GEMEENTERAAD VAN LEIDEN. 55 IlfOEKOlIEK STrKKEJT. N°. 111. Leiden, 15 Mei 1906. De Commissie van Financiën heeft de eer U mede te deelen, dat zij geen bezwaar heeft tegen de in hare handen gestelde voordrachten betreffende: 1°. de wijziging der tarieven van het Openbaar Slachthuis (Ingek. St. n°. 100); 2°. den staat van af- en overschrijving op de begrooting van 1906, ten behoeve van de verhooging der toelage aan de Vereeniging tot bevordering van de opleiding tot instrumentmaker (Ing. St. n°. 105); 3°. den verkoop van grond onder de gemeente Noordwijker- hout aan L. Meeuwenoord (Ing. St. n°. 110); 4°. de tijdelijke geldleening ter voorziening in de behoefte aan kasgeld met bijbehoorenden begrootingsstaat (Ing. St. n<>. 99); 5°. den begrootingsstaat model C (Ing. St. n°. 89); 6°. de kostelooze overname van een gedeelte van de Nassau- straat, van J. van der Tas (Ing. St. n°. 101); 7°. den staat van af- en overschrijving, ad/200.ten be hoeve van de uitkeering van gratificatiën wegens 25- jarigen dienst aan eenige werklieden en politieagenten (Ing. St. n°. 96). De Commissie adviseert U mitsdien tot aanneming van al deze voordrachten. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën. N°. 112. Leiden, 17 Mei 1906. Wij hebben de eer Uwe Vergadering de navolgende voor drachten aan te bieden voor de benoeming van eene 4e onder wijzeres in de handwerken aan de openbare scholen der 3e klasse N°. 6 en 4e klasse N°. 1, ter vervulling van de vaca tures, welke zijn ontstaan door het aan de dames E. J. J. Wage- mans en D. G. A. Koster verleend eervol ontslag: School Se klasse iV°. 6: 1®. Mej. A. M. KOSTERS, 4e onderwijzeres in de handwerken aan de O. L. school der 4e klasse N°. 2; 2°. Mej. M. VAN DER HORST, werkzaam aan de O. L. school dör 4ö klasse 1 3°. Mej. J. VAN DER STEL, werkzaam aan de O. L. school der 4e klasse N°. 2; School 4e klasse N°. 1: 1°. Mej. M. VAN DER HORST, werkzaam aan de O. L. school der 4e klasse N°. 1 2°. Mej. J. VAN DER STEL, werkzaam aan de de O. L. school der 4e klasse N°. 2. 3°. Mej. J. G. D. VAN GULIK, werkzaam aan deO. L. school der 3e klasse N°. 4. Onder mededeeling, dat deze voordrachten zijn opgemaakt in overleg met den Arrondissements-Schoolopziener, na inge wonnen bericht van de hoofden der betrokken scholen, en dat de desbetreffende stukken in de Leeskamer ter inzage liggen, geven wij U in overweging alsnu tot eene benoeming over te gaan. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. No. 113. Leiden, 19 Mei 1906. Ter vervulling van de vacature van Directrice der Hoogere Burgerschool voor meisjes hebben wij de eer U de volgende, na verhoor van den Inspecteur opgemaakte aanbevelingslijst van benoembaren aan te bieden: 1°. Mej. B. C. G. NUMAN, leerares in de Engelsche taal; 2°. Mej. C. J. VAN DE VEN SAUVEUR, leerares in de Fransche taal; beiden aan de Hoogere Burgerschool voor Meisjes, te Rot terdam. Onder mededeeling dat de desbetreffende adviezen van de Commissie van Toezicht en van den Inspecteur van het Mid delbaar Onderwijs in de Leeskamer ter inzage liggen, ver zoeken wij U alsnu tot een benoeming over te gaan. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. No. 114. Leiden, 22 Mei 1906. Ter vervulling van de vacature aan de school 3e klasse No. 3, ontstaan door de benoeming van den onderwijzer G. H. Nuesink tot onderwijzer met verplichte hoofdacte aan de school 3e kl. no. 6, hebben wij de eer U, na ingewonnen bericht van het Hoofd der school en in overleg met den Ar rondissements-Schoolopziener, de volgende voordracht aan te bieden 1°. A. SJOUW, onderwijzer te Nieuwenhoorn; 2°. H. F. LYNBACH, