78
Nog kunnen wij u, naar aanleiding van den inhoud van het
verzoek, mededeelen dat Mej. Sparnaay blijkens den uitslag
van het door twee stadsgeneesheeren naar haren gezondheids
toestand ingesteld onderzoek, op grond van ziekte van het
zenuwgestel niet meer in staat is hare werkzaamheden bij
voortduring waar te nemen en dat zij mitsdien krachtens het
bepaalde bij art. 3 sub b der verordening van 20 Maart 1902
(Gem. BI. no. 6) na bekomen eervol ontslag aanspraak op
pensioen zal kunnen doen gelden.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
's-Gravenhage, 9 Juli 4906.
Onder terugzending van bijgaande stukken heb ik de eer,
Uw College te berichten, dat tegen het verleenen van een
eervol ontslag aan Mej. M. J. Sparnaay als leerares aan de
gemeente-kweekschool bij mij geen bezwaar bestaat.
De Schoolopziener in het district 's-Gravenhage,
R. v. Goens.
Aan hh. Burgemeester en Wethouders van Leiden.
Leiden, den 18en Mei 1906.
Onder terugzending van bijgaand verzoekschrift heb ik de
eer U te berichten, dat bij mij geen bezwaar bestaat tegen
het verleenen van een met den len September e. k. in te gaan
eervol ontslag aan Mej. M. J. Sparnaay als leerares in de
nuttige handwerken voor meisjes aan de Kweekschool voor
Onderwijzers en Onderwijzessen.
De Directeur der Kweekschool
N. Brouwer.
Aan den Heer Burgemeester van Leiden.
Aan den Gemeenteraad van Leiden.
Geeft met verschuldigde eerbied te kennen Maria Johanna
Sparnaaij, leerares in de nuttige handwerken aan de Kweek
school voor onderwijzers en onderwijzeressen te Leiden,
dat zij uit genoemde betrekking eervol ontslag verzoekt
tegen 1 September a.s.
Tot deze ontslag aanvrage voelt zij zich zedelijk verplicht,
daar haar leerlingen in de laatste jaren niet meer slagen
voor het examen in de nuttige handwerken. In de eerste
jaren waren de resultaten schitterend, op eens is dit om
gekeerd.
Hoe onaangenaam het is op deze wijze te moeten heen
gaan na 20 jaren met liefde en toewijding werkzaam te zijn
geweest, laat zich beter gevoelen dan beschrijven.
Ook is het voor haar een gevoeligen slag het salaris te
moeten missen en daarenboven nog de aanspraken op pensioen
Met het oog op de rede van het ontslag nemen en de 20
dienstjaren neemt zij hierbij de vrijheid aan den Gemeente
raad het beleefd verzoek te richten op toekenning van eenig
pensioen.
Hetwelk doende enz.,
M. J. Sparnaaij.
Leiden, den 15de Mei 1906.
No. 180. Leiden, 20 Juli 1906.
Door commissarissen der stedelijke gasfabriek werd voor
eenigen tijd onze aandacht gevestigd op het belang dat de
gemeente had om over het perceel Prinsensteeg no. 2 te
kunnen beschikken.
Dat perceeltje toch grenst aan het terreinbestemd voor
den bouw der electrische centrale en is zeer bouwvallig, zoodat
zich bij het heiwerk ten behoeve der centrale allicht moei
lijkheden zouden voordoen.
Pogingen destijds door ons college aangewend om, behoudens
uwe nadere goedkeuring, voor een koopsom van ƒ900.den
eigendom van het perceeltje voor de gemeente te verkrijgen
'hadden echter niet het gewenschte gevolg.
Thans evenwel, ziende dat ons college niet. geneigd bleek op
den aanvankelijken door hem gestelden overdreven eisch van
1700.(later tot f 1400.en f 1200.teruggebracht) in
te gaan, heeft de eigenaar zich alsnog bereid verklaard het
perceel voor de door ons geboden f 900.overigens nog een
behoorlijken prijs, aan de gemeente af te staan.
Het komt ons voor dat van deze gelegenheid om de vrije
beschikking over dit voor de electrische centrale zoo ongunstig
gelegen perceeltje te erlangen, moet worden gebruik gemaakt.
Uit den aard der zaak zullen de voor den aankoop benoo-
digde gelden door leening moeten worden gevonden, terwijl
rente en aflossing op de gewone wijze door de gasfabriek
aan de gemeente zullen moeten worden vergoed.
