102
onderdeelen van dezen post, met eene verhooging van 104.
kan worden volstaan.
Wij geven Uwe Vergadering daarom in overweging te
besluiten tot verliooging van volgri. 79 der begrooting voor
1900 met 104.— en tot vaststelling van de hierbij over
gelegd suppletoire begrooting, waarop, tegenover deze hoogere
uitgaaf, de post «Ontvangsten ter zake van de Duinwater
leiding," met gelijk bedrag wordt verhoogd, even als zulks
geschiedde ten behoeve van de begrootingswijziging, opgenomen
onder n°. 159 der lngekom. Stukken van dit jaar.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 189. Leiden, 21 Juni 1907.
Wij hebben de eer u mede te deelen dat bij ons tegen de
inwilliging van het verzoek van Dr. W. de Jong om con
tinuatie in de betrekking van Stadsgeneesheer, geen bezwaar
bestaat, zoodat wij Uwe Vergadering in overweging geven
Dr. W. de Jong wederom voor den tijd van drie jaren in
zijne betrekking te bestendigen.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Leiden, 30 Mei 1907.
Oridergeteekende Stads genees- en heelkundige, geeft met
verschuldigde eerbied te kennen, dat hij in deze betrekking
gaarne wenscht gecontinueerd te worden.
Dr. W. de Jong.
Aan den WelEdAchtb. Heeren Burgemeester
en Wethouders der gemeente Leiden.
N°. 190. Leiden, 21 Juni 1907.
Ingevolge de voorstellen van de Commissie van Toezicht op
het Middelbaar Onderwijs en onder overlegging van het ter
zake uitgebracht advies van den Inspecteur van het Middel
baar Onderwijs, geven wij U in overweging om de dames
J. M. Oort en G. C. Kooyker en den Heer H. H. Breuning
weder voor den tijd van een jaar, alzoo tot 1 September 1908,
te bestendigen, resp. als leerares in het Hoogduitsch aan de
Hoogere Burgerschool voor Meisjes en als leeraar in het Hoog
duitsch aan de Hoogere Burgerschool voor Jongens.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
's Gravenhage, 19 Juni 1907.
In antwoord op nevensvermeld schrijven heb ik de eer Uw
College te berichten dat er mijnerzijds geen bezwaar tegen
bestaat, dat de tijdelijke aanstelling van Mej. J. M. Oort en
Mej. G. C. Kooyker, beiden leerares in het hoogduitsch aan de
H. B. S. voor meisjes en den heer H. H. Breuning, leeraar in
het hoogduitsch aan de H.B. S. voor jongens in Uwe gemeente,
weder voor den tijd van éen jaar, alzoo tot 1 September 1908,
worden verlengd.
Mitsdien veroorloof ik mij Uw College in overweging te
geven te bevorderen, dat overeenkomstig de voorstellen van
de Commissie van Toezicht op het Middelbaar Onderwijs in
Uwe gemeente, worde gehandeld.
De Inspecteur van het Middelbaar Onderwijs,
J. Campert.
Aan Heeren Burgemeester en Wethouders van Leiden.
Leiden, 7 Juni 1907.
Daar het onderwijs in het Hoogduitsch aan de Hoogere
Burgerschool voor Meisjes nog in een overgangstoestand ver
keert, hebben wij de eer U in overweging te geven aan den
Raad voor te stellen de aanstelling van
Mejuffrouw J. M. OORT en
Mejulïrouw G. C. KOOJJKER,
beiden leerares in het Hoogduitsch aan de Hoogere Burger
school voor Meisjes alhier, welke 1 September a.s. eindigt, te
verlengen tot het einde van den nieuwen cursus, alzoo tot
1 September 1008.
De Commissie van Toezicht op het Middelbaar onderwijs
B. J. H. Haitink, Voorz.
H. M. A. Coebergii, Secr.
Aan Heeren Burgemeester en Wethouders der Gemeente Leiden,
Leiden, 7 Juni 1907.
Wij hebben de eer U in overweging te geven wederom de
tijdelijke benoeming van den Heer H. H. Breuning. als leeraar
in het Hoogduitsch aan de Hoogere Burgerschool voor Jongens
alhier voor den lijd van één jaar, alzoo tot 1 September
1908, op de gewone voorwaarden te continueeren.
