DONDERDAG 12 JULI 1906.
113
De Voorzitter. Ik kan den heer Vergouwen daarop ant
woorden, dat dergelijke posten in de memorie van toelichting
bij de Begrooting uitvoerig worden uiteengezet, maar bij
rapporten zooals dit, is dat niet altijd gebruikelijk.
Intussehen is het natuurlijk niet onmogelijk, dat voortaan
steeds de zuivere winst in de rapporten over deze rekeningen
wordt vermeld. Uw wensch zal in het verslag worden opge
nomen en de Commissie voor de gestichten Endegeest en
Rhijngeest zal daarmede rekening kunnen houden.
De heer Witmans. M. d. V. Naar aanleiding van het
zooeven gesprokene, wil ik daaromtrent, als Voorzitter van
de Commissie van Financiën, een enkel woord zeggen.
De tegenwoordige Commissie heeft nl. in deze geheel de
usance gevolgd, omdat het haar juister voorkomt de rekening
uitvoerig over te leggen bij de gemeente-begrooting. Bij de
rapporten over de rekeningen van het Openbaar Slachthuis
en de Gasfabriek heeft de Commissie echter gemeend niet
aldus te moeten handelenmaar daarbij terstond de zuivere
winst voor de gemeentekas te moeten mededeelen. Dat is
de eenige reden, waarom de vermelding, welke de heer
Vergouwen wenscht, niet onder het rapport over de reke
ning van de gestichten Endegeest en Rhijngeest wordt aan
getroffen.
De Commissie van Financiën weet echter zeer weldat
het cijfer f 26853,80 niet voorstelt de zuivere winst, die de
beide gestichten voor de gemeentekas afwerpen.
De Voorzitter. Is U door het antwoord van den heer
Witmans bevredigd, mijnheer Vergouwen?
De heer Vergouwen. Ja, M. d. V., ik ben wel bevredigd,
maar ik wil er toch nog even met nadruk op wijzen, dat
het ook voor het publiek goed is te wetendat het cijfer
f 26853,80 geen zuivere winst weergeeft, maar dat die slechts
ongeveer f 7000,bedraagt. Daaraan is een belang verbonden,
waarvan de bespreking hier echter minder op hare plaats is.
De Voorzitter. Het is den heer Vergouwen zeker wel bekend,
dat de rekening van de gestichten Endegeest en Rhijngeest in
de memorie van toelichting bij de Regrooting apart wordt
afgedrukt. Daarin komt dan tevens voor het resultaat, hetwelk
IJ thans wenscht geconstateerd te zien.
De beraadslaging wordt gesloten.
De rekening wordt zonder hoofdelijke stemming goed
gekeurd.
(De heeren de Vries, Meuleman, van der Lip en de Voor
zitter keeren in de Vergadering terug).
De Voorzitter. Ik kan den heeren mededeelen, dat de
rekening van de gestichten Endegeest en Rhijngeest is goed
gekeurd.
(Het presidium gaat weder over op den Burgemeester).
XIV. Rekening, dienst 1905, van de Stedelijke Gasfabriek.
(Zie Ing. St. n°. 168).
(De heer Le Poole, Commissaris der Stedelijke Gasfabriek,
verlaat de Vergadering).
De rekening wordt zonder beraadslaging en zonder hoofde
lijke stemming goedgekeurd.
(De heer Le Poole keert in de Vergadering terug).
De Voorzitter. Ik kan- den heer Le Poole mededeelen, dat
de rekening van de Stedelijke Gasfabriek zonder beraadslaging
en zonder hoofdelijke stemming is goedgekeurd.
XV. Voorstel tot uitgifte van permissiën voor het jagen op
waterwild op de Vroonwateren.
(Zie Ing. St. n°. 152).
Wordt zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming
aangenomen.
XVI. Voorstel om Commissarissen der Stedelijke Gas
fabriek te machtigen om de perceelengelegen in het Villa
park te Oegstgeest en die, gelegen aan den Rijnsburgschen-
weg tot aan den Rijksstraatweg van 's-Gravenhage naar
Leiden, aan de gasleiding aan te sluiten.
(Zie Ing. St. n°. 160).
Wordt zonder beraadslagingen zonder hoofdelijke stemming
aangenomen.
XVII. Vaststelling van de verordening, regelende de heffing
van belastingen voor het gebruik van het openbaar slachthuis
te Leiden.
(Zie Ing. St. n°. 158).
Wordt zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming
vastgesteld.
