136 thetischen aard als met het oog op de belangen der omwo nenden. De Directeur der Gemeentewerken stelde daarom voor de bergplaats te bouwen tusschen het kantoortje en de cantine van den heer Speel. Daar kan een loods gebouwd worden, groot 14 M2, toegankelijk zoowel uit het kantoortje als van de straat. Zoowel de commissie voor het marktwezen als de Voorzitter der vereeniging achten deze plaats zeer geschikt. Wel zal dan het daar staande urinoir naar de andere zijde dei- loods moeten verplaatst wordenmaar bij de commissie van fabricage bestaat daartegen geen bezwaar. De kosten van een en ander worden geraamd op 225. en zullen vermoedelijk uit den loopenden dienst kunnen worden bestreden. Aangezien ook ons deze oplossing de meest gewenschte voorkomt, geven wij U mitsdien in overweging: 1°. bij vaststelling der door ons ingediende verordeningen betredende het marktwezen, aan adressante te berichten, dat aan hun verzoek omtrent de veilingen zal kunnen worden voldaan, zoodra die verordeningen zullen zijn in werking getreden; 2°. te besluiten tot den bouw van een bergplaats voor manden op het terrein tusschen de veilingloods en de cantine. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Aan den Raad der Gemeente Leiden. Edel Achtbare Heeren Geven met verschuldigderi eerbied te kennen: De ondergeteekenden4 G. Doeve te Leiden en 2 B. Holï te Oegstgeest. in hunne hoedanigheid respectievelijk als Voorzitter en Secretaris van »de Leidsche Tuinders-Patroons Vereeniging voor Leiden en naburige Gemeenten" gevestigd te Leiden, goedgekeurd bij Koninklijk besluit van 19 December 1902, Staatscourant no. 11 van 14 Jan. 1903, en als zoodanig die Vereeniging ten deze vertegenwoordigende; le dat het adressanten gebleken is dat het veilen van bloemkoolen terwijl deze zich in de schuiten bevinden, be lemmerend werkt voor de kooplieden, aangezien deze alsdan geen voldoende overzicht hebben van de grootte en kwaliteit van deze geveild wordende producten. dat adressanten overtuigd zijn dat dit bezwaar het beste zou kunnen worden weggenomen, door de bloemkoolen uit de schuiten van die tuinders, welke zulks wenschen, op hoopen op den walkant te leggen, en deze alsdan vóór den aanvang der veiling van de andere tuinbouwproducten te veilen. t dat deze maatregel zoowel koopman als tuinder ten goede zou komen, doch de thans bestaande verordening op het veilen, zulks niet toelaat. dat adressanten gaarne zouden wenschen dat bedoelde ver ordening zoodanig door Uwen Raad gewijzigd werd, dat bloemkoolen in het vervolg op bovenomschreven wijze, door genoemde Vereeniging, mogen worden geveild. 2e dat het ontbreken van eene bergplaats voor manden en bakken aan de veilingloods, een groot ongerief kan genoemd worden, aangezien de manden thans bewaard moeten worden in het kantoor, waardoor, vooral in den zomer met de aard beien-veilingen, bijna voldoende plaats ontbreekt, om de werk zaamheden aldaar, behoorlijk te verrichten dat adressanten er de aandacht op vestigen dat er nergens in ons land een veilingslokaal is, of er is eene flinke bewaar plaats voor manden aan verbondendat alsnog aan dit bezwaar zou kunnen worden tegemoet gekomen, door het bouwen van eene bergplaats voor manden en bakken, aan het einde der loods, in den daaraan grenzenden tuin der Gemeenteschool, met eene uitgang aan den waterkant en eene in-en uitgang in het kantoor, en uitsluitend toegankelijk voor hen die daartoe door genoemde Vereeniging worden aangewezen; dat hierdoor in een bepaald bestaande behoefte, zou zijn voorzien. Redenen waarom adressanten in hunne gemelde hoedanig heid, zich bij deze tot Uwen Raad wenden met het eerbiedig verzoek dat het Uwen Raad moge behagen, te besluiten: le de verordening op het veilen zoodanig te wijzigen dat in het vervolg bloemkoolen op den walkant vóór den aanvang der veiling van andere tuinbouwproducten, mogen worden geveild i 2e alsnog over te gaan tot het bouwen van eene bergplaats voor manden en bakken, aan het einde der loods in den daaraan grenzenden tuin der Gemeenteschool, met eene uit gang aan den waterkant en eene in- en uitgang in het kantoor. 't Welk doende enz. G. Doeve, Voorzitter B. Hoff, Secretaris van genoemde Leidsche Tuinders Patroons Verg. Leiden, 26en April 1900zeven. N°. 