12 DONDERDAG 10 JANUARI 1907. deze eenvoudige zaak der sneeuwopruiming niet aandurven hij zou op zeker moment niet durven zeggen of laten, dat de sneeuw moet worden opgeruimd. Moet de sneeuw dan nooit worden opgeruimd? Dd heer Korevaar. M. d. V. De tegenwoordige gedrags lijn is deze. Wanneer er sneeuw valt en blijft liggen en het vriest daarbijdan wordt er geen order gegeven tot sneeuwopruiming; dan worden alleen de hoofdwegen, waar de sneeuwophooping hinderlijk is voor het verkeer, een weinig opgeruimd. Dit is het vorige jaar dan ook in hoofd zaak met het vaste personeel gedaan. Des Zaterdags en op Oudejaarsdag heeft men echter extra menschen in dienst moeten nemen, om de verkeerswegen behoorlijk in orde te houden. Tot eene algemeene sneeuwopruiming gaan wij echter alleen over, wanneer de dooi intreedt. Op de vraag van den heer Sytsma, of wij dan nooit sneeuw opruimen, antwoord ik dus: ja, wanneer er sneeuw ligt en het gaat dooien. De Voorzitter. Niemand verder het woord verlangende, sluit ik de openbare Vergadering en verander die in eene Vergadering met gesloten deuren. Te Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. GROEN ZOON.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1907 | | pagina 12