aangenomen met 18 tegen 9 stemmen.
Voor stemmen de heeren: Reimeringer, Zwiers, Juta,
Korevaar, Fokker, Zaalberg, van Hamel, van Gruting, Has-
selbachLe Poole, de Goeje, Fockema Andreae, Sytsma,
van der Lip, Paul, van der Eist, Witmans en de Boer.
Tegen stemmen de heeren: Eerstens, A. Mulder, Meule-
man, Bots, Bosch, Driessen, P. J. Mulder, Vergouwen en
van Tol.
Volgnr. 168 wordt daarop verminderd met/1583.zonder
hoofdelijke stemming goedgekeurd.
Volgn. 169 wordt zonder beraadslaging en zonder hoofde
lijke stemming goedgekeurd.
Beraadslaging over volgn. 170, luidende: Rosten van de
gemeente-apotheekƒ8971.
De heer Meuleman. M. d V. Ik zie hier, dat in de stads
apotheek twee apothekersbedienden zijn, waarvan de eerste
is uitwonend en een salaris geniet van 775, terwijl de
ander is inwonend en tot nu toe ook geniet een salaris van
775—. Nu wordt gezegd, dat eene verhooging van ƒ100.
als kostgeld voor de inwonende bediende wordt noodig ge
acht. Ik begrijp niet goed, hoe dat tot hiertoe wel kon voor
f300.— maar nu ineens ƒ400.— moet worden. Mij dunkt,
dat de gemeente dan beter uit was met twee uitwonende
bedienden.
De Voorzitter. Door den apotheker is in overeenstemming
met de Commissie voor de gemeente-apotheek voorgerekend
dat ƒ300 voor inwoning te weinig was, want de apotheker
kreeg dat, maar hij kon het er niet voor doen, zoodat het
bedrag moest worden verhoogd.
De heer Meuleman. Is het dan niet voordeeliger voor de
gemeente om twee uitwonende bedienden te hebben?
De Voorzitter. Er moet altijd één inwonend zijn voor
het geval de apotheker afwezig is; het zou gevaarlijk kunnen
zijn, als er eens niemand was. Een van de twee moet dus
inwonend zijn, en de ander uitwonend.
Volgn. 170 wordt daarop zonder hoofdelijke stemming goed
gekeurd.
Volgnrs. 171176 worden achtereenvolgens zonder beraad
slaging en zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd.
Aan de orde is volgn. 177: y>Subsidiën aan werkhuizen en
dergelijke armeninrichtingen"4000
Hierbij komt allereerst aan de orde de begrooting voor
de Stedelijke Werkinrichting.
Deze begrooting wordt zonder beraadslaging en zonder
hoofdelijke stemming goedgekeurd.
Volgn. 177. wordt daarop zonder beraadslaging en zonder
hoofdelijke stemming goedgekeurd.
(De heer Aalberse komt ter vergadering).
Volgnrs 178—182 worden achtereenvolgens zonder beraad
slaging en zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd.
Beraadslaging over volgn. 183, luidende: y>Kosten van de
gemeentelijke arbeidsbeurs'410.
De heer Paul. In twee secties is het voorstel gedaan om
de toelage voor den bewaarder van de stadstimmerwerf in
zijne kwaliteit van secretaris van de Arbeidsbeurs met ƒ150
te verhoogenen dus te brengen op ƒ250. Dat voorstel
heeft tot mijn leedwezen niet de goedkeuring van Burg. en
Weth. weggedragen, en wel op twee gronden. De eerste
grond is deze, dat de bewaarder van de stadstimmerwerf de
werkzaamheden als secretaris voor de Arbeidsbeurs doet in
den tijd van de gemeente, dat is tusschen 912 en 25 uur.
Maar Burg. en Weth. vergeten, dat daardoor dan ook op
den dag de administratie op de stadstimmerwerf achter is,
zooals de secretaris van de Arbeidsbeurs heeft medegedeeld,
dat hij des avonds gemiddeld een paar uur noodig heeft om
die administratie bij te werken.
En de tweede reden, die Burg. en Weth. opgeven, is deze.
Men zegt, dat de Arbeidsbeurs nog is in den tijd van proef
neming. Maar mij dunkt, dat het toch geen ernst zijn kan
om dat als motief te gebruiken om geen verhooging toe te
staan. Immers, wanneer de Arbeidsbeurs werd opgeheven,
dan hield het traktement van den secretaris vanzelf ook op.