De Commissie van Toezicht op het
Middelbaar Onderwijs,
B. J. H. Haitink, Voorzitter.
II. M. A. Coebergii, Secretaris.
Aan Heeren Burgemeester en Wethouders
der Gemeente Leiden.
No. 191. Leiden, 21 Juni 1907.
Zooals U bekend is werd de huurder van de bovenwoning
van het perceel Nieuwsteeg no. 10a met ingang van 1 Augus
tus a. s. van de huur ontslagen. Thans heelt zich het Bestuur
van het «Tehuis voor Vrouwen" tot Uwe Vergadering gewend
met het verzoek de bovenwoning tegen denzellden huui prijs te
mogen huren.
Aangezien daartegen noch bij de Commissie van Fabricage,
noch bij ons college bezwaar bestaat, geven wij IJ in over
weging de bovenwoning van het perceel Nieuwsteeg no. 10a,
met ingang van 1 Augustus a. s. voor den tijd van een jaar
te verhuren aan het Bestuur van het «Tehuis voor Vrouwen"
alhier, tegen een huurprijs van 175.per jaar en overigens
onder de gewone voorwaarden.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 192. Leiden, 21 Juni 1907.
Wij hebben de eer U hierbij ter vaststelling aan te bieden
het kohier der plaatselijke directe belasting voor 1907, waar
van de proefdrukken aan de Raadsleden zijn toegezonden.
Bij onveranderde vaststelling zal het belastbaar inkomen
bedragen f 7510174.
Vermits in de begrooting als zuivere opbrengst dezer be
lasting uit het primitief kohier is gerekend op een bedrag
van f 309801.welk bedrag bij raadsbesluit van 6 Juni 1907
met f 948.werd verhoogd ten behoeve van de verhooging
der jaarwedden van de brugwachters, zou met het oog op
5 verlies voor kwade posten de heffing moeten bedragen
f 327104.—
lntusschen zijn op de begrooting voor 1907 nog geene gelden
aangewezen ter bestrijding van de hoogere uitgaven voor de jaar
wedden van het politiepersoneel, als gevolg van de regeling bij
raadsbesluit van den 10en Januari 1907 vastgesteld, en ten
behoeve van de uitkeering aan het Heilige Geest- of Arme
Wees- en Kinderhuis, ingevolge raadsbesluit van 7 Februari
1907, respectievelijk geraamd op ƒ2400.en ƒ1900..Boven
dien is de post voor Onvoorziene Uitgaven voor 1907 nagenoeg
uitgeput; na de laatste afschrijving (Ing. St. no. 146) bleef
nog slechts een bedrag van ƒ144.beschikbaar. Eene ver
hooging met ƒ5000.achten wij dkarom noodig.
Een en ander zou het uit hoofdelijken omslag te vinden
bedrag verhoogen tot 336404.—.
Daartegenover echter wijst zooals Uwe Vergadering weldra
blijken zal de ingekomen wetenschappelijke balans van het
Pensioenfonds voor Weduwen en Kinderen van Gemeente
ambtenaren een zoo gunstig resultaat aandat o. a. de ge
meentelijke bijdrage aan het fonds ad 14000, te beginnen
met 1907 met 8900.kan worden verminderd. Dientenge
volge kan het uit hoofdelijken omslag te heffen bedrag even
eens met 8900verminderd worden. Bovendien kan er
geen bezwaar bestaan om ten behoeve van het dienstjaar 1907
gebruik te maken van de toevallige hoogere winst ten bedrage
van 9000.uit de exploitatie der Leidsche Duinwater-
Maatschappij over 1906 genoten. Daartoe zal een gedeelte van
het batig slot van dit dienstjaar, ten bedrage van 9000.
op de begrooting voor 1907 kunnen worden overgebracht.
Het bedrag dat uit hoofdelijken omslag zal moeten worden
verkregen, zal daardoor tot 318504.kunnen worden ver
minderd, overeenkomende met 4.25 van het belastbaar
inkomen.
Wij geven U alzoo in overweging tot de vaststelling van
het kohier te besluiten en daarbij het heffingspercentage te be
palen op 4.25, waardoor een opbrengst zal worden verkregen van
319182.—.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.