DONDERDAG 31 JANUARI 1907. 25 Dagelijksch Bestuur, die zij, omdat zij in zoo een ellendigen toestand verkeerden, niet zonder zorg wilden laten. Burg. en Wetb. hebben ik ben het hierin eens met de opmerking van den heer Aalberse aan die goedheid telkens hun sanctie verleend. Nu doet het feit zich voor, dat het Weeshuis met financieele bezwaren heeft te kampen. Nu hebben Regenten gezegdwij zullen een som vragen voor elk houkind, dat wij opnemen, en zooveel vragen, als wij meenen noodig te hebben, voor het goed beheer van het Weeshuis en de verzorging der kinderen. Toen is men aan het rekenen gegaan, en heeft men gedacht: Als wij voor 69 kinderen f30.per kind krijgen, dan krijgen wij f2000.en daarmede kunnen wij rondkomen. Dat zal wel de oorsprong zijn van die f30.— Ik ben het met Burg. en Weth. eens, dat zij zich van de houkiruleren los maken. Die twistappel kan van de baan worden gedaan en wel voor goed. Nu hebben Burg. en Weth. gezegdZij hebben f 30.— per houkind gevraagd, laten wij bun f50.geven. Neen, Burg. en Weth. moeten gedacht hebbenHet Weeshuis vraagt nu f2000.laten wij f700.geven en dan moeten zij verder maar de tering naar de nering zetten. Misschien hebben zij daarmede bedoeld, dat Regenten dan maar wat kinderen moeten weigeren op te nemen, tot welker opname zij niet verplicht zijn. Wanneer de Regenten op die wijze den wenk van Burg. en Weth., dat zij de tering naar de nering moeten zetten, opvatten, dan zouden vele ongelukkige kin deren, wier ouders gek, ziek of in de werkinrichting zijn, in elk geval in de onmogelijkheid zijn om de kinderen te onderhou den, ten laste van het Gemeentebestuur komen. Het is een feit, dat de gemeente 14 kinderen naar een in richting zendt, die niet verplicht is ze op te nemen. Ze neemt ze op uit philanthropie. Nu komt die inrichting en zegtik ben noodlijdend en heb ƒ2000— noodig. Of dat berekend wordt over 69 kinderen of over 14 is hetzelfde, een feit is het dood eenvoudig, dat de Gemeente 14 kinderen zonder vergoeding stuurt naar een inrichting, die 2000.— per jaar tekort komt. Ik vind, dat er daarom wel degelijk alle reden voor is, dat cijfer van ƒ50.onder deoogen te zien, niet als een opslag op de 30.maar als makende ƒ700.een gedeelte van de ƒ2000.die blijkens de berekening van de Regenten noodig zijn om het Weeshuis in stand te houden. De kin deren komen op ƒ150.a 200.—. Mij dunkt, men ziet reeds daaruit, dat de tering naar de nering is gezet. Waar het toch slechts een goedheid is van Regenten en zij die kinderen ook zouden kunnen weigeren, daar meen ik, dat het niet aangaat de kinderen te zenden naar het Heilige GeestWees- huis tegen een vergoeding van 50.— wetende, dat zij komen in een noodlijdende inrichting, maar dat de gemeente in allen gevalle moet geven het minimumcijfer, waaronder volgens het reglement contracten mogen worden gesloten, dat is 100.Ik stel dus voor afwijzend te beschikken op het verzoek van Regenten, omdat daardoor de twistappel van die houkinderen voorgoed van de baan is daarmede ben ik het volkomen eens maar tevens om het cijfer van 50.— te veranderen in 100. De Voorzitter. De heer Vergouwen heeft een voorstel ingediend om in plaats van ƒ50.voor elk kind ƒ75.-uit le trekken. Dit voorstel wordt voldoende ondersteund en maakt dus een onderwerp van beraadslaging uit. De heer Fockema Andrew. M. d. V. Ik zou willen vragen, of het niet wenschelijk is de discussies te schorsen tot een volgende vergadering, want naar het zich laat aanzien, komt daar zeker het eerste half-uur geen eind aan. Het zou toch jammer wezen, wanneer deze zaak maar afgehamerd werd, omdat wij naar huis moeten. De Voorzitter. Ik heb er geen bezwaar tegen de zaak aan te houden, maar ik zou wel willen voorstellen nog een oogen- blik door te gaan. Dan kunnen de amendementen althans nog toegelicht worden. Wenscht de heer Vergouwen zijn amendement nog verder toe te lichten De heer Vergouwen. Ik acht het niet noodig, na hetgeen ik reeds gezegd heb. Als ik het goed heb begrepen, dan geeft U zelf toe, dat het bedrag van /50.