Nu wil ik dat voorstel tot die verhooging op dit oogen-
blik niet handhaven, maar wensch Burg. en Weth. te ver
zoeken bij eene volgende begrooting die zaak in ernstige
overweging te nemen.
uja geieuen.
De heer Paul. Dat is wel mogelijkmaar toen was de
arbeidsbeurs er nog niet.
De Voorzitter. In zijne gewone betrekking heeft hij toch
eene verhooging van bezoldiging verkregenwaardoor in elk
geval zijne maatschappelijke positie is verbeterd. Ik kan ech
ter de verzekering gevendat bij eene volgende begroo
ting deze zaak met grooten ernst zal worden overwogen.
Volgn. 183 wordt zonder hoofdelijke stemming aange
nomen.
De volgnrs. 184—194 worden achtereenvolgens zonder be
raadslaging en zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
Volgn. 195 wordt, verminderd met 73, zonder hoofdelijke
stemming goedgekeurd.
Volgnrs. 196196 worden achtereenvolgens zonder beraad
slaging of hoofdelijke stemming goedgekeurd.
Beraadslaging over volgnr. 200, luidende: i>Kosten vallende
op het voeren van gedingen"Memorie.
De heer Fokker. M. d. V. Dit artikel wordt uitgetrokken
»voor memorie." Ik zou aan Burg. en Weth. willen vragen
of integendeel niet een zeker geraamd bedrag moet worden
uitgetrokken. De begrooting ziet er anders m.i. mooier uit,
dan zij wezen moest, want het is toch wel te verwachten,
dat voor dit doel eenig geld zal moeten worden uitgegeven.
De Voorzitter. Het geldt hier kosten, die meer speciaal
op onteigeningen vallen en die bij de begrooting niet vooruit
kunnen worden geraamdbij de onteigening van de veemarkt
is dit ook niet het geval geweest.
Volgn. 200 wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
De volgnrs 201—208 worden achtereenvolgens zonder be
raadslaging en zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
De Voorzitter. Volgnr. 209, onvoorziene uitgaven, wordt
aangehouden.
De volgnrs. 210 en 211 worden achtereenvolgens zonder
beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
Beraadslaging over volgn. 212, luidende: Kosten van het
sluiten van geld leening en"Memorie.
De heer Reimeringer. M. d. V. Deze post is ook voor
Memorie uitgetrokken. Is het wel gewenscht voor dit doel
een post uit te trekken? Ik vermoed toch dat er dit jaar
bij de ontzettend hooge geldkoersen van het sluiten van
eene leening niets zal komen, zoodat het volgende jaar voor
dat doel eerst gelden zullen noodig zijn.
De heer Juta. Ik zou den Raad wel in overweging willen
geven dien post zoo te behouden. Het is volstrekt nog niet
zoo zekerdat er geen leening zal worden uitgegeven en dan
zouden wij naderhand voor de kosten bij den Raad moeten
komen.
De heer Reimeringer. Ik blijf met den heer Juta van
meening verschillen. Ik geloof niet, dat dit jaar de geldkoers
zoo zal dalen, dat wij een geldleening van 3| zullen kunnen
sluiten.
De heer Juta. Mocht het dan in dit jaar niet zijn, dan
wellicht in de eerste maanden van het volgende jaar.
Volgn. 212 wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
De volgnrs. 213—215 worden achtereenvolgens zonder be
raadslaging en zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
De Voorzitter. Alsnu komen in behandeling: de inkomsten.
De volgnrs. 1 en 2 worden achtereenvolgens zonder beraad
slaging en zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
Beraadslaging over volgn. 3 luidende Huur of pacht van
landerijen"f 6186.
De heer van der Lip. M. d. V. In de sectievergadering
heb ik eene vraag gesteld, die door een misverstand niet in
het Verslag is opgenomen. De vraag was deze, of Burg. en
Weth. ons wellicht al zouden kunnen mededeelen, welke be
stemming zij zouden willen geven aan de verschillende
landerijen, die de Gemeente in haar bezit heeft. In de tweede
plaats heb ik gevraagd of, zoolang aan die landerijen nog geen
bepaalde bestemming is gegeven, zij niet wat meer produc
tief kunnen gemaakt worden. Ik heb die vraag toen gedaan
naar aanleiding van een bericht in de courantendat in Den