76 DONDERDAG 21 MAART 1907. Het amendement van den heer Fokker wordt niet voldoende ondersteund en maakt derhalve geen onderwerp van beraad slaging uit. De beraadslaging wordt gesloten en het gewijzigde artikel 15 aangenomen zonder hoofdelijke stemming. Art. 18 wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen. Beraadslaging over art. 19, luidende: «Het is aan personen, in wier woning een geval van be smettelijke ziekte in den zin der wet voorkomt, verboden melk aldaar ten verkoop voorhanden te hebben of uit te stallen in het openbaar, of zelf, of door een hunner huisgenooten te leveren, rond te brengen, rond te venten of te vervoeren. Is de lijder of lijderes aan besmettelijke ziekte vervoerd, overleden of genezen, dan wordt dit verbod eerst beschouwd als opgeheven, na ontsmetting van gemeentewege van de lo kalen, vaten en hulpmiddelen, door of vanwege Burg. en Weth. aan te wijzen." De heer Fockema Andreae. M. d. V. In overeenstemming met den heer van der Lip wensch ik er op te wijzen, dat dit artikel eene beperking bevat. Of iemand zelf iets doet of het door een ander doet verrichten is in art. 1 gelijk gesteld, maar hier wordt die regel meer beperkt. Naar dit artikel zal iemand wegens het doen verrichten alleen dan strafbaar zijn, als hij doet verrichten door een huisgenoot. Deze speciale bepaling derogeert aan den algemeenen regel. Hierop wilde ik slechts wijzen. De beraadslaging wordt gesloten en art. 19 zonder hoofde lijke stemming aangenomen. Art. 20 wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen. De Voorzitter. Aan de orde zoude nu zijn het door den heer Meuleman voorgestelde nieuw artikel 21. Aangezien dit geachte lid op het oogenblik niet aanwezig is, stel ik voor dit artikel voorloopig aan te houden. Aldus wordt besloten. Beraadslaging over art. 21, luidende: »Het is aan personen, die aan lupus, aan zweren of etterende wonden in het gezicht of aan de handen lijden, of aan per sonen lijdende aan besmettelijke ziekten of aan tuberculose met hoesten en opgeven, verboden het bedrijf van melkver- kooper uit te oefenen, of in zoodanig bedrijf werkzaam te zijn. Eveneens is het verboden zoodanige personen in het bedrijf van melkverkooper werkzaam te laten zijn. Indien de ambtenaar van den Keuringsdienst vermoedt, dat een persoon, die het bedrijf van melkverkooper uitoefent of die in zoodanig bedrijf werkzaam is, lijdt aan een der ziekten of kwalen in het 1ste lid genoemd, is deze persoon verplicht op verlangen van dien ambtenaar, binnen een door dezen te stellen termijn, aan hem eene verklaring van een bevoegd geneeskundige omtrent zijn gezondheidstoestand over te leggen." De Voorzitter. Hierop is een amendement voorgesteld door den heer Sijtsma, om te doen vervallen de woorden »of aan tuberculose met hoesten en opgeven." Ook de heer Stigter had op dit artikel een amendement voor gesteld, dat echter is ingetrokken. De heer Sijtsma verkrijgt het woord tot toelichting van zijn amendement, en zegt: M. d. V. Ik ben het eens met de Gezondheidscommissie dat zooveel mogelijk de tuberculose als volksziekte moet worden bestreden; maar ik voeg er aan toe: dit mag ons niet leiden tot maatregelen te pas en te onpas. Ik heb den indruk ge kregen, dat de Gezondheidscommissie, de verordening ontwer pende, heeft gedacht: ook deze verordening moet eene bepa ling bevatten orn de tuberculose te bestrijden. Het komt mij voor, dat men op die wijze zijn doel voorbij streeft, wrevel en tegenzin opwekt en onbillijk en onrecht vaardig wordt tegenover hen, die men wil treffen. Aan wie wordt de controle opgedragen? Feitelijk aan de ambtenaren van den Keuringsdienst. Die zullen den winkel binnengaan eri als zij iemand zien die er wat bleek en slecht uitziet en verkouden, zullen zij allicht constateeren, dat die persoon lijdende is aan tuberculose. Ik ben geen medicus, ik zou dus niet durven zeggen of iemand al of niet lijdende is aan tuberculose, maar ik zou het constateeren van zoo iets dan ook niet opgedragen willen zien aan personen van den Keurings dienst, die evenmin medici zijn. Is het een bescheiden man, zoo'n keuringsambtenaar, dan zal hij denken: ja, ik durf het niet te constateeren, en zal hij alleen door het slechte uitzien en wat hoesten van een verkooper zich niet laten leiden. Is het daarentegen iemand die zich wat voelt, die wat medische neigingen heeft of aanleg tot kwakzalverij, zooals dikwerf voorkomt bij leeken, dan zal eene dergelijke controle voor de betrokken personen verbazend veel last kunnen veroorzaken. Wil men het artikel toepassen, dan moet men de controle opdragen aan een medicus; dan alleen zal de bepaling effect kunnen hebben. Zooals de bepaling nu luidt, komt zij mij onpractisch en gevaarlijk voor. En al ware nu eene dergelijke contröle denkbaar, dan zou ik er toch