DONDERDAG 21 MAART 4907 73 Kitting van Donderdag 21 Haart 1907. Voorzitter: de heer Mr. N. DE RIDDER, Burgemeester. Geopend des namiddags te één uur. Te behandelen onderwerpen: 1° Benoeming van drie onderwijzeressen aan de school der 3e klasse N°. 7. (65) 2° Voorstel tot verhuring van de loods voor marktmaterialen op de nieuwe veemarkt aan C. Dieben. (67) 3° Voorstel tot verhuring van het perceel Terweepark n°. 8. (66) 4° Voorstel tot onderhandsche opdracht van het werk, om schreven in perceel 2 van bestek XJI van het loopende jaar, aan C. Benard te Haarlem. (69) 5° Voortzetting van de behandeling en vaststelling van de verordening op den handel in- en den verkoop van melk. (273 van 1906 en 50 van 1907). 6° Verzoek van de aid. Leiden van den Bond van Neder- landsche onderwijzers om herziening van de salarisrege ling van het onderwijzend personeel. (36) 7° Verzoek van het bestuur der vereeniging »Leidens Be lang" om den sluitingstijd van winkels bij verordening te regelen. (52) 8° Voorstel tot verhooging van de loonen der gemeente werklieden. (59) 9° Voorstel tot beschikbaarstelling van gelden voor het leggen van een geplaveiden klinkervloer op de vette varkensmarkt. (62) 10° Voorstel naar aanleiding van het adres van J. G. Bertels e. a. houdende klachten over de plaatsing der kramen op de Zaterdagsche weekmarkt. (64) Tegenwoordig zijn 29 leden, als de heerenTimp, Driessen, de Boer, Sijtsma, de Goeje, Fockema Andreae, Reimeringer, Witmans, Bosch, van Tol, le Poole, van der Eist, Korevaar, Eerstens, P. J. Mulder, Juta, Paul, Stigter, van Gruting, Aalberse, Zaalberg, Fokker, Vergouwen, Bots, Hasselbach, van Hamel, de Vries, Meuleman, Zwiers, van der Lip, als mede de Burgemeester, Voorzitter. Afwezig de heer A. Mulder wegens uitstedigheid. De notulen van het verhandelde in de vorige vergadering van den 44den Maart worden goedgekeurd. De Voorzitter deelt mede dat zijn ingekomen 1°. Dispositie van Gedep. Staten ten geleide van het goed gekeurd suppletoir kohier der plaatselijke directe belasting, dienst 1906. 2°. Dispositie van Gedep. Staten ten geleide van het goed gekeurd raadsbesluit tot wijziging der begrooting, dienst 1907, voor de voldoening der kosten gevallen op de onlangs gesloten geldleening. 3°. Dispositie van Gedep. Staten ten geleide van den goed- gekeurden staat van af- en overschrijving op de begrooting der dienstdoende Schutterijdienst 1906. 4°. Mededeeling van Mej. M. Ritman dat zij hare benoe ming tot le onderwijzeres in de handwerken aan de school 4e klasse N°. 1 aanneemt. 5°. Missive van Gedep. Staten ten geleide van een afschrift van den Minister van Binnenl. Zaken, waarbij de Rijks vergoeding in de kosten van het Lager onderwijs over het jaar 1905 wordt vastgesteld op 43787,83. Al deze missives worden voor kennisgeving aangenomen. De Voorzitter legt vervolgens over: 1°. Verzoek van het Hoofdbestuur van den Algem. Nederl. Politiebond om toekenning van een subsidie in de kosten van het houden der examens ter verkrijging van een diploma als Politiebeambte. 2°. Verzoek van de Zondagsschoolvereeniging «Zaait aan alle wateren", om haar het gebruik toe te staan van een 3-tal lokalen in de nieuwe school aan den Zuidsingel, op Zondag middag van halftwee tot halfvier uur. Worden gesteld in handen van Burg. en Weth. 3°. Adres van A. van Tienen en andere vrachtrijdershou dende mededeeling van hunne bezwaren tegen een eventueele verplaatsing van hunne vrachtwagens. Dit stuk luidt als volgt: Leiden, 19 Maart 1907. Aan den Raad der Gemeente Leiden. EdelAchtb. Heeren. Ondergeteekendenalle Boden van de Gemeente Leiden op de verschillende omliggende Gemeentengeven met verschul- digden eerbied te kennen, dat zij het in het Leidsch Dagblad van 18 Maart 1.1. voorkomende praeadvies van Heeren Burge meester en Wethouders in zake het verplaatsen der stand plaatsen hunner wagens hebben gelezen. »dat zij vreezen dat hunne standplaatsen zullen worden bepaald te zijn op de Hooglandsche Kerkgracht of andere gelegenheid (voor hen geen van beide gunstige) «dat echter door