, in te gaan met het jaar 1907, heb
ben wij de eer U hiernevens aan te bieden een staat model C,
strekkende tot regeling op de begrooting voor 1907 van de
posten in onze bovenvermelde voordracht genoemd.
Wij geven U in overweging tot vaststelling van dien staat
over te gaan.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 263. Leiden, 10 September 1907.
M. S. van Gelderen beeft den wensch te kennen gegeven
het door hem gehuurde perceel Vrouwenkerksteeg No. 10,
na expiratie van de loopende huur op 31 Januari 1908, weder,
en thans voor vijf jaren, van de gemeente te mogen huren.
Dezerzijds bestaat tegen de inwilliging van dat verzoek geen
bezwaar. De huurprijs mag voldoende worden geacht en de
gemeente heeft krachtens de geldende bepalingen steeds het
recht de huur ook tusschentijds te doen eindigen, wanneer
zij zelve over het verhuurde perceel mocht wenschen te
beschikken.
Mitsdien geven wij U in overweging het perceel Vrouwen
kerksteeg No. 10 met ingang van 1 Februari 1908 voor den
tijd van 5 jaren te verhuren aan M. S. van Gelderen tegen
een huurprijs van f 78.per jaar, en ook overigens onder
de bestaande voorwaarden.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
No. 264. Leiden, 10 September 1907.
Gelijk u wellicht bekend is werd het onderwijs in de
natuurkunde aan het gymnasium tot dusver steeds gegeven
in het voor dat onderwijs bestemde lokaal van de Hoogere
Burgerschool voor Jongens en met de hulpmiddelen van
laatstgenoemde onderwijsinrichting. Ging, gelijk van zelf
spreekt, dat onderwijs in een ander gebouw, dan waar de
leerlingen gewoonlijk onderwijs ontvangen, met moeielijk-
heden gepaard, zoolang dat onderwijs aan beide instellingen
door één en denzelfden leeraar werd gegeven, ging het nog.
Thans echter, zeggen curatoren van het gymnasium in hun
in de Leeskamer liggend schrijven van 3 Juli 1.1., kan dat
niet langer. Immers, sinds aan Dr. Goossens op zijn verzoek
eervol ontslag werd verleend als leeraar aan het gymnasium,
terwijl hij zijn betrekking aan de Hoogere Burgerschool voor
Jongens aanhield, zoodat de combinatie der beide betrekkin
gen in één persoon heeft opgehouden, zijn de reeds bestaande
bezwaren nog aanmerkelijk toegenomen.
Wij willen die bezwaren nog kortelings samenvatten.
Met het gaan der leerlingen naar het gebouw der Hoogere
Burgerschool gingen steeds 10 of meer minuten verloren.
Die wandeling werkte bovendien paedagogisch zeer slecht,
aangezien zij uit den aard der zaak tot allerlei kleine wan
ordelijkheden aanleiding gaf. Twee bezwaren, welke zoolang
het onderwijs in een ander schoolgebouw gegeven wordt,
natuurlijk nimmer zouden zijn weg te nemen. Maar daar zou
den nu nog andere bijkomen. Twee leeraren zouden nu in het
vervolg in een zelfde laboratorium moeten werken. Zij zullen
dezelfde instrumenten moeten gebruiken en voor hetpraepa-
reeren hunner proeven steeds moeten schikken en plooien.
De aansprakelijkheid voor beschadiging of te loor gaan van
instrumenten zal moeielijker te dragen zijn.
Alle redenen, welke curatoren aanleiding gaven om aan te
dringen dat in het gymnasium zelf een leerlokaal voor de
natuurkunde worde ingericht. Voor het aanschaffen van in
strumenten op bescheiden schaal zou, meenen zij, reeds met
een bedrag van 1500.kunnen worden volstaan.
Het gewicht van de door curatoren aangevoerde bezwaren
valt zeker niet te ontkennen. Toch hebben wij ons, ten einde
zoo mogelijk te voorkomen dat al weder een vrij belangrijke
uitgave zou moeten worden gedaan, tot den Directeur der
Hoogere Burgerschool gewend met de vraag of wellicht zoo
danige regeling te treffen ware dat aan de laatstbedoelde
bezwaren voor een groot deel zou worden tegemoet gekomen.
Het antwoord van den Directeur was al even pertinent als
ontkennend. Zulk een regeling was niet te treffen. De bezwaren
waren steeds zeer groot geweest en zouden ongetwijfeld nog
toenemen.
Er blijft dus wel niets anders over dan in het gymnasium
zelf een leerkokaal voor de natuurkunde in te richten. Blijkens
opgave van den Directeur van Gemeentewerken zal met de
inrichting van het lokaal een uitgave van f 700.gemoeid
zijn, welk bedrag gevoegd bij de 1500.door curatoren
voor de aanschaffing van instrumenten noodig geacht, de
totaalkosten zullen doen stijgen tot ƒ2200—Intusschen zullen
deze kosten voor de helft door het Rijk worden gedragen.
De andere f 1100.zullen kunnen worden gevonden uit den
post voor Onvoorziene Uitgaven, waarop thans weder ƒ5144.
beschikbaar zijn.
Mitsdien geven wij u in overweging te besluiten voor de
inrichting van een lokaal voor het onderwijs in de natuur
kunde aan het gymnasium, door vaststelling van nevensgaanden
begrootingsstaateen bedrag van f 2200.beschikbaar te
stellen.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.