196 DONDERDAG 27 DECEMBER 1906. n.m. Borstelbrug en Kippenbrug, in die richting gelegen, beweegbaar zoude moeten gemaakt worden, omreden dezen zeer laag liggen voor de scheepvaart, daarbij vermeenen adressanten ook dat de Nieuwe Rijn «Gangetje" en de Vliet het van ouds bekende verbindings Kanaal; is: eene Provinciaale Waterweg, welke door Leiden verbinding geeft met andere plaatsen. Redenen waarom adressanten de vrijheid nemen UEd Achtbare te verzoeken, niet Uwe goedkeuring te geven, tot demping van het gedeelte Rapenburg van de Vliet tot de Nieuwen Rijn. 't welk doende: P. J. Verkoren Voorzitter. R. Broesterijuis Secretaris. Aan den Raad der Gemeente Leiden. Leiden 121206. Wordt gesteld in handen van Burg. en Weth. 3°. Verzoek van de Vereeniging van brugwachters «Ver betering zij ons streven", om verhooging der traktementen van de brugwachters. Dit stuk luidt als volgt Aan den EdelAchtbare Raad der gemeente Leiden. Geven eerbiedig te kennen ondergetekende JosephKarre- man en Philippus Smits beiden brugwachters in dienst der gemeente Leiden, respectievelijk Presidend en lste Secretaris der vereeniging van brugwachters der gemeente Leiden onder de zinspreuk, Verbetering zij ons Streven, goedgekeurd bij Kon. Bsl: van 1 Februari 1902 Staatsbl. no 45. dat hen in de algemeene ledenvergadering gehouden 11 December 1906 is opgedragen aan IJwen Raad eerbiedig te verzoeken hunnen tractementen met het jaar 1907 alsnog te willen verhoogen, aangezien het voor hen niet mogelijk is, met het bestaande in gepaste zuinigheid met hun gezinnen te kunnen leven; dat zij beleefd wenschen op te merken dat omligging der vaart reorganisatie der dienst noodig maakt, doch naar hun bescheiden meening noch wel 3 a 4 jaaren kan durenwaar om requestranten zich tot Uwe EdelAchtbaren wenden met het verzoek, reeds nu deze verhooging toe te staan, om in de dringende behoeften in verband met de tegenwoordige tijds omstandigheden te kunnen voorzien. 'T Welk doende J. Karremman. 14-12-06 Ph. Smits. Wordt gesteld in handen van Burg. en Weth. 4°. Verzoek van het Bestuur der Vereeniging «Oud Leiden" om toekenning van een subsidie ad /300.ter tegemoet koming in de kosten van uitgave van een geïllustreerde be schrijving van eenige belangrijke gebouwen in Leiden. Dit stuk luidt als volgt: Aan den Raad der Gemeente Leiden. Geeft met verschuldigde achting te kennen, het bestuur der Vereeniging Oud-Leiden te Leiden, dat het voornemens is eene geillustreerde beschrijving uit te geven van de gebouwen in deze gemeente, die uit een kunst- of historisch oogpunt belangrijk zijn. dat het de H. H. Mr. J. C. Overvoorde, H. J. Jesse, W. C. Mulder en J. A. Verhoog heeft bereid gevonden om de ge gevens voor deze beschrijving geheel belangeloos bijeen te brengen en te bewerken en dat een uitgever alhier zich be reid heeft verklaard om eene overeenkomst te sluiten over het uitgeven der beschrijving, dat een dergelijk werk door het bestuur van zeer groot belang wordt geacht voor deze gemeente, daar hierdoor niet alleen de aandacht der vreemdelingen wordt gevestigd op het groot aantal belangrijke gebouwen in deze gemeente, maar ook in ruimen kring de belangstelling hiervoor kan gewekt worden, waardoor ook het behoud hiervan beter wordt verzekerd dat, wil eene dergelijke beschrijving succes hebben, het noodzakelijk is hieraan op ruime schaal illustraties toe te voegen van de belangrijkste bouwwerken. dat hierdoor groote onkosten aan de uitgave worden ver bonden, terwijl het zeer gewenscht is een ruime ver spreiding te bevorderen, door den prijs van het werk laag te stellen. redenen waarom het bestuur U verzoekt om de uitgave van dit werk, waarvan het belang door de Regeering werd erkend door het verleenen van eene Rijks subsidie van twee honderd gulden, te willen steunen, door hiervoor vanwege de gemeente eene subsidie te verleenen van drie honderd gulden. het welk doende Namens het bestuur voornoemd, J. C. Overvoorde Voorzitter. S. J. Le Poole Lzn, Secretaris. Leiden, 15 December 1906. Wordt gesteld in handen van Burg. en Weth. 5*. Verzoeken van de Leidsche Duinwatermaatschappij om: a goedkeuring tot het maken van een nieuwen kelder voor gefiltreerd water nabij den Watertoren te Katwijk; b. goedkeuring tot het bouwen van een watertoren met woning voor den bewaker op een terrein tusschen den Hoogen Rijndijk en het Utrechtsche Jaagpad c. goedkeuring tot het sluiten eeuer overeenkomst met de gemeente Katwijk voor de levering van duinwater in die gemeente, ter vervanging van de beide bestaande over eenkomsten. Worden gesteld in handen van Burg. en Weth. 6°. Amendementen van den heer Fokker op verschillende artikelen der verordening op den handel in en den verkoop van melk. Zullen worden behandeld bij punt XXII der agenda. 