XVIII. Vaststelling van de verordening, regelende de invor
dering van belastingen voor het gebruik van het openbaar
slachthuis te Leiden.
(Zie Ing. St. n». 158).
Wordt zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming
vastgesteld.
XIX. Vaststelling van de verordeningregelende de heffing
van een belasting onder den naam van «Bruggeld" in de
gemeente Leiden.
(Zie Ing. St. n°. 159).
Wordt zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming
vastgesteld.
XX. Vaststelling van de verordening, regelende de invor-
dening van de belasting onder den naam van «Bruggeld" in
de gemeente Leiden.
(Zie Ing. St. no. 159).
Wordt zonder beraadslaging' en zonder hoofdelijke stemming
vastgesteld.
XXI. Voorstel tot verhooging der begrooting dienst 1906,
ter voldoening van de kosten van rechtskundige hulp inzake
de onteigening ten behoeve van de veemarkt.
(Zie Ing. St. n°. 154).
De heer van der Elst. M. d. V. Ik wensch mij ten opzichte
van dit voorstel alleen te bepalen tot de opmerking, dat het
honorarium van den betrokken advocaat mij zeer hoog voor
komt.
De Voorzitter. Ja, mijnheer van der Eist, oppervlakkig
beschouwd is er wel iets voor uwe opmerking te zeggen.
Doch wanneer men in aanmerking neemt, dat er niet één,
maar vier procedures zijn gevoerd, dan geloof ik, dat het
eigenlijk honorarium, ook met het oog op de vele comparities
en conferenties, die moesten plaats hebben, werkelijk niet te
hoog is.
Het voorstel wordt daarop zonder hoofdelijke stemming
aangenomen.
XXII. Voorstel tot verhooging der begrooting, dienst 1906,
voor de kosten van inrichting van de nieuwe veemarkt.
(Zie Ing. St. n°. 166).
De heer van Gruting. M. d. V. Zeer tot mijne spijt, ben
ik niet in de gelegenheid geweest de vergadering van de
Marktcommissie bij te wonen. Ik meende daar eene vraag te
doen, welke ik thans zoo vrij zal zijn, hier te stellen.
Het is mij nl. opgevallen, M. d. V., dat er verband is
gebracht tusschen de meerdere werkzaamheden van den veearts
op de markt en de oprichting van een lokaaltje voor dien
veearts. Ik kan mij zeer goed voorstellen, dat er een lokaaltje
noodig is, maar het frappeert mij, dat dit noodig zou zijn
door de meerdere werkzaamheden van den veearts. Ik zou
gaarne dat verband willen weten.
Voorts wensch ik nog de aandacht te vestigen op eene
andere zaak. Het zou n.l. zoo goed zijn, zooals ik vroeger reeds
heb gezegd, ik meen bij het voorstel tot oprichting van de
vette varkensmarktdat op die marktmet het oog op de
overbrenging van besmettelijke ziekten, er gezorgd worde,
dat aldaar een behoorlijk desinfecteerbaren bodem komt.
Ik hoop van ganscher hartedatwanneer de nieuwe markt
wordt ingericht, de Commissie van Fabricage hare aandacht
op het zooeven genoemde zal vestigen, opdat wij daar inder
daad een toestand krijgen, welke noodig en nuttig is voor
het welzijn van den varkensstapel.
Intussehen zou ik thans gaarne een antwoord hebben op
mijn eerste vraag betreffende het verband tusschen de op
richting van bedoeld lokaaltje en de meerdere werkzaamheden
van den veearts.
De Voorzitter. Is de heer Eerstens, als voorzitter der
Marktcommissie, bereid thans op die vraag te anwoorden?
De heer Eerstens. M. d. V. Op het laatste punt, door den
Heer van Gruting aangehaald, zal ik niet kunnen antwoorden,
aangezien dit eene technische kwestie is, die bij Fabricage
thuisbehoort.
Wat het lokaaltje betreft, dit wordt opgericht om den keurings
veearts gelegenheid te geven daarvan, voorzoover dit voor zijne
bezigheden noodig is, gebruik te kunnen maken.
Men verwacht n.l. dat door de uitbreiding van het markt
terrein ook het marktverkeer grooter zal worden en daardoor
voor den veearts behoefte zal ontstaan een kantoortje of lokaaltje
te zijner beschikking te hebben.
De VooRziTTER. Waaruit maakt U eigenlijk op, mijnheer
van Gruting, dat er verband wordt gelegd tusschen de aan
brenging van het kantoortje en de meerdere werkzaamheden
van den veearts?