het College van B. en W. reeds in overleg met den Heer Marktmeester, de belangen van ondergetee- kende's Collega's, welke op de Vischmarkt hun standplaats hebben zoodanig geregeld zijn, dat hierin voor hen geen verandering is gekomen «dat ondergeteekenden in verband met hun vrees en de goedgunstige regeling voor hun Collega's meenen zich te mogen veroorloovenhunne bezwaren aan eene mogelijke verplaat sing verbonden in het kort te mogen mededeelen." Deze bezwaren zijn: «dat gedurende eene reeks van jaren hun standplaats is gevestigd in het centrum der stad" «dat het hun inziens nog nooit is gebleken, dat die stand plaats in welk opzicht ook de passage belemmerde" «dat hun standplaats in het centrum der stad een groot gemak is voor de winkeliers eveneens daar woonachtig, om reden dat de standplaats dicht bij hun bedrijf is en het altijd voorkomt, vooral op marktdagen, dat de marktbezoekers hunne inkoopen doende er op rekenen, dat hunne bestellingen nog tijdig bij de Boden kunnen worden bezorgd en door een moge lijke verplaatsing der huidige standplaatsen een groot ongerief zou worden veroorzaakt, en dit te meer daar de boden aan eenen tijd van vertrek zijn gebonden om hunne vrachten op tijd en dit vooral des Zaterdags te kunnen bezorgen. Wanneer den Raad bij deze bezwaren nog mag worden opgemerkt, dat de stallen voor de trekdieren der boden en evenzoo de bestelhuizen in den onmiddelijken nabijheid hunner standplaatsen zijn gevestigd gelooven ondergeteekenden genoeg in dit request te hebben te kennen gegeven, dat eene even tueele verplaatsing dier standplaatsen, hoogstwaarschijnlijk niet alleen eene verdeeldheid onder de boden zou brengen maar zeer zeker een groot zelfs zeer groot ongerief voor den handel zou veroorzaken. Tevens veroorloven ondergeteekenden Boden, zich bij dit request tot den Raad der Gemeente Leiden te wenden met beleefd verzoek aldus bij voorkomende gelegenheid te willen beschikken dat zij ook gedurende de kermisweek hunne stand plaatsen mogen behouden daar zij meenen dat hunne dage lij ksche inname dier standplaatsen de Gemeente voordeeliger is dan het plaatsen van twee of drie kramen gedurende ééne week van het geheele jaar. Ten bewijze van instemming met dit request geven onder staande handteekeningen van winkeliers blijk. 't Welk doende enz.: A. van Tienen. (Volgen de namen van nog 19 adressanten). De Voorzitter. Ik had eerst gedacht dat dit adres het best zou kunnen worden behandeld bij punt 10 van de agenda, maar bij nader inzien komt het mij toch voor. dat het daar niet op zijn plaats is. Adressanten verkeeren blijkbaar eenigszins in dwaling. Burg. en Weth. stellen niet voor om hunne stand plaatsen op te ruimen, maar alleen die, welke op de Visch markt gestationeerd zijn waartoe deze adressanten niet behooren een weinig te doen opschuiven. Het komt mij dus beter voor, het adres te stellen in handen van Burg. en Weth om wanneer men overgaat tot den bedoelden maatregel, die door adressanten gevreesd wordt, dan aan hun adres de noodige aandacht te schenken." Ik stel dus voor dit adres te stellen in handen van Burg. en Weth. ter line van praeadvies te zijner tijd. Aldus wordt besloten. 4°. Verzoek van C. A. Bader, leeraar in de Gymnastiek bij het Middelbaar en Lager Onderwijsom hem tot herstel van gezondheid een verlof te verleenen van drie maanden. Wordt gesteld in handen van Burg. en Weth. 5°. Verzoek van J. Riethoven om ook de paardenslagers in de gelegenheid te stellen bonboekjes te verkrijgen tegen den prijs van f 15.recht gevende tot het doen wegen van 100 paarden. Dit stuk luid als volgt: Aan den EdelAchtbaren Raad der Gemeente Leiden. OndergeteekendeJ. Riethoven, paardenslager, wonende St. Aagtenstraat 25 hier ter stede, heeft tot zijn groote ver wondering gehoord en geziendat de runderslagershier ter stede hun runderendie zij ter slachting brengen op het abattoir kunnen laten wegen voor f 0.15 per stukmits die slagers een boek met 100 bonnen koopen voor f 15;

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1907 | | pagina 1