DONDERDAG 18 OCTOBER 1906. 147 dat 1 November juist is een Donderdag; dat is zoo ongelukkig als het maar zijn kan, want het maakt bijna een geheele week verschil. Onder deze omstandigheden deel ik den Raad mede, dat wij wenschen af te wijken van het gevolgde gebruik om altijd op Donderdag te vergaderen, dus in de laatste dagen van October de begrooting wenschen te behan delen, om ons te houden aan den wettelijken termijn. Uiterlijk twee maanden vóór het einde van het jaar moet de begrooting behandeld worden. Wij wenschen de behandeling van de begrooting voorloopig vast te stellen op Maandag 29 October, des namiddags te 1 uur, terwijl die dan desnoods 's avonds kan voortgezet worden. Wenscht nog een van de heeren het woord? De heer Zwiers. M. d. V. Het doet mij leed, dat de Alge- meene Rapporteur op het oogenblik niet aanwezig kan zijn. Ik wensch hier echter te verzekeren, dat de Rapporteur van de Derde en die van de Eerste Sectie reeds de week volgende op de sectie-vergaderingen het rapport bij den Algemeenen Rapporteur hebben ingediend, maar meer dan een week hebben moeten uitzien naar de convocatie voor de vergadering, zoodat ik de verantwoordelijkheid en schuld hiervan van mij af moet schuiven. De Voorzitter. Wij hebben, zooals U wel begrijpt, in het geheel geen schuld op de Rapporteurs geworpen. Ik heb alleen gezegd: tot ons leedwezen heeft het verslag ons niet zoo tijdig bereikt, dat wij klaar konden zijn op den 25sten. Ik heb nog erbij gezegd, dat de omstandigheden zeer ongunstig zijn, omdat de 31ste October juist een Woensdag is en niet een Donderdag; vergeleken met andere jaren zijn wij dus in ongunstige conditie. De heer Fokker. M. d. V. Mag ik vragen: is er nu be sloten, dat er des Maandags ook een avondzitting zal plaats hebben Is dat door den Raad besloten De Voorzitter: Ik heb gezegd: zoo noodig des avonds. De heer Fokker. Ik heb nogal bezwaar tegen een avondzitting. De Voorzitter. Het is de gewoonte, dat de begrooting, indien noodig, in een avondzitting afgehandeld wordt om zoo mogelijk in één dag klaar te zijn. De heer Van Gruting. M. d. V. Ik acht mij verplicht met het oog op de publieke veiligheid het Dagelijkseh Bestuur attent te maken op den nooduitgang, die bestaat in de kleine gehoorzaal. Die is, m. i., zoo slecht, dat die misschien bij geval net zooveel schade zou kunnen veroorzaken als de geheele brand. Ik geef in overweging dat dadelijk eens te doen onder zoeken en eventueel veranderingen te laten aanbrengen. De Voorzitter. De nooduitgang in de kleine gehoorzaal? Wat mankeert daaraan De heer Van Gruting. Die bestaat in een gat in de vloer, zoo nauw, dat men er niet door kan, wanneer men eenigs- zins corpulent is. In plaats van daar een behoorlijke trap aan te brengen, is daar een uitgang, het best te vergelijken met den ingang van een kajuit van een schip, een klein schip, of met den ingang van een machinekamer. Wanneer U het laat gadeslaan, zult U zien, dat ik gelijk heb en zullen er zeker wel maatregelen genomen worden. De Voorzitter. Ik dank U voor Uw mededeelingen. Ver langt nog iemand het woord? De heer Witmans. Het is maar een vraag, mijnheer de Voor zitter, ik zal het heel kort maken. Er zijn mij enkele klachten ter oore gekomen, als ik ze zoo mag kwalificeeren, ten opzichte van het geven van bijzonder verlof bij het sluiten van koffiehuizen op den feestdag van 3 October. Toen heeft een koffiehuis houder, vermoedelijk meerdere, op de Breestraat vergunning gehad om tot twee uur open te blijven en op de Beesten markt is dat geweigerd geworden; ten minste, zoo is mij gezegd: dat mocht daar niet langer dan 1 uur. Ik zou willen vragenis dat zoo, mijnheer de Voorzitter? Ik kan mij haast niet voor stellen, dat het inderdaad zoo is, want dan zou hierop in deze met twee maten worden gemeten. Mocht U op dit oogen blik niets kunnen zeggen, dan wilt U wellicht daarnaar infor- meeren, en houd ik mij aanbevolen een volgende vergadering er iets van te vernemen. De Voorzitter. Zooals U weet, is de regeling van het sluitingsuur in de Verordening opgedragen aan den Burge meester, en het is altijd de vraag, of hij daaromtrent ver antwoording aan den Raad schuldig is. Maar U weet wel, dat dergelijke vergunningen altijd door de politie geregeld wordendaar zal dus wel een goede reden voor zijn. Maar ik zal de zaak onderzoeken. De heer Witmans. Heel graag. Niemand verder het woord verlangende, wordt de openbare vergadering gesloten en veranderd in eene vergadering met gesloten deuren. Te Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. Groen Zoon.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1906 | | pagina 11