62
Wij geven Uwe Vergadeiing alsnu in overweging tot de
bovengemelde verhoogingen te besluiten, door vaststelling van
den hierbij overgelegden begrootingsstaat model C.
Tevens bieden wij U hierbij ter vaststelling aan, een staat
model A ter voldoening uit den post voor Onvoorziene Uit
gaven voor 1906, van het bedrag van f 10,62, waarmee deze
post blijkens het bovenstaande wordt verhoogd.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
No. 92. Leiden, 15 April 1907.
Tegen den in hare handen gestelden staat van af- en over
schrijving op de begrooting der Stadsbank van Leening, dienst
1906, heeft de Commissie van Financiën geen bezwaar.
Zij adviseert U tot goedkeuring van dien staat over te gaan.
Aan den Gemeenteraad. De Comm van Financiën.
No. 93. Leiden, 15 April 1907.
Bij de Commissie van Financiën bestaan geene bedenkingen
tegen de in hare handen gestelde rekening der Gezondheids
commissie over het dienstjaar '1906, weshalve zij u voorstelt
die rekening goed te keuren:
in ontvangst adf 900,
in uitgaaf ad900,
sluitende quitte.
Aan den Gemeenteraad. De Comm. van Financiën.
No. 94. Leiden, 15 April 1907.
De Commissie van Financiën heeft de eer U mede te deelen,
dat zij tegen den in hare handen gestelden staat van af- en
overschrijving op de begrooting van het Gereformeerde Minne-
of arme oude Mannen- en Vrouwenhuis en de rekening dier
Instelling, beide het dienstjaar 1906 betreffende, geene beden
kingen heeft.
Zij stelt U mitsdien voor dien staat en die rekening goed
te keuren, wat de rekening betreft:
in ontvangst opf 10920,49
in uitgaaf op10403,08®
sluitende met een batig saldo van. f 517,40®
Aan den Gemeenteraad. De Comm. van Financiën.
No. 95. Leiden, '16 April 1907.
Wij hebben de eer Uwe Vergadering in overweging te geven
gunstig te beschikken op bijgaand verzoek van Mej. H. Blan
kenberg om ontslag uit hare betrekking van onderwijzeres
aan de openbare school der 3e klasse No. 5 alhier en haar dat
ontslag eervol te verleenen met ingang van 1 Juni 1907.
Het door het Hoofd der school hieromtrent uitgebracht
advies wordt hierbij overgelegd.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Leiden, den 12den April 1907.
Edelachtbare Ileeren,
Bij dezen heb ik de eer, U te berichten, dat er bij mij
geen bezwaar bestaat tegen inwilliging van het verzoek van
Mej. H. Blankenberg om eervol ontslag uit hare betrekking
van onderwijzeres aan de L. School der 3de klasse, no. 5,
met ingang van den lsten Juni 1907.
Met verschuldigden eerbied,
Het Hoofd der O. L. School der 3de kl. no. 5
W. Koops Azn.
Aan Ileeren Burgemeester en Wethouders der Gemeente Leiden.
Leiden, 8 April 1907.
Edelachtbare Heeren!
Ondergeteekende, onderwijzeres aan de Openbare Lagere
School der 3de klasse no. 5 alhier, neemt de vrijheid zich
tot U te wenden met het beleefd verzoek, haar wegens eene
benoeming te Arnhem, met ingang van 1 Juni a. s. eervol
ontslag te verleenen uit hare betrekking van onderwijzeres
aan genoemde school.
Uwe dienstw. dienaresse,
Mej. H. Blankenberg.
Aan den Raad der gemeente Leiden.
No. 96. Leiden16 April 1907.
Wij hebben de eer Uwe Vergadering de volgende voor
drachten aan te bieden voor de benoeming van twee onder
wijzeressen aan de openbare lagere school der 4e klasse No. 1,
ter vervulling van de vacatures welke zullen onlstaan door
de benoeming van de dames G. S. Wissenburgh en S. M.
Grönloh tot onderwijzeressen aan de school aan den Zuid
singel
(Vacature Wissenburgh).
1°. Mej. V. E. DIETRICH, onderwijzeres te Boskoop;
2°. Mej. J KOOLHAAS, tijdelijk onderwijzeres aan de Jongens
school 2e klasse
3°. Mej. Ph. M. M. C. VOET, tijdelijk onderwijzeres aan de
openbare school 3e klasse No. 3.
(Vacature Grönloh).
1°. Mej. J. KOOLHAAS, tijdelijk onderwijzeres aan de Jongens
school 2e klasse;
2°. Mej Ph. M. M. C. VOET, tijdelijk onderwijzeres aan de
openbare school 3e klasse No. 3;
3*. Mej. E. H. M. LANDZAAT, onderwijzeres te Voorhout.
Onder mededeeling dat deze voordrachten zijn opgemaakt
in overleg met den Arrondissements-Schoolopziener, na in
gewonnen bericht van het Hoofd der School, en dat de des
betreffende stukken in de Leeskamer ter inzage liggen, geven
wij U in overweging alsnu tot de benoemingen over te gaan.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 97. Leiden, 17 April 1907.
Aangezien tegen de inwilliging van nevensgaand verzoek
van de Maatschappij lot Exploitatie van Tramwegen om het
aan de voormalige Haagpoort op te richten wachtlokaal van
hout te mogen optrekken, geenerlei bezwaar bestaat, geven
wij u in overweging aan adressante vergunning te verleenen
tot het bouwen, overeenkomstig de ingediende plannen, van
een houten gebouw, bestemd tot wachtlokaal, op het terrein
aan het Noordeinde, kadastraal bekend onder Sectie A. no. 752,
gemeente Leiden.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Aan den Raad der Gemeente Leiden.
geeft met verschuldigden eerbied te kennen,
de Maatschappij tot Exploitatie van Tramwegen, gevestigd
te 's-Gravenhage, doch kantoor houdende te Voorburg, dat zij
thans gaarne zoude overgaan tot de oprichting van een gebouw
voor wachtkamer in het Noordeinde, waartoe haar bij Besluit
van Uwen Raad dd. 27 September jl. vergunning werd ver
leend,
dat, zooals uit de hierbijgaande teekening blijkt, dit gebouw
is ontworpen van hout,
dat zij derhalve, alvorens tot de uitvoering over te gaan,
eene nadere vergunning behoeft, krachtens art. 18 der bouw
verordening,
dat, naar hare bescheiden meening, er geenerlei omstandig
heid kan zijn, om hier het gebruik van hout te verbieden,
reden waarom zij Uwen Raad eerbiedig verzoekt haar de
vereischte nadere vergunning wel te willen verleenen.
't Welk doende enz.
Maatjj. tot Exploitatie van Tramwegen.
Voorburg, 22 Maart 1907.
N°. 98. Leiden, den 17en April 1907.
Met ult°. April e. k eindigt de huur van het perceel Lokhorst
straat n°. 22, krachtens raadsbesluit van 3 Maart 1904 voor
den tijd van drie jaren verhuurd aan A. Raar, meubelmaker
alhier, voor f 208.per jaar.
Aangezien de huurder het verlangen heeft te kennen gegeven
de huur voor drie jaren te verlengen en hiertegen bij ons
College geene bedenking bestaat, geven wij U in overweging
te besluiten:
V A VF" R
