GEMEENTERAAD VAN LEIDEN. 105 IK GEKOMEN STTKKEI N°. 250. Leiden, 14 October 1906. De Commissie van Financiën heeft de eer U mede te deelen, dat /ij geen bezwaar heeft tegen de begrootingsregelingen behoorende bij de voordrachten van Burgemeester en Wet houders, opgenomen onder nos 236 en 249 der Ingekomen Stukken, wanneer de Raad tot de daarbij bedoelde hoogere uitgaven besluit. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën. N°. 251. Leiden, 16 October 1906. Ter vervulling der vacature van onderwijzeres aan de open bare lagere school in de Heerenstraat, ontstaan door het met ingang van 1 September verleend eervol ontslag aan Mej. A. M. Hoek, hebben wij de eer Uwe Vergadering de volgende voordracht aan te bieden: 1°. Mej. C. C. VAN KEULEN, tijdelijk onderwijzeres aan de school der 3e klasse No. 1. 2°. Mej. V. E. DIETRICH, onderwijzeres te Boskoop. 3°. Mej. L. W. PRONK, tijdelijk onderwijzeres aan de school der 3e klasse No. 3. Onder mededeeling dat deze voordracht is opgemaakt in overleg met den Arrondissements-Schoolopziener, na inge wonnen bericht van het hoofd der school, en dat de desbe treffende stukken in de Leeskamer ter lezing zijn nedergelegd, verzoeken wij U tot eene benoeming over te gaan. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 252. Leiden, 23 October 1906. Wij hebben de eer Uwe Vergadering hierbij, in overleg met den Arrondissements-Schoolopziener en na ingewonnen bericht van het hoo'd der schoolde volgende voordracht aan te bieden voor de benoeming van een onderwijzer met verplichte hoofdakte aan de openbare school 2e klasse voor Jongens en Meisjes, ter vervulling van de vacature, ontstaan door de benoeming van den heer A. J J. Verbrugge tot onderwijzer met verplichte hoofdakte aan de Jongensschool 2e klasse. 1°. F. A. SCHILTHUIZEN, onderwijzer aan de openbare Jongensschool 2e klasse; 2°. W. WOLDA, onderwijzer aan de openbare school der 3e klasse N°. 5; 3°. J. HEEMSTRA, onderwijzer aan de openbare school der 3e klasse N°. 5. Onder mededeeling, dat de desbetreffende stukken in de Leeskamer ter inzage liggenverzoeken wij U tot eene benoeming over te gaan. Tevens stellen wij U voor om, bijaldien N°. 1 van de voordracht mocht worden benoemd, de benoeming te doen ingaan op 15 Januari 1907, aangezien, met het oog op het aan het hoofd der Jongensschool 2e klasse om gezondheids redenen verleende verlof, eene vroegere overplaatsing van den benoemde niet bevorderlijk zou zijn voor den goeden gang van het onderwijs aan die school. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 253. Leiden 25 October 1906. Door de Weduwe KargDoornaar is de wensch te kennen gegeven om het perceel Aalmarkt n°. 6, na afloop van het loopende huurcontract op 30 April 1907, weder voor den tijd van één jaar te mogen inhuren. Echter zou zij den huurprijs gaarne van f 304 op 250.per jaar vermin derd zien, omdat ook de huurder van het naastaanliggend perceel Aalmarkt n°. 5 slechts 250.huur aan de gemeente betaalt. Tegen inwilliging van laatstgenoemd verzoek bestaat intus- schen bij de commissie van fabricage bezwaar. Wèl is de indeeling van beide huizen nagenoeg dézelfde, en mag dan ook de huurwaarde vrij wel even hoog worden geacht, maar het huis Aalmarkt n° 5 is voor 5 jaren verhuurdzoodat de kans voor de gemeente om het huis eenigen tijd leeg te hebben staan zooveel geringer is. Die meerdere zekerheid voor de gemeente weegt dan ook wel tegen een eenigszins lagere huur op. Mocht dus ook de weduwe Karg tot het aangaan van een langer huurcontract bereid blijken, dan zouden er ook te haren aanzien termen bestaan, om den huur prijs te verlagen. Deswege ondervraagd heeft nu de wed. Karg verklaard zich voor 3 jaren te willen verbinden, en de commissie van fabricage is van meening, dat onder die omstandigheden de huurprijs tot 275.per jaar zou kunnen worden terug gebracht. Ons met het advies der commissie vereenigendegeven wij U in overweging te besluiten, het perceel Aalmarkt no. 6, met ingang van 1 Mei 1907, voor den tijd van 3 jaren te verhuren aan de weduwe KargDoornaar, tegen een huur prijs van f 275.per jaar en overigens onder de thans gel dende voorwaarden. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 254. Leiden, 25 October 1906. Wij hebben de eer Uwe Vergadering de volgende voor dracht aan te bieden voor de benoeming van eene tweede onderwijzeres in de handwerken aan de openbare school der 4e klasse No. 2, ter voorziening in de vacature, ontstaan door de benoeming van Mej. P. J. Klikee tot eerste onder wijzeres in de handwerken aan de openbare school der 3e klasse No. 4. 1°. Mej. J. SCHOPHUIZEN, 3e onderwijzeres in de hand werken aan de openbare school der 3e klasse No. 2; 2°. Mej. A. L. DE VRIES, 3e onderwijzeres in de hand werken aan de openbare school der 4e klasse No. 2 3°. Mej. S. C. J. DE WEKKER, 3e onderwijzeres in de handwerken aan de openbare school der 3e klasse No. 6. Onder mededeeling, dat deze voordracht is opgemaakt in overleg met den Arrondissements-Schoolopziener, na inge wonnen bericht van het hoofd der school, en dat de desbe treffende stukken in de Leeskamer ter inzage liggengeven wij U in overweging alsnu tot eene benoeming over te gaan. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. I

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1906 | | pagina 1