247. Leiden 23 Augustus 1907. Bij uw besluit van 18 October 1906 werd aan H. Wiencke tot wederopzeggens vergunning verleend om een ijzeren brug voor voetgangers te bouwen en te hebben over de Trekvliet tegenover de Hugo de Grootstraat, onder de voorwaarden opgenomen onder rio. 241 der lngek. Stukken van verleden jaar. Door den heer Wiencke werd echter nimmer van die ver gunning gebruik gemaakt en aangezien de termijn, 1 Mei 1907, daarbij gesteld sedert verstreken is, is ook de vergun ning zelve vervallen. Thans evenwel werd ons door het Bestuur der Bouwgrond maatschappij «Buitenrust" verzocht te willen bevorderen dat diezelfde vergunning alsnog aan die maatschappij zou worden verleend met vervanging van den termijn van 1 Mei 1907 door 31 December 1907. Aangezien in de bouwgrondmaatscbappij Buitenrust" ook zijn ingebracht een gedeelte van de gronden van de voor malige buitenplaats «Buitenrust", vroeger toebehoorende aan den heer Wiencke, kan, naar wij meenen, tegen de inwilli ging van dit verzoek geen bezwaar bestaan. Mitsdien geven wij u in overweging aan de Bouwgrond- Maatschappij «Buitenrust", behoudens rechten van derden, tot wederopzeggens vergunning te verleenen om overeenkomstig de destijds door H. Wiencke ingediende teekeningen, een ijzeren brug voor voetgangers te bouwen en te hebben over de Trekvliet tegenover de Hugo de Grootstraat, onder de voorwaarden, vermeld in n°. 241 der lngek. Stukken van 1906, behoudens dat daarin sub 9o zal worden gelezen 31 December in plaats van 1 Mei. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 248. Leiden 23 Augustus 1907. Naar aanleiding van nevensgaand verzoek van het Bestuur van het Departement Leiden van de Maatschappij van Nijverheid hebben wij de eer u mede te deelen, dat aangezien de door adres sant georganiseerde tentoonstelling van electriciteit in ambacht en woning de str ekking heeft om het nut. dat van het gebruik van electrische energie kan worden getrokken, zoo algemeen mogelijk bekend te maken en door die tentoonstelling dus zeer zeker ook het belang der gemeente zal worden gediend, wij geenerlei bezwaar hebben om aan adressant de gevraagde sub sidie te verleenen, mits dit geschiede op denzelfden voet als destijds ook aan de vereeniging Rembrandt Harmensz. vanRhijn financieele steun werd verleend. M. a. w. wij zouden die subsidie niet eens voor al op een bedrag van f 1500.willen bepalen maar haar tot een maximum van f 1500.willen beperken, in dien zin dus, dat in geval het deficit, dat zou worden geleden indien geen subsidie weid verleend, minder dan f 1500.— zal bedragen, de subsidie ook slechts tot zoo danig lager bedrag zal worden verleend als noodig is om dat deficit te dekken. Wij geven u mitsdien in overweging in dien zin te besluiten. Op de in de tweede plaats gedane vraag tegen welken minimum prijs electrische energie en gas aan het bestuur zou kunnen worden geleverd stellen wij u overeenkomstig het advies van commissarissen der stedelijke gasfabriek voor voor den geleverden electrischen stroom niet meer in rekening te brengen dan de kosten van brandstof en olie, maar ten aan zien van het verbruikte gas geen reductie op den prijs toe te staan, aangezien uit den aard der zaak gedurende de tentoonstelling ook de verlichting van het gebouw door middel van electriciteit zal geschieden en dus de kosten van het verbruikte gas niet belangrijk zullen kunnen zijn. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth van Leiden. Aan den Raad der Gemeente Leiden. Geeft met verschuldigden eerbied te kennen het Bestuur van de Maatschappij van Nijverheid Departement Leiden dat het bij de nadere uitwerking van de plannen voor de tentoonstelling van Electriciteit in Ambacht en Woning in de tweede helft van October alhier te houdentot de over tuiging gekomen is dat, wil men door het verschaffen van gepaste attracties een voortdurenden stroom van bezoekers naar de tentoonstelling leiden, de voor deze tentoonstelling beschikbare gelden niet voldoende zullen zijn, zoodat er nog een ongedekt nadeelig saldo van f 1500.dreigt open te blijven; dat het bestuur voornoemd meent dat het ook in het belang der gemeente Leiden zal zijn een zoo groot mogelijk getal bezoekers naar deze tentoonstelling te trekken dat verder het noodig is gebleken aan de exposanten gratis stroomlevering te verzekeren terwijl ook de verlichting en verwarming met gas niet gemist kan worden;

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1907 | | pagina 6