82 aldaar zoolang te verblijven, als het belang van de fabrieken dit vordert. Erj ziekte of afwezigheid doet hij zich door den adjunct- Directeur vervangen. In geval van ziekte geeft hij zoo spoedig mogelijk kennis aan den Voorzitter van Commissarissen der Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit. Art. 3. In de werkwijzen der fabrieken zal geen verandering plaats hebben dan met toestemming van Commissarissen. Art. 4. Aankoop van grondstoffen en verkoop van het geprodu ceerde heeft plaats, voor zooverre de verordeningen daarin niet voorzien, op de wijze en tot den prijs, door Commissaris sen te bepalen. Art. 5. Aan den Directeur is de zorg voor de openbare verlichting opgedragen. Art. 6. De Directeur draagt zorg: voor het naleven der voorschriften, opgenomen in de Rijks wetten voor het behoorlijk nakomen der verordeningen, van de instructies der ambtenaren en van de bijzondere voorschriften voor de werklieden. Afwijkingen van de verordeningen, de instructies of de bijzondere voorschriften, worden door hem onmiddellijk ter kennis van Commissarissen gebracht. Art. 7. Hij doet aan Commissarissen voorstellen tot aanstelling, ontslag en schorsing van beambten, tot regeling van hunne salarissen en tot uitbreiding van het ambtenaarspersoneel Art. 8. Indien de Directeur oprichting van gebouwen, aanschaffing van nieuwe toestellen, met al wat daartoe behoort, of belang rijke herstellingen noodig acht, zoo onderwerpt hij de uitge werkte plannen met raming der kosten aan het oordeel van Commissarissen. Indien hij het noodig oordeelt daarvoor de voorlichting van anderen in te roepen, doet hij daartoe een voorstel met toelichting aan Commissarissen. Hem is de leiding van den bouw opgedragen. Art. 9. De Directeur draagt, in verband met de verordening, hou dende reglement op het beheer en bestuur der Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit, zorg voor de tijdige inzending aan Commissarissen a. van de begrooting van de ontvangsten en uitgaven voor het volgende dienstjaar; b. van de rekening en verantwoording van het gehouden beheer voor elke fabriek over het dienstjaar, eindigende op 31 December; c. van het verslag van den toestand van elke fabriek en van hare exploitatie over het afgeloopen jaar. Art. 10. Indien bij de uitvoering van herstellingen of van nieuwe werken blijkt, dat de geraamde bedragen niet toereikend zijn, of indien in den loop van het dienstjaar blijkt, dat de voor dat jaar geraamde overschotten niet zullen worden verkregen, is hij verplicht, daarvan zoo spoedig mogelijk kennis te geven aan Commissarissen. Art. 11. Alle stukkenwelke op het geldelijk beheer betrekking hebben, zullen door hem geviseerd en aan den Hoofd boekhouder ter hand gesteld moeten worden. Voor het geldelijk beheer is de Directeur verder niet verantwoordelijk behoudens de verplichtingen, hem in de volgende artikelen opgelegd. Hij verschaft den Hoofd-boekhouder de gegevens voor het voeren eener afzonderlijke boekhouding voor de gasfabriek en de electriciteitsfabriekdaarbij rekening houdende met de voorschriftenwelke door Commissarissen voor de boek houding zijn gegeven. Art. 12. Op den 31 sten December van ieder jaar zal hij met den Hoofd-boekhouder een inventaris opmaken van de aanwezige grondstoffen, hoofd- en bijproduktenbenevens magazijnvoor- raden; deze zal tot grondslag strekken bij het opmaken van de balans en door hem voor deugdelijk worden erkend en geteekend. Art. 13. De werkzaamheden van de beambten van den administra tieven dienst worden door hem geregeld in overleg met den Hoofd-boekhouder, onder goedkeuring van Commissarissen. Art. 14. De Directeur zal de kas van den Hoofd-boekhouder minstens eenmaal per maand opnemen, het kasboek vergelijken met de aanwezige middelen en bij accoordbevinding dit afteekenen. Hij deelt de uitkomst en den stand der kas, beschouwd in velband met de loopende uitgaven, aan den Voorzitter mede. Art. 15. Hij mag geen betrekking aanvaarden of werkzaamheid op zich nemen, waaraan bezoldiging of geldelijk voordeel ver bonden iszonder machtiging van Commissarissen, noch eenige andere welke naar het oordeel van Commissarissen aan de waarneming van zijn ambt in den weg staat. Hij neemt noch rechtstreeks, noch zijdelings deel aan werken en leveranties voor de gemeente. Art. 16. Hij overnacht niet buiten de gemeente zonder toestemming van den Commissaris-Voorzitter; voor afwezigheid van meer dan drie dagen is vergunning van Commissarissen noodig. Art. 17. Hij is verplicht de hem door Commissarissen aangewezen dienstwoning te bewonenof bij gebreke van deze binnen zoodanigen afstand van de fabrieken te wonenals door Commissarissen wordt goedgekeurd. VERORDENING houdende Instructie voor den Hoofd-boek houder der Stedelijke Fabrieken van Gas en Electri citeit te Leiden. Art. 1. De Hoofd boekhouder is belast, onder toezicht van Commis sarissen der Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit, met het beheer der geldmiddelen en de boekhouding. De boekhouding wordt voor het gas- en het electriciteits- bedrijf afzonderlijk gevoerd en is verder ingericht naar de voorschriften van Commissarissen. Art. 2. Alle stukken, welke op het geldelijk beheer betrekking hebben, zal hij. geviseerd door den Directeur der Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit, van dezen ontvangen. Voor het verder geldelijk beheer is hij verantwoordelijk. De stukken zullen hem in zoodanigen vorm ter hand gesteld worden, dat het voeren eener afzonderlijke boekhouding voor de gasfabriek en de electriciteitsfabriek mogelijk is. Art. 3. Hij zal nimmer meer geld of geldswaarden onder zich mogen houdendan in verband met de loopende uitgaven noodig is, ter beoordeeling van den Directeur. Het meerdere wordt door hem in ronde sommen bij den gemeente-ontvanger tegen quitantie overgebracht. Art. 4. Hij stelt een borgtocht in effecten, ten genoegen en ter beoordeeling van Burgemeester en Wethouders, te zamen eene beurswaarde van ƒ5000,bedragende. De coupons zullen hem op de vervaldagen worden uitge reikt, terwijl bij daling van de beurswaarde de effecten, op de eerste aanmaning, tot genoemde waarde van ƒ5000, moeten worden aangevuld. Art. 5. De bedragen van het verschuldigde voor geleverd gas. ge leverde electriciteit, meterhuur, enz. worden door hem inge vorderd overeenkomstig de voorschriften van de verordeningen op het gebruik van gas en de levering van electriciteit volgens door den Directeur geviseerde staten. Art. 6. Op den 31sten December van ieder jaar zal hij met den Directeur een inventaris opmaken van de aanwezige grond-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1907 | | pagina 4