88 Leiden, 24 Augustus 1906. De ondergeteekendenCommissarissen van de Stedelijke Gasfabriek, hebben de eer U ingevolge art. 3 der Verordening van den 30sten November 1876 (Gemeenteblad N°. 10) houdende reglement op het beheer en bestuur der Stedelijke Gas fabriek te Leiden, laatstelijk gewijzigd den 16den Maart 1899 (Gemeenteblad N°. 2) voor de benoeming van een Commis saris in plaats van den heer S. J. Ie Poole', aftredend lid, voor te dragen het volgend dubbeltal: den heer S. J. LE POOLE. den heer Mr. J. C. VAN DER LIP. Commissarissen voornoemd, H. C. Juta. P. J. M. Aalberse. Aan den Raad der Gemeente Leiden. N°. 206. Leiden, 28 Augustus 1906. Ter vervulling van de plaats, die in onze Commissie open valt tengevolge van de aftreding van Mr. Egbert de Vries hebben wij de eer U overeenkomstig art. 2 der Verordening van 7 Mei 1896 als lid der Commissie van Toezicht aan te bevelen de Heeren lo. Dr. C. F. T. J. MEULEMAN. 20. Mr. J. Th. C. VJRULY. De Commissie van Toezicht op het Middelbaar Onderwijs. J. J. SALVERDA DE GRAVE, Voorzitter. H. M. A. COEBERGH, Secretaris. Aan den Raad der Gemeente Leiden. N°. 207. Leiden, 29 Augustus 1906. Onder overlegging van nevensgaand schrijven van de Com missie voor het Stedelijk Museum, »de Lakenhal," geven wij Uwe Vergadering in overweging tot de benoeming van 3 ledeti dier commissie over te gaan. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Leiden, 29 Augustus 1906. De Commissie voor het Stedelijk Museum heeft de eer U te berichten, dat volgens art. 2 der verordening van 14 April 1904 aan de beurt van aftreding zijn de heeren Dr. P. J. Blok, Dr. A. W. Kroon Jr. en Dr. A. C. Hartevelt. Ter voorziening in deze periodieke vacatures worden volgens art. 3 der verordening de volgende aanbevelingen ingezonden le vacature: Dr. P. J. BLOK; Dr. P. D. CHANTEP1E DE LA SAUSSAYE. 2e vacature: Dr. A. W. KROON Jr.; Dr. S. G. DE VRIES. 3e vacature: Dr. A. C. HARTEVELT; H. VISSER J.W.zn. De Commissie voornoemd De Ridder, Voorzitter. J. C. Overvoorde, Secretaris. Aan Heeren Burgemeester en Wethouders van Leiden. N°. 208. Leiden 30 Augustus 1906. Tegen inwilliging van nevensgaand verzoek van den heer J. Th. Rinkema om eervol ontslag uit zijne betrekking van onderwijzer met verplichte hoofdakte aan de Jongensschool 2e klasse bestaat bij ons geenerlei bezwaar. Onder overlegging van het daaromtrent ingewonnen advies van het Hoofd der school geven wij Uwe vergadering mits dien in overweging aan den heer J. Th. Rinkema, op zijn verzoek, met ingang van 1 November a. s., eervol ontslag uit zijne bovengenoemde betrekking te verleenen. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Leiden, 16 Augustus 1906. Hierbij heb ik de eer U te berichten, dat er bij mij geen bezwaar bestaat tegen inwilliging van het verzoek van den heer J. Th. Rinkema om eervol ontslag uit zijn betrekking van onderwijzer met verplichte hoofdacte aan de openbare jongensschool 2e klasse met ingang van 1 Nov. 1906. Het hoofd der openbare Jongensschool 2e kl. W. Cramer. Aan heeren Burgemeester en Wethouders van Leiden. Leiden 13 Augustus 1906. Witte Singel 57. Geeft met verschuldigden eerbied te kennen De ondergeteekendeonderwijzer met verplichte hoofd akte aan de Openb. Jongensschool 2de klasse alhier; dat hij is benoemd tot onderwijzer 1ste klasse aan de Openbare Burgerschool aan de Van Hoornbeekstraat te 's-Gra- venhage. Redenen, waarom hij Uw Edelachtbaar College eerbiedig verzoekt, hem eervol ontslag te willen verleenen uit zijne betrekking alhier met ingang van 1 November 1906. 't Welk doende, J. Th. Rinkema. Den Edelachtbaren Raad der gemeente Leiden. N°. 209. Leiden, 30 Augustus 1906 Ik heb de eer Uwe vergadering mede te deelen dat, nu de orde en rust, na de voorgevallen ongeregeldheden, weder in deze gemeente zijn teruggekeerd, de door mij op 22 Augustus j.l. uitgevaardigde algemeene voorschriften van politie, als bedoeld in art. 187 der Gemeentewet, op heden zijn ingetrokken. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Te Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. Groen Zoon.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1906 | | pagina 2