99 N°. 239. Leiden, 9 October 1906. Onder overlegging van nevensgaand schrijven van de Com missie voor de bewaarscholen geven wij LI in overweging tot de benoeming van een lid dier commissie over te gaan. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Leiden, 28 September 1906. Ter vervulling van de vacature, ontstaan door het over lijden van haar medelid, den Heer F. de Stoppelaar, heeft de Commissie der Bewaarscholen de eer, aan te bevelen: 1°. den Heer Mr. C. H. BEEKHUIS, advocaat en procureur, Secr. der PI. Schoolcommissie; 2°. den Heer H. E. STENFERT KROESE, boekhandelaar en uitgever. De Commissie voornoemd: J. A. van Hamel, Voorzitter. M. van Wamelen, Secretaris. Aan Heeren Burgemeester en Wethouders van Leiden. N°. 240. Leiden, 9 October 1906. Op 31 dezer eindigt de huur van de bovenwoning van net perceel Nieuwsteeg n°. 10a. Aangezien de huurder de woning gaarne weder voor den tijd van één jaar wenscht in te huren en daartegen ook dezer zijds geen bezwaar bestaat, geven wij U in overweging de bovenwoning van het perceel Nieuwsteeg n°. 10a met ingang van 1 November a. s. weder voor den tijd van één jaar te verhuren aan den heer J. A. van der Valk Bouman, alhier, tegen een huurprijs van f 175 per jaar en overigens onder de bestaande voorwaarden. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 241. Leiden, 9 October 1906. Noch bij de commissie van fabricage, noch bij ons college be staat bezwaar tegen de inwilliging van het hierbij overgelegde verzoek van H. Wiencke om over de Trek vliet tegenover de Hugo de Grootstraat een ijzeren voetgangersbrug te mogen bouwen. Slechts zal door het opleggen van de noodige voorwaarden moeten worden gewaakt, dat de scheepvaart door de brug geen belemmering zal ondervinden en dat de brug voldoende sterk worde geconstrueerd om geen gevaar voor het verkeer op te leveren. Mitsdien geven wij u in overweging aan H. Wiencke voor noemd, behoudens rechten van derden, tot wederopzeggens vergunning te verleenen om overeenkomstig de door hem in gediende teekeningen, een ijzeren brug voor voetgangers te bouwen en te hebben over de Trek vliet tegenover de Hugo de Grootstraat, onder voorwaarde: 1°. dat de landhoofden verzwaard worden en gefundeerd op twee rijen palen in plaats van op één; 2°. dat de vaste stand der landhoofden verzekerd worde door een voldoend stevige verankering; 3°. dat elk der jukken ruste op 4palen, zoodanig geplaatst dat elke jukstijl kome te staan midden tusschen twee palen 4°. dat de afstand der jukken zoodanig genomen worde, dat de voorkanten der landhoofden strooken met de be staande beschoeiing langs den noordelijken oever en met de te maken beschoeiing langs den zuidelijken; 5°. dat de verhardingen van de door de brug te verbinden straten volgens aanwijzing aan de brug worden aan gesloten 6°. dat de uitvoering en het onderhoud van het werk ge schieden ten genoegen van Burgemeester en Wet houders en volgens nadere aanwijzing van den Directeur van Gemeentewerken; 7°. dat daags voordat met de werkzaamheden een aanvang zal worden gemaakt, hiervan worde kennis gegeven op het bureau van gemeentewerken 8°. dat bestek en teekeningen volgens welke het werk zal worden aanbesteed aan Burgemeester en Wethouders ter nadere goedkeuring worden aangeboden en dat geen begin met het werk gemaakt worde, alvorens deze goedkeuring zal zijn verleend en door adressant een waarborgsom van f 1000.ten kantore van den Ge meente-Ontvanger zal zijn gestort, welke som geheel of gedeeltelijk kan worden ingehouden, indien de uit voering niet geschiedt volgens deze voorwaarden 9°. dat de vergunning vervalt zoo daarvan voor 1 Mei 1907 geen gebruik is gemaakt; 10°. dat binnen 3 maanden, nadat de aanschrijving hiertoe door Burgemeester en Wethouders zal zijn geschied, de brug door adressant volledig zal zijn opgeruimd. Voorts schijnt het ons met de Commissie van Fabricage niet meer dan billijk, dat de gemeente de kosten van verlichting dezer brug, die een nieuw stadsgedeelte beter toegankelijk zal maken en dus ook in het belang van de ge meente zal tot stand komen, voor hare rekening zal nemen. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Aan de EdelAchtbare Heeren Burgemeester en Wethouders van Leiden. EdelAchtbare Heeren, Ondergeteekende zou gaarne voor zijn eigen kosten, een hulpbrug willen maken over de Trekvliet tegenover de Hugo de Grootstraat. Daar met de bebouwing van allen Heeren huizen op de voormalige buitenplaats van den WelEd. Heer Juta, druk wordt gewerkt, zoo zou dan een verbinding met bovengenoemd bouwterrein worden verkregen, en zal ik, wanneer de goede brug later komt, hem weer kosteloos weg laten nemen. Daar nu bedoelde teekening van de bewuste brug hierbij wordt gedaan, zoo hoop ik dat de EdelAchtbare Heeren, mijn de toestemming willen verleenen, tevens daar vier lantarens op de brug komen, zoo zou ik gaarne voor die brug, kostelooze verlichting van de Gemeente willen vragen s. v. p. 't welk doende Leiden, 6 Sept. 1906. H. Wiencke. No. 242. Leiden, 10 October 1906. Het hierbij overgelegd adres van het Bestuur der Gymnas tiek- en Schermvereeniging »Sparta" verdient eenige nadere toelichting. Uit de bewoordingen van het adres zou men toch allicht de gevolgtrekking kunnen maken, dat door ons college niet de noodige medewerking is verleend om de vereeniging aan een oefeningslokaal te helpen en dat zij daarom thans zich rechtstreeks tot Uwen Raad wendt om alsnog de beschik king over een gymnastieklokaal te erlangen. Wij wenschen daarom kortelijk uiteen te zetten, waarom deze gevolgtrekking onjuist zou zijn en dat integendeel door ons college in deze meer is gedaan, dan redelijkerwijze van ons kon worden verlangd. Bij zijn op 30 Maart bij ons college ingekomen adres ver zocht het Bestuur om met ingang van 1 April d. a. v. des Maandags en Vrijdags gebruik te mogen maken van het gymnastieklokaal der school aan de Mare en tevensbijaldien gunstig op het verzoek werd beschikt, in dat lokaal een brug te doen plaatsen, omdat zulk een werktuig daar niet aan wezig was. Uit het ter zake door het hoofd der school uitgebracht advies bleek, dat overwegende bezwaren bestonden om dat lokaal ter beschikking van de vereeniging te stellen. Uit eigen beweging hebben wij daarna onderzocht of wel licht een ander lokaal zou kunnen worden aangewezenwelk onderzoek aantoonde, dat het gymnastieklokaal der school in de van der Werfstraat op Vrijdag- en op Woensdag-(niet op Maandag-) avond zou kunnen worden beschikbaar gesteld. Aan de vereeniging werd hiervan op 8 Mei mededeeling gedaan, waarna op 7 Juni een nieuw adres van het Bestuur inkwam, waarbij het, onder mededeeling dat om overwegende redenen van de aangeboden gelegenheid geen gebruik kon worden gemaakt, verzocht om een der lokalen aan Langebrug en Garenmarkt te mogen gebruiken. Toen nu bleekdat ook deze beide lokalen op geen enkelen avond der week beschikbaar waren, stelden wij het verzoek in handen van den Directeur der Kweekschool, tevens belast met de regeling van het geheele gymnastiekonderwijs op de openbare scholen in deze gemeente, met de opdracht zich in verbinding te stellen met het bestuur der vereeniging, ten einde zoo mogelijk in onderling overleg tot een oplossing te geraken. Maai' ook dit overleg kon natuurlijk tot geen resultaat leidenwaar de vereeniging van de eenige nog beschikbare localiteit geen gebruik wenscht te maken. Voldoende kan, dunkt ons, uit het bovenstaande blijken, dat aan ons college allerminst onwil om de vereeniging behulpzaam te zijn kan worden ten laste gelegd y

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1906 | | pagina 3