65
Redenen waarom requestrant zich wendt tot UE.A. met
beleefd verzoek te bewerkstelligen dat ook de paardenslagers
in de gelegenheid worden gesteld, boekjes van 100 bonnen
voor vijftien gulden te koopen.
Leidenden 20 Maart 1907.
hetwelk doende enz.
J. Riethoven.
No. 106. Leiden, 24 April 1907.
Tegen de inwilliging van nevensgaand verzoek van den
Raad van Administratie der Hollandsche IJzeren Spoorweg
maatschappij bestaat bij ons geenerlei bezwaar.
Wij geven Uwe Vergadering derhalve in overweging aan
adressant vergunning te verleenen tot het bouwen, overeen
komstig de overlegde teekening, van een houten gebouw,
afgedekt met ruberoid, en bestemd tot het daarin verrichten
van onderhouds- (herstellings werkzaamheden, op het Stations
emplacement alhier, kadastraal bekend onder Sectie L N°. 658
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Amsterdam, 10 April 1907.
Aan Heeren Burgemeester en Wethouders
der gemeente Leiden,
geeft te kennen de Raad van Administratie der Hollandsche
IJzeren Spoorweg-Maatschappij
dat hij wenscht over te gaan, tot den bouw van eene houten
loods, afgedekt met het brandvrije materiaal ruberoidop het
stationsemplacement Leidenter plaatse als nader in rood is
aangegeven op de in 2voud bijgevoegde situatieteekening
en volgens het ontwerp, voorgesteld op de eveneens in 2 voud
bijgevoegde constructieteekening, welke loods hij wenscht te
bestemmen voor het doen verrichten van onderhouds- (her
stellings-) werkzaamheden;
reden waarom hij de eer heeft Uw College te verzoeken
eene voordracht tot het verkrijgen der vergunning bedoeld in
art. 18 der Verordening op het bouwen en sloopen bij den Ge
meenteraad aanhangig te willen maken en hem de vergunning
krachtens art. 5 der Woningwet wel te willen verleenen
't welk doende
de Raad van Administratie, voornoemd
Het gedelegeerd Lid,
Van Hasselt.
N°. 107. Leiden, 26 April 1907.
Tegen inwilliging van het hierbij overgelegd verzoek van
den heer C. Vrolijk om ontslag uit zijne betrekking van onder
wijzer aan de openbare school aan de Heerenstraat alhier,
bestaat bij ons geen bezwaar.
Onder overlegging van het daaromtrent uitgebracht advies
van het Hoofd der school, geven wij Uwe Vergadering mits
dien in overweging aan den heer C. Vrolijk, op zijn verzoek,
met ingang van 1 Juni 1907, eervol ontslag uit zijne betrekking
te verleenen.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Aan Burgemeester en Wethouders van Leiden.
Weledel Achtbare Heeren,
Met terugzending van bijgaand verzoekschrift heb ik de eer
UEA. mede te deelen, dat de onderwijzer C. Vrolijk, gedurende
den korten tijd, dien hij aan mijne school werkzaam was,
uitstekend aan zijne plichten voldaan heeft, zoodat ik hem
noode zie heengaan en er mijnerzijds tegen een eervol ontslag
bv. op 1 Juni of zooveel eerder, als in de vacature tijdelijk
kan worden voorzien, geen bezwaar bestaat.
Met de meeste hoogachting ben ik
UEA. d. v. dienaar
Th. De Van,
hoofd der school a/d Heerenstraat.
Leiden, 24 April 1907.
Leiden, 22 April 1907.
Aan den Raad der Gemeente Leiden.
Geelt met verschuldigden eerbied te kennende onderge-
teekende, C. Vrolijk, onderwijzer aan de Openbare lagere
school in de Heerenstraat, dat hij wegens zijne benoeming
tot onderwijzer te 's Gravenhage, beleefd zoo spoedig mogelijk
ontslag verzoekt als onderwijzer aan genoemde school.
Hetwelk doende enz.
Uw Edelachtb. dienstvaardige dienaar
Cornelis Vrolijk.