7°. Bezwaarschriften van verschillende personen tegen hunnen aanslag in de plaatselijke directe belasting dienst 1906. Worden gesteld in handen van Burg. en Weth. 8°. Missive van Gedeputeerde Staten houdende opmerkingen naar aanleiding van de ingezonden verordening tot wijziging van de verordening op wegen, lanen, straten, enz. en wateringen en slooten. Dit stuk luidt als volgt: s'-Gravenhageden 17/19 December 1906. Wij hebben de eer U hierbij terug te zenden de verorde- dening houdende wijziging der verordening op wegen, lanen, straten, enz en wateringen en slooten, in afschrift ingezonden bij Uwe missive dd. 7 December j 1. n°. 12/189 en noodigen IJ uit de opmerkingen, waartoe deze verordening ons aan leiding geeft aan den Raad mede te deelenmet voorstel om door wijziging der verordening aan de gemaakte bedenkingen tegemoet te komen. Alhoewel wij tegen de strekking der wijzigingsverordening als zoodanig geen bezwaar hebbenmeenen wij tochdat het zeer wenschelijk zoude zijn, indien naast de verplichting tot onderhoud der bedoelde wegen, lanen, enz. voor de eigenaars de mogelijkheid werd geschapen om deze wegen voor niet aan de gemeente af te staanonder betaling van eene billijke vergoeding voor het onderhoud Eene dergelijke bepaling is o.a. ingevoegd bij raadsbesluit van 21 Juli 1905 in een gelijksoortig artikel der bouwveror dening van de gemeente Gouda (art. 21). De Gedeputeerde Staten der provincie Zuid-Holland. Patijn, Voorzitter. Tavenraat, Griffier. Aan heeren Burgemeester en Wethouders der gemeente Leiden. Wordt gesteld in handen der Commissie voor de Strafver ordeningen. 9°. Adres van de Vereeniging van Melkverkoopers «Eens gezindheid zij ons doel" houdende bezwaren tegen de inge diende verordening op den handel in en den verkoop van melk. Dit stuk luidt als volgt: Aan de Gemeenteraad van Leiden. Geven met verschuldigde eerbied te kennen De ondergeteekenden, Franciscus Colpa le Voorz. en Nico- laas Verberg le Secretaris van de Vereeniging van Melk verkoopers «Eensgezindheid zij ons doel" te Leiden, Kon. Goedgek. 28 Maart 1904, nemen door dezen beleefd de vrijheid, namens bovengenoemde Vereeniging, het volgende onder Uwe aandacht te brengen. Dat zij teleurgesteld zijn door het afwijzend prseadvies der ommissie voor de Strafverordeningen op het verzoek dier Vereeniging, waarin zij vraagt, dat ook de veehouders, welke hunne melk binnen de gemeente invoeren, ook onder contróle der keuringsdienst komen. De bedoeling was niet, zooals zij uit het prseadvies begrijpen, om die veehouders dagelijks te controleeren, doch op ongeregelde tijden De korte strekking van het verzoek was dit, dat ook de veehouders evenals de melkverkoopers rekening houden met de keuringsdienst. Tevens nemen zij de vrijheid, eenigen bezwaren in te brengen in verband met de voorgestelde verordening op den handel in en verkoop van melk. 1°. Tegen Art. 2, omdat daarin de karnemelk niet in twee soorten wordt verdeeld evenals de afgeroomde melk. 2°. Tegen Art 6, omdat karnemelk met een gehalte minder dan 7°/0 aan vetvrije vaste stof moet voorzien zijn van het woord «Veevoeder", en omdat als karnemelk slechts mag worden afgeleverd, het product door karnen van volle melk of oom verkregen en dus niet van afgeroomde melk. 3°. Tegen Art. 10, omdat voor het uitoefenen van het be drijf van melkverkooper geboden is, naast een door Burg. en Weth. goedgekeurden Nortonput, ook in gemeenschap te staan met de duinwaterleiding.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1906 | | pagina 2