Mitsdien geven wij u in overweging:
lo. te besluiten tot den aankoop van het perceel Prinsen
steegje, no. 2 voor de som van 900.
2o. over te gaan tot de vaststelling van den hierbij over-
gelegden suppletoiren begrootingsstaat, groot met inbegrip
van de kosten van overdracht 949 50;
3o. te bepalen dat door de fabriek van het sub 2° genoemde
kapitaal een rente van 5% aan de gemeente zal worden be
taald en dat jaarlijks 5% zal worden bestemd tot aflossing
van schuld of kapitaalbelegging, te beginnen met het
jaar 1907.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 181. Leiden, 20 Juli 1906.
Ons volkomen aansluitende aan het ter zake uitgebracht
advies van de «commissie voor het marktwezen" geven wij U
in overweging afwijzend te beschikken op nevensgaand ver
zoek van de Leidsche Tuinders Patroonsvereeniging om de
verordening, «houdende aanwijzing van de dagen, uren en
plaatsen voor het houden van de verschillende markten en
van veilingen van groente, ooft en aardappelen" in dier
voege te wijzigen, dat in het veilingslokaal op de Bloemmarkt
ook zullen mogen worden geveild «eieren en bloemen."
Daargelaten nu dat adressante haar doel zeker niet bereikt
zou zien indien, overeenkomstig haar verlangen, in plaats van
«groente, ooft en aardappelen" gelezen werd «land- en tuin
bouwproducten", aangezien eieren zeker niet onder een van
deze categoriën zouden kunnen worden gerangschikt, wijst
de commissie voor het marktwezen er o. i. zeer terecht op, dat
het invoeren van veilingen van eieren en bloemen zeer ten
nadeele zou strekken van de bloeiende bloemen- en week
markten, die iederen Zaterdag hier ter stede worden gehouden.
Zij ziet daarin een eerste stap op den weg tot verbrokkeling
van onze weekmarkt die zeker niet zonder schade voor
ons marktwezen in het bijzonder en voor het belang der ge
meente in het algemeen zou kunnen worden betreden.
Mitsdien stellen wij u voor ons te machtigen aan adres
sante te berichten, dat Uwe Vergadering geen termen aan
wezig acht om op haar verzoek in te gaan.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Aan den Raad der Gemeente Leiden.
Edel Achtbare Heeren,
Geven met verschuldigden eerbied te kennen:
G. Doeve te Leiden, en B. Hoff te Oegstgeest, in hunne
hoedanigheid respectievelijk van Voorzitter en Secretaris van
de Leidsche Tuinders Patroons Vereeniging voor Leiden en
naburige Gemeentengevestigd te Leidengoedgekeurd bij
Kon. Besluit van 19 December 1902, Staatscourant nummer
11 en deze Vereeniging alzoo vertegenwoordigende;
dat door genoemde Leidsche Tuinders Patroons Vereeniging
indertijd aan Uwen Raad is verzocht, veilingen te mogen
houden van land- en tuinbouwproducten;
dat echter in de door Uwen Raad vastgestelde verordening
gesproken wordt van veilingen van groenten, ooft en aard
appelen.
dat thans door de daartoe betrokken ambtenaren aanmer
king gemaakt wordt op het veilen van eieren en bloemen
door genoemde Vereeniging, als vallende niet onder groenten,
ooft of aardappelen.
dat adressanten gaarne dit bezwaar, zoo spoedig mogelijk,
zouden zien opgeheven, en wel door de woorden: «groenten,
ooft en aardappelen,in bedoelde verordening te vervangen
door de woorden: vland- en tuinbouwproducten
Redenen waarom adressanten zich bij deze tot Uwen
Raad wenden met het eerbiedig verzoek dat het Uwen
Raad moge behagen, bedoelde verordening zoodanig te
wijzigen dat komen te vervallen de woorden«groenten,
ooft en aardappelen," en daarvoor in de plaats gesteld
worden de woorden: y>land en tuinbouwproducten
't Welk doende enz
G. Doeve, Voorzitter
B. Hoff, Secretaris
van genoemde Leidsche Tuinders
Leiden, '16 Mei 1906. Patroons Vereeniging.
No. 182. Leiden, 21 Juli 1906.
Het kan den leden Uwer Vergadering als geregelde bezoe
kers van het Raadhuis niet onbekend zijn dat de woning
van den bediende ten raadhuize zeer veel te wenschen over
laat. En niet alleen verkeert die woning op zich zelve in
ongunstigen staat, maar bovendien levert zij een groot on
gerief op voor de geheele omgeving. Immers de inrichting