DONDERDAG 28 FEBRUARI 1907. 53 teerd een bedrag voor de muziek van de Schutterij. Verder niets. Over de wijze waarop het muziekcorps eventueel zou blijven bestaan is niets bepaalds gezegd. Nu hebben wij heden van den heer Juta de eerste duidelijke verklaring gehoord, dat het muziekcorps der schutterij zal overgaan in gemeen telijken dienst, maar de wijze waarop dit geschied is of nog zal geschieden, schijnt nog niet vastgesteld te wezen Nu zou ik wel in overweging willen geven, om deze zaak goed te overwegen. Zooals nu het muziekcorps met het bestaande officiercorps is ingericht, is het een comptabel lichaam. Met 1 Augustus is er geen schutterijmuziek, geen corps van officieren, niets meer; er is geen comptabel beheer meer. Op welke wijze denkt men dan dat de muziek zal blijven bestaan. Zal er een Directeur worden benoemd in gemeentelijken dienstzullen de burgers, vroeger uitmakende het muziekcorps allen overgaan in stedelijken dienst en stedelijke ambtenaren worden, of zal men hebben eene vereeniging met een bestuur, dat verantwoording schuldig is? Dat is eene belangrijke quaestie, die wel bijtijds door den Raad dient overwogen te worden, zoodat wij weten op welke wijze het geld zal worden besteed. De Voorzitter. Wat U daar hebt opgemerkt, heeft reeds een punt van bespreking uitgemaakt bij Burg. en Weth., en wij zullen niet nalaten bijtijds den Raad van ons gevoelen te doen blijken. De heer Reimf.ringer. Dank U, mijnheer de Voorzitter. Niemand verder het woord verlangende, wordt de openbare vergadering gesloten en veranderd in eene vergadering met gesloten deuren.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1907 | | pagina 11