nog tegen zijn uit beginsel, omdat men hier slechts ééne categorie van personen zal treffen. Stel, dat een ambtenaar van den Keuringsdienst iemand in dienst van een melkverkooper verdenkt lijdende te zijn aan tuberculose, die volgens de verklaring van den geneesheer ook werkelijk gevaar voor besmetting oplevert, wat volgens geneesheeren niet altijd het geval is, en wat dus ook nog verduidelijkt zal moeten worden, dan zal zoo iemand bij den melkverkooper weggaan en wellicht in dienst komen bij een winkelier die vleesch of andere levensmiddelen ver koopt. In diens winkel mag hij dan wel werkzaam zijn, waar hij dan toch even gevaarlijk is als bij den melkverkooper, misschien nog gevaarlijker, want melk kan men koken, met vleesch en andere waren geschiedt dit niet altijd. Op die wijze streeft men het doel voorbij. Wanneer men zulk eene bepaling in deze Verordening wil hebben, dan moet men die ook op allerlei andere winkels, en niet alleen op die van melk, toe passen. Om die reden geloof ik dat wij verstandig zullen doen deze bepaling in de Verordening niet op te nemen. Het is eene vrijheidsberooving die zeer ver gaat, zoover dat ik niet had gedacht, dat de Commissie voor de Strafverordeningen haar had aangedurfd. De Voorzitter. De Commissie voor de Strafverordeningen heeft toch gemeend deze bepaling van de Gezondheidscommissie te moeten overnemen. In de verordening van Nijmegen heeft men hetzelfde voorschrift, behalve dat daarin de tuberculose niet wordt -genoemd. Maar die verordening is 2 jaar oud en wanneer zij moest aangevuld worden, dan zou nu zeker ook de tuberculose worden vermeld. Wat betreft de opmerking van den heer Sijtsma, dat men door deze bepaling is overgeleverd aan den willekeur van ambtenaren, die niet deskundig zijnde ziekten en kwalen in art. 21 bedoeld zijn voor een eenigszins ontwikkelden leek op medisch gebied toch niet moeilijk te constateeren. Er wordt gesproken van lupus, van zweren, van besmettelijke ziekten en van tuberculose met hoesten en opgeven, dus tuberculose waarvan blijkt door hoesten en opgeven. En nu meen ik, dat het bij weinig kwalen gevaarlijker is om de lijders daaraan in contact te brengen met melk, dan juist bij die tuberculose. Het komt mij raadselachtig voor, dat de heer Sijtsma juist tegen het opnemen van deze ziekte bezwaar heeft. Men zou nog kunnen zeggendat ten aanzien van sommige andere besmettelijke ziekten niet moet worden gegeneraliseerd, maar hier begrijp ik het bezwaar niet. Nu zegt de heer Sijtsma, dat de ambtenaar niet deskundig is; maar die ambtenaar heeft toch ook zijn adviseurs. Aan het hoofd van den Keurings dienst staat een gepromoveerd persoonwien bij twijfel om advies kan worden gevraagd, terwijl in zeer twijfelachtige gevallen steeds professor Wijsman geconsulteerd wordt. Bovendien heeft die ambtenaar de Gezondheidscommissie achter zichwaarin verscheidene medici zitten. Men kan dus moeilijk volhouden, dat het aan deskundige adviezen zal ontbreken. En ook de heer Stigter had tuberculose opgenomen in zijne nu ingetrokken amendementen. Op grond van een en ander kunnen wij ons niet vereenigen met het amendement. De heer Van Gruting. M. d. V. Als lid der Gezondheids commissie wensch ik het betoog van den heer Sytsma te weerleggen. Ik ga geheel mede, mijnheer de Voorzitter, met uwe woorden, maar ik wensch er aan toe te voegen, dat op het vorig congres voor tuberculose is aangenomen, dat het grootste gevaar voor het verspreiden der mensche- lijke tuberculose bestaat in het hoesten. Bij behandeling dei- melk door tuberculose-lijders zullen dus allicht speeksel- deeltjes bezwangerd met tuberculose-bacillen in de melk komen en aldus de ziekte overbrengen. Wij maken hier eene hygiënische verordening ten bate der consumenten en daarom meent de Gezondheidscommissie, dat deze ziekte wel dege lijk moet worden opgenomen Ten aanzien van de contröle, die zal moeten worden uit geoefend door den Keurmeester, heeft nu de Gezondheids commissie eene clausule aan het artikel toegevoegd, luidende: «indien de ambtenaar van den Keuringsdienst vermoedt, dat een persoon," enz., welke clausule de zekerheid geeft, dat niet willekeurig zal worden gehandeld, maar dat tevens iemand, die smetstof in de melk kan brengen, zonder uitstel wordt verwijderd. De heer Stigter. M. d. V. Ik heb aan de Commissie voor de Strafverordeningen een schrijven gericht, dat ik, naar aan leiding van de nieuwe derde alinea, waardoor aan mijn be zwaar wordt tegemoet gekomen, mijne amendementen intrek om ze verder aan de nieuwe redactie aan te passen. Ik moet beginnen met aan de Commissie voor de Straf verordeningen dank te zeggen, dat zij wel heeft willen tege moetkomen aan mijne bezwaren. Nu is wellicht alleen het

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1907 | | pagina 4