— wel wat klein is, al scheen het Burg. en Weth., gezien de omstandigheden, alles zins billijk. Het bedrag van 75.heb ik genomen niet uit oude boeken of zoo iets, maar uit de ervaring, die ik zelf van een Weeshuis heb. Daaruit is mij gebleken, dat 75.wel niet geheel voldoende, maar toch een zeer billijke vergoeding is. De Voorzitter. Door de heeren Meuleman en Aalberse is ingediend het volgende voorstel »De Raad besluit, wanneer op verzoek of met machtiging van Burg. en Weth. een verlaten kind wordt opgenomen in een gesticht, aan dat gesticht te verleenen een jaarlijk- sche subsidie van 30. Ik moet even opmerken, dat dit eigenlijk geen amende ment is, maar een motie. Het is eeri voorstel van zeer wijde strekking, want hier wordt eenvoudig gesproken van ieder verlaten kind en er was tot nu toe alleen sprake van hou kinderen, die door de ouders verlaten zijn, terwijl beide of een van beide nog in leven zijn. Dit is een gansch ander ge val. Een kwestie van de Armenwet, waarop toch altijd wordt toegezien door Burg. en Weth. De voorstellers doelen op een geval, dat zich nog niet heeft voorgedaan, maar dat juist om de verplichtingen van het Weeshuis de zaak naar mijn bescheiden meening bijzonder zal embrouilleeren. Met kin deren van andere religie zou op die zelfde wijze gehandeld wordend. w. z. er zou getracht worden met een gesticht of met particulieren over verpleging een accoord te treffen. Het komt mij voor, dat het voorstel een aansporing is, die voor Burg. en Weth. niet noodig is. De zaak van het Weeshuis wordt daardoor slechts geëmbrouilleerdomdat wij het begrip van verlaten kinderen niet moeten stellen in plaats van het begrip houkinderen. Dan komen wij tot allerlei moei lijkheden en zullen wij de zaak nooit tot een goed einde brengen. In allen geval kan dit eerst behandeld worden, na dat^ het voorstel van Burg. en Weth. afgehandeld is. Van den heerStigter is verder een voorstel ontvangen, dat als volgt luidt«Ondergeteekende stelt voor 2° van het voorstel van Burg. en Weth. te veranderen aldus2° te besluiten aan het H.G. of'Arme Wees-en kinderhuis een jaar- lijksche subsidie te geven van 100.per kindvoor ieder kind dat, zonder dat Regenten daartoe verplicht zijningevolge ons verzoek in het Weeshuis ter verpleging wordt opgenomen." Als de heer Stigter voorstelt, om in plaats van 50. 100.te lezenis de zaak veel eenvoudiger. De heer Stigter. Zeker, dan wil ik dat voorstellen. De Voorzitter U stelt dus voor, om in plaats van ƒ50.— te lezen ƒ100. Ik wilde naar aanleiding van dit amendement iets zeggen. De heer Stigter heeft zijn amendement reeds toegelicht en gezegdLaten wij niet maar 700.geven voor die 14 kinderen, die daar onderdak vinden, aan een inrichting, die ƒ2000.te kort komt. Zoo is echter de zaak niet geschapen. Volgens een bepaald systeem stellen wij voor een vast be drag per kind te geven, en daardoor komen wij tot een som van ƒ700.-. Wij stellen niet voor een subsidie van ƒ700.— te geven. Komen er meer kinderen, dan hebben wij meer te betalen en komen er minder kinderen, dan hebben wij ook minder te betalen. Om nu nog even terug te komen op de discussie van straks; ik heb verzuimd nog een argument te noemen. Men heeft gezegd, dat Burg. en Weth. het bedenkelijk vinden een subsidie te gevenmet het oog op het scheppen van een precedent. Welk precedent heeft men op het oog, is toen gevraagd. Toen is er op gewezen, dat men met twee maten meet, want aan het R. K. Óude-liedenhuis was ƒ2500.gegeven voor de verbouwing. Dit is niet juist; die subsidie is eigenlijk een voorschot geweest en dat wij binnen korten tijd van het gesticht zullen terugkrijgen. Van het meten met twee maten, zooals de heer van der Lip zeide, kan men Burg. en Weth. dus niet beschuldigen. De heer van der Lip. M. d. V. Ik zou gaarne de verschil lende sprekers willen beantwoorden, maar ik wensch eerst aan U te vragen, of dat nu zal moeten geschieden, of in een volgende vergadering De Voorzitter. Als LT uitvoerig wilt zijn, dan zal het wel het beste zijn, de discussie uit te stellen tot de volgende vergadering. Reden te meer, om heden over veertien dagen ook vergadering te houden. Punt 17 van de agenda zullen wij dan ook aanhouden, omdat dat vermoedelijk ook wel tot eenige discussie zal aan leiding geven. Verlangt nog iemand het woord? De heer Van der Elst. M. d. V. Zouden wij die vergade ring niet de volgende week kunnen houden Ik zal niet voor stellen, hedenavond te vergaderen, maar ik wil er even op wijzen, dat in andere plaatsen geregeld op de agenda staat, dat als de vergadering niet afloopt, hij zoo noodig om acht uur 's avonds wordt voortgezet. Het spijt mij eigenlijk, dat ik de kwestie niet reeds eerder heb ter sprake gebracht. Het zou nu juist voor deze gelegen heid heel goed zijn geweest. Ik wil intusschen, zooals ik zeide, niet voorstellen van avond te vergaderen, maar ik zou er wel voor zijn de volgende week de agenda voor zoover ze nu niet is afgehandeld weer opnieuw aan de orde te stellenanders blijven wij voortdurend sukkelen met onafgewerkte agenda's. De Voorzitter. Ik heb daartegen niets geen bezwaar en wat de heer van der Eist te berde brengt over de wensche- lijkheid, dat de vergadering ook des avonds zou kunnen

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1907 | | pagina 13