29 rondgevent of vervoerdeen surrogaat voor moedermelk hetwelk op zijne verpakking voorzien is van een etiket, aan gevende het woord »kindermelk," naam en woonplaats van den fabrikant, gebruiksaanwijzing, een scheikundige analyse vermeldende het soortelijk gewicht bij 15° C., het gehalte aan vet, totaal eiwit, albumine en melksuiker, benevens een aanduiding van de kwaliteit uit bacteriologisch oogpunt. De verpakking moet niet geopend kunnen worden dan door verbreking van een zegel of merk. De melk moet in samenstelling overeenkomen met de analyse cijfers op het etiket vermeld, behoudens relatieve speling van ten hoogste 5 pCt. boven en 5 pCt. onder elk der analyse- cijfers. Art. 8 Als gepasteuriseerde volle of afgeroomde melk mag slechts worden afgeleverd, ten verkoop voorhanden gehouden, uitge stald in het openbaar, rondgebracht, rondgevent of vervoerd, volle of afgeroomde melk welke voldoet aan de volgende eischen 1°. Zij moet zijn normaal van smaak, reuk, kleur en con sistentie en afkomstig zijn van gezonde koeien. 2°. Zij mag bij staan ter hoeveelheid van Liter in een cylindrisch vat van helder kleurloos glas en 9 cM. middellijn na één uur geen bezinksel vertoonen. Bovendien moet zij vrij zijn van microörganismen, waarvan de culturen in melk bij verwarming gedurende een half uur op 70° C. worden gedood. Zij moet vervat zijn in eene verpakking, voorzien van een etiket, aangevende naam en woonplaats van den fabrikant, welke verpakking niet geopend moet kunnen worden, dan door verbreking van een zegel of merk. Art. 9. Als gesteriliseerde volle of afgeroomde melk mag slechts worden afgeleverd, ten verkoop voorhanden gehouden, uitge stald in het openbaar, rondgebracht, rondgevent of vervoerd, volle of afgeroomde melk voldoende aan de eischen in art. 8 onder 1° en 2° gesteld, welke buitendien vrij is van levens vatbare bacteriën of schimmels en vervat in een verpakking, voorzien van een etiket, aangevende naam en woonplaats van den fabrikant en een aanduiding van de kwaliteit uit bacterio logisch oogpunt en welke verpakking niet moet kunnen worden geopend dan door verbreking van een zegel of merk. Art. 10. Het is verboden voor het uitoefenen van het bedrijf van melkverkooper in gebruik te hebben: a. een gebouw of een erf, dat niet in gemeenschap staat met de duinwaterleiding; b. een gebouw of een erf, waar een ander middel van watervoorziening dan dat, hetwelk onder a genoerr.d is, in bruikbaren staat aanwezig is, tenzij het middel besta in een door Burgemeester en Wethouders goedgekeurden Nortonput. Art. 11. Van het verbod in artikel 10 onder b vervat, kan door Burgemeester en Wethouders, gehoord de Gezondheidscom missie, ontheffing verleend worden. Deze ontheffing wordt verleend schriftelijk, onder bepaalde voorwaarden en tot wederopzeggens toe- Bij deze voorwaarden kan o.a. bepaald worden, dat in het middel van watervoorziening eene hoeveelheid methylviolet zij aangebracht, waardoor het water eene kleur heeft niet lichter dan die van een oplossing van 1 milligram dier kleur stof in 1 liter water. Art. 12. Het is aan ieder, die het bedrijf van melkverkooper uit oefent, verboden voor het reinigen van vaatwerk, gereed schappen of andere voorwerpen, welke hij tot de uitoefening van dat bedrijf in gebruik of voorhanden heeft, ander water dan uit de duinwaterleiding of uit een door Burgemeester en Wethouders goedgekeurden Nortonput aan te wenden, te doen aanwenden of toe te laten, dat het daarvoor aangewend wordt. Art. 13. Onder het uitoefenen van het bedrijf van melkverkooper wordt begrepen het hebben van een inrichting tot steriliseeren, pasteuriseeren of op eenige wijze behandelen of bewerken van melk. Art. 14. Het is verboden het bedrijf van melkverkooper uit te oefenen in andere lokalen dan die, welke hiertoe door of vanwege Burgemeester en Wethouders zijn onderzocht en goedgekeurd. De goedkeuring kan te allen tijde worden ingetrokken. Ieder die het bedrijf van melkverkooper uitoefent, overneemt, aanvangt of binnen de gemeente verplaatst, is verplicht daar van schriftelijk aangifte te doen aan Burgemeester en Wet houders; hij die het bedrijf uitoefent, binnen twee maanden na de inwerkingtreding van deze verordening en hij, die het bedrijf overneemt, opricht, of