No. 108. Leiden, 26 April 1907.
Ter vervulling van de vacatures van onderwijzer aan de
openbare Jongensschool 2° klasse, welke zullen ontstaan door
het met ingang van 1 Juli a. s. verleend eervol ontslag aan
de heeren IJ. H. Bolland en M. J. H. van der Koog, hebben
wij de eer U de volgende voordrachten aan te bieden:
Vacature-Bolland
1°. J. HUGE, onderwijzer aan de Jongensschool 2e klasse,
speciaal belast met het onderwijs in de Fransche taal;
2°. G. BEUN, onderwijzer aan de openbare school der 3°
klasse n°. 4;
3°. W. WOL DA, onderwijzer met verplichte hoofdacte aan
de openbare school der 4e klasse n°. 2.
Vacature-van der Koog
1°. G. BEUN, onderwijzer aan de openbare school der 3e
klasse n°. 4;
2°. W. WOLDA, onderwijzer met verplichte hoofdacte aan de
openbare school der 4e klasse n°. 2;
3°. J. HEEMSTRA, benoemd onderwijzer met verplichte hoofd
acte aan de openbare school der 4® klasse n°. 2.
Onder mededeeling dat deze voordrachten zijn opgemaakt
in overleg met den Arrondissements-Schoolopziener, na in
gewonnen bericht van het Hoofd der school, en dat de des
betreffende stukken in de Leeskamer ter inzage liggen, geven
wij U in overweging alsnu tot de benoemingen over te gaan.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. vad Leiden.
N° 109. Leiden, 26 April 1907.
Onder overlegging van het bericht van het Hoofd der school
en van het advies van den Arrondissements-Schoolopziener,
hebben wij de eer Uwe Vergadering de volgende voordracht
aan te bieden voor de benoeming van een onderwijzer met
verplichte hoofdakte aan de openbare school der 4e klasse
No. 1, ter voorziening in de vacature welke zal ontstaan door
de overplaatsing van den heer J. van Noord naar de nieuwe
school der 3e klasse aan den Zuidsingel:
1°. F. REINDERSMA, onderwijzer te Haarlemmermeer;
2°. F. G. LEMMERS, onderwijzer te Vlissingen;
3°. Th. J. WILLEMS, onderwijzer te Bergen op Zoom.
Wij verzoeken U thans tot eene benoeming over te gaan.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 110. Leiden, 26 April 1907.
Wij hebben de eer U mede te deelen, dat bij ons college
geene bedenkingen bestaan tegen de inwilliging van het hierbij
overgelegd verzoek van R. van Abshoven.
Wij geven U daarom in overweging aan R. van Abshoven
vergunning te verleenen tot het bouwen, overeenkomstig de
overgelegde teekening, van een houten loods, op steenen voet,
bestemd tot het bergen van meel en andere grondstoffen,
op liet perceel Maredijk No. 48, kadastraal bekend gemeente
Leiden, Sectie L, No. 946.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Leiden 22 April 1907.
Aan de Edelachtbare Heeren
leden der gemeenteraad van Leiden.
Ondergeteekende Jacobus Gerrit Hendrik Eggink timmerman
te Leiden geeft met verschuldigde eerbied te kennen, dat hij,
namens den Heer R. van Abshoven te Alphen aan de Rijn
beleefd verzoekt om volgens bijgaande teekening een houten
loods op steenen voet te mogen bouwen, op een perceelteel-
of bouwgrond, gelegen achter het perceel Maredijk 48 waarin
een bakkerij van genoemde Heer van Abshoven is gevestigd.
Deze loods moet dienen tot het bergen van meel en andere
grondstoffen welke in de bakkerij verbruikt worden.
Dit perceel tuingrond is Kadastraal bekend Sect. L. 946.
Hopende namens mijn principaal eene gunstige beschik
king van UEdelen te mogen ontvangen zoo teeken ik mij
met de meeste hoogachtig
Uw Dw Dr J. G. H. Eggink
timmerman Maredijk 41 Leiden