DONDERDAG 27
DECEMBER 1906.
205
De heer vam Gruting. Neen, mijnheer de Voorzitter, ik
trek het in.
XXV. Voorstel om in beginsel te beslissen of al dan niet
van gemeentewege zal worden overgegaan tot de oprichting
van een fonds voor gemeente-ambtenaren ter bestrijding van
buitengewone uitgaven in geval van ziekte.
(Zie Ing. St. n°. 286).
De heer Meuleman. M. d. V. Ik wil beginnen met het
college van Burg. en Weth hulde te brengen voor den
ernst, waarmede zij het onderzoek geleid hebben betref
fende de vraag, die in mijn motie van Augustus 1905
is neergelegd. Dat dit onderzoek, wat het eerste gedeelte be
treft, of diezelfde materie reeds in andere steden behandeld
was, negatief zou uitvallen, was mij niet onbekend. Het
geldt hier een volslagen nieuwigheid een zaakdie nog ner
gens in ons land is aangepakt.
Het tweede gedeelte van het onderzoek geeft Burg. en
Weth. verschillende resultaten, waarin zij aanleiding meenen
te vinden een afwijzend praeadvies te moeten uitbrengen op
die motie. Ik acht echter de motiveering van Burg. en
Weth. niet geheel juist. Burg. en Weth. hebben gemeend
het beste te doen met aan de directeuren der verschillende
takken van dienst van de Gemeente te vragen, hoe de zaken
stonden in de laatste tien jaren. M. i. echter behoort het
aantal ziektegevallen, dat hun is opgegeven te worden ver
deeld over de laatste vijfjaren, want alle gevallen, waarbij
sanatoriumverpleging is toegepast, zijn voorgekomen in de
laatste vijf jaren, terwijl van sanatoriumbehandeling, vooral
van de mindere menschenvoor tien jaar nog absoluut geen
sprake was. Burg. en Weth. hadden wel een onderzoek
kunnen instellen, loopende over de laatste vijftig jaar! Sana
toriumbehandeling is een zaak van de twintigste eeuw. Het
aantal gevallen, dat voorgekomen is, is te verdeelen over
vijf jaar en daardoor is het aantal gevallen per jaar twee
maal zoo groot als in de conclusie van Burg. en Weth
vermeld. Er waren 31 gevallen waarover het onderzoek kon
loopen. Daarvan waren er 18 verpleegd, terwijl er slechts
vier waren, die een gemeentelijke bijdrage hadden gehad.
Nu rijst al aanstonds de vraag, welke gemeente-ambtenaren
hebben dan een gemeentelijke bijdrage gehad? Wat is daar
bij de maatstaf? Dat heeft tot nu toe geheel afgehangen van
de een of andere goede bui van den Raad. Een bode van het
Stadhuis en een apothekeres kregen wel hulp, maar een po
litieagent niet. Waarom niet? U zult mij tegenwerpen,
mijnheer de Voorzitter, die 14 menschen hebben het zelf betaald
of zijn gesteund door particulieren. Maar U weet toch zelf wel,
hoe moeilijk het is om particuliere bijdragen te krijgen voor sa
natoriumbehandeling en ik vraag U hebt zooeven ge
sproken van de eer van Leiden gaat het aan voor de eer
van Leiden, dat met lijsten moet worden rondgegaan en
op alle mogelijke manieren geld bijeengescharreldwant
bijeenscharrelen is het, om aan ambtenaren van de Gemeente
een verpleging te verzekeren, die volgens den eisch des tijds
noodzakelijk is? Is dit een toestand, die zooals in het prae
advies wordt gezegd, wezenlijk bestendigd dient te worden?
»Het verdient de voorkeur op den ingeslagen weg voort
te gaan."
Op twee punten vestigen Burg. en Weth. de aandacht.
Eerstens, dat het aantal gevallen nog verminderen zal,
wanneer aan de aanstelling van de Gemeenteambtenaren een
Geneeskundig onderzoek voorafgaat. In zekeren zin is dit juist.
Ik meen echter te moeten waarschuwen, dat het geneeskundig
onderzoek niet juist is een preservatief tegen tuberculose of
zenuwziekte.
Vervolgens zeggen Burg. en Weth., dat het aantal gevallen
zoo groot zal worden, als er zoo'n fonds is en het niets kost.
Dan worden maar rustkuren voorgeschreven, alsof het niets
is. Het vriendelijk compliment aan den ernst, waarmede prac-
tiseerende geneesheeren hun voorschriften geven, ga ik stil
zwijgend voorbij. Van meer belang acht ik het, dat juist hier
het zwaartepunt van de kwestie ligt. Er zullen veel meer ge
vallen komen en dat is juist wenschelijk. Wanneer zulk een
fonds bestaat, zullen patiënten aangewezen worden voor sa
natoriumbehandeling, waarvoor nog genezing mogelijk is Want
dat weet U ook, mijnheer de Voorzitter, dat weet ieder, die wat
leest, alleen de beginnende tuberculose kan door goede
sanatoriumbehandeling genezen worden en meestal worden
patiënten weggezonden naar een sanatorium, wanneer zij
nog wel wat verbeterd kunnen worden en eenigszins ge
schikt worden voor hun werk, doch gewoonlijk zijn het
geen gunstige gevallen voor geheele genezing. Wat dus
Burg. en Weth. een nadeel achten van het op te richten
fonds, is juist een voordeel. Het is een vrij zonderlinge
politiek om een maatregel, die men op zichzelven goed vindt,
juist daarom niet toe te passen, omdat men bang is, dat er
gebruik van zal worden gemaakt.
Bij het bespreken van de verschillende voorgekomen ge
vallen vind ik de motiveering, waarop het afwijzend praead
vies is gebaseerd, ook niet gelukkig. Burg. en Weth. zeggen,
dat 13 maal opname gewenscht zou zijn geweest, altijd naar
de verklaring van het uit den aard der zaak niet deskundig
hoofd van den betrokken dienst. Zij leggen dus den nadruk
op de niet deskundigheid van het hoofd van dienst en willen
te kennen geven, dat het waarschijnlijk als er deskundigen
bij waren geweest, niet zoo erg zou zijn geweest. Ook hier
bén ik juist het tegenovergestelde van meening Juist het
feit, dat niet-deskundigen opname noodzakelijk achten, toont
aan, dat de afwijkingen zoo duidelijk waren, dat ze ieder in
het oog vielen. Niet alleen dus, ware opname wenschelijk
geweest, maar die 13 patiënten hadden veel eerder moeten
zijn opgenomen in een sanatorium, voordat het hoofd van
den dienst de opmerking kon maken.
Wanneer wij de verschillende stukken nagaan, die hier
over zijn ingeleverd, dan vinden wij daarin sprekende feiten.
Zoo staan in een tak van dienst drie sterfgevallen genoteerd,
waarbij sanatoriumbehandeling eenvoudig niet gedacht kon
worden, omdat er geen geld was.
Bij een anderen tak van dienst moest een persoon gepension-
neerd worden, omdat er geen geld was voor zulk een behande
ling ware er wel gebt geweest, dan had de man wellicht nog
diensten voor de Gemeente kunnen praesteereu, zooals de
Directeur opmerkte.
Door verschillende hoofden van dienst, ook door enkele
schoolhoofden worden meerdere gevallen genoemd, die in
aanmerking zouden kunnen komen, maar er was geen geld.
Welnu, mijnheer de Voorzitter, deigdijke opmerkingen
zouden niet of althans veel minder gemaakt kunnen worden,
indien bij het begin een behoorlijke behandeling had kunnen
worden toepast.
Nu spreek ik nog alleen van de resultaten voor de patiën
ten zeiven, terwijl ik de vraag, in hoeverre patiënten met
tuberculose gevaarlijk kunnen zijn voor hun omgeving, on
aangeroerd laat. Men behoeft hierbij slechts te denken aan
het corps onderwijzers, die het grootste gedeelte van den dag
in omgang zijn met de kinderen. Ligt het dan niet op den weg
der overheid, hier voor te gaan ten einde gezonde denkbeelden
ingang te doen vinden en den weg te wijzen voor andere
organisaties?
En nu werpe men mij niet tegendat sanatoriumhehan-
deling ook niet altijd goede resultaten geeft. Ik weet, dat er
tal van gevallen zijn, waarbij de behandeling zonder resul
taten bleef, maar gewoonlijk zijn dat die gevallen, die te
laat in het sanatorium kwamen en te vroeg zijn weggegaan.
En de patiënten, die van een middelmatig inkomen het zelf
moeten bekostigen of door bijdragen van particulieren ge
steund worden, zijn juist degenen, die laat komen en vroeg
weggaan.
Nu zult U vragen, of ik niets gevoel, voor de zeer vele
groote bezwaren, die te berde zijn gebracht. Zonder twijfel,
mijnheer de Voorzitter. Ik zal niet trachten alle vragen, die
Burg. en Weth. in hun praeadvies stellen, te beantwoorden.
Als ik dat deed, hadden wij het advies van Prof. van Geer
niet noodig. Ik vraag mij echter af, of de oprichting niet kan
worden vergemakkelijkt door de samenwerking van verschil
lende gemeenten. Er zijn gemeenten, die het idee, dat in
mijn motie is belichaamd, niet onuitvoerbaar achten; er zijn
gemeentendie het zouden toejuichen, wanneer dat doorge
voerd kon worden. Ik vraag: zou het niet mogelijk zijn een
combinatie van grootere gemeenten bv. in Zuid-Holland te
krijgen? Dat is geen nieuwigheid; de Ongevallenwet heeft
een dergelijke samenwerking in het leven geroepen. Misschien
is het mij vergund dit punt onder de aandacht te brengen
van onzen wethouder voor sociale aangelegenheden
lk meen aangetoond te hebben, dat de conclusie van Burg.
en Weth., als zou de behoefte aan een fonds als bovenbedoeld
niet voldoende bewezen zijn, nog wel aan twijfel onderhevig
is en zou mijn medeleden in dezen Raad in overweging
willen geven niet in te gaan op het advies van Burg. en
Weth., maar tenminste de wenschelijkheid van oprichting
in beginsel uit te spreken, het overlatende aan Burg. en
Weth., welke stappen zij willen doen, om te komen tot die
oprichting, al of niet in samenwerking met andere gemeen
ten. Men vergete niet, dat de strijd tegen een volksziekte
als de tuberculose gestreden moet worden met alle mogelijke
middelen en dat ook in dezen strijd organisatie een van de
voornaamste dingen is.
De Voorzitter. Ik zal trachten zooveel doenlijk de zaakrijke
rede van den heer Meuleman, die ik echter niet zoo dadelijk
kon volgen, te beantwoorden. Ik zal eenige punten uit zijn
betoog releveerenom hem daarover te woord te staan. Ik
wil echter dadelijk op den voorgrond stellen, dat de heer
Meuleman toch blijk geeft met onze conclusie mede te gaan,
althans gedeeltelijk, dat het voor deze gemeente op zich zelf
bezwaarlijk doenlijk is, om voor de gevallen waarvan sprake
is een gemeentelijk ziekenfonds op te richten, omdat deze
gevallen te sporadisch voorkomen. Bovendien zouden alle