verplaatst, binnen acht dagen na de oprichting, overneming of verplaatsing. Art. 15. Het is aan melkverkoopers, buiten de gemeente gevestigd, verboden, binnen de gemeente melk, welke niet gepasteuriseerd of gesteriliseerd is, in hoeveelheden kleiner dan 10 liter af te leveren, ten verkoop voorhanden te hebben, rond te brengen, rond te venten of te vervoeren, indien zij niet voorzien zijn van een bewijs, afgegeven door Burgemeester en Wethouders hunner woonplaats, waaruit blijkt, dat de lokalen, waarin melk wordt afgeleverd, ten verkoop voorhanden gehouden, bewaard, behandeld of bewerkt, ten genoegen van dat College zijn ingericht en dat het in die lokalen of op de daarbij be- hoorende erven zich bevindende middel van watervoorziening in staat is deugdelijk water in voldoende mate te leveren. Art. 16. De melkverkooper is verplicht te zorgen, dat aan het gebouw, waarin het bedrijf wordt uitgeoefend, boven of ter zijde van de buitendeur of buitendeuren, welke daartoe toegang geeft of geven, in voor het publiek duidelijk zichtbare letters, ter grootte van ten minste 5 cM. is en blijft aangebracht het woord »Melkhandel." Art. 17. De lokalen, waarin melk wordt afgeleverd, ten verkoop voorhanden gehouden, bewaard, behandeld of bewerkt, moeten: 1°. afgesloten zijn van slaap- en van ziekenkamers en mogen niet als zoodanig of als woonkamer gebruikt worden. 2°. niet in verbinding staan met privaten, urinoirs, beer putten of mestvaalten. 3°. voorzien zijn van gewitte, geverfde of met gladde tegels bedekte wanden en van een stofdichte zoldering. 4°. goed gereinigd en gelucht worden. Het is, behoudens door Burgemeester en Wethouders in bijzondere gevallen te verleenen vrijstelling en onverminderd het bepaalde bij de drankwet, verboden in deze lokalen andere artikelen, dan room, boter, kaas, eieren, brood, zout, cacao, chocolade en dranken in flesschen te bewaren of ten verkoop voorhanden te hebben. Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd in bijzondere gevallen ten aanzien van lokalen van bestaapde inrichtingen vrijstelling te verleenen van het voldoen aan de eischen onder 2° en 3° van dit artikel omschreven. Vrijstelling wordt schriftelijk en tot wederopzeggens ver leend en, zoo noodig, onder bepaalde voorwaarden. Art. 18. Onverminderd het bepaalde bij art. 19 der Wet van den 4en December 1872 (Staatsblad No. 134) houdende voorzie ningen tegen besmettelijke ziekten is iedere melkverkooper ver plicht, indien te zijnen huize een geval van besmettelijke ziekte in den zin der wet voorkomt, hiervan binnen 12 uur nadat hem het feit ter kennis is gekomen, schriftelijk mede- deeling te doen aan den Burgemeester. Art. 19. Het is aan personen, in wier woning een geval van be smettelijke ziekte in den zin der wet voorkomt, verboden melk aldaar ten verkoop voorhanden te hebben of uit te stal len in het openbaar, of zelf, of door een hunner huisgenooten te leveren, rond te brengen, rond te venten of te vervoeren. Is de lijder of lijderes aan besmettelijke ziekte vervoerd, overleden of genezen, dan wordt dit verbod eerst beschouwd als opgeheven, na ontsmetting van gemeentewege van de loka len, vaten en hulpmiddelen, door of vanwege Burgemeester en Wethouders aan te wijzen. Art. 20. Het is verboden melk af te leveren, ten verkoop voorhanden te hebben, uit te stallen in het openbaar, rond te brengen, rond te venten, te vervoeren of te doen vervoeren, afkomstig uit een gemeente, waarin een besmettelijke ziekte epidemisch is verklaard of uit een Woning, waar een geval van besmette lijke ziekte in den zin der wet is geconstateerd. Van dit verbod kan door Burg. en Weth., gehoord de Gezondheidscommissie, ontheffing worden verleend, zoo noodig onder voorbehoud, dat te stellen voorwaarden worden vervuld. Art. 21. Het is aan personen, die aan lupus, aan zweren of etterende wonden in het gezicht of aan de handen lijden, of aan per sonen lijdende aan besmettelijke ziekten of aan tuberculose met hoesten en opgeven, verboden het bedrijf van melkver kooper uit te oefenen, of in zoodanig bedrijf werkzaam te zijn. Eveneens is het verboden zoodanige personen in het bedrijf van melkverkooper werkzaam te laten zijn.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1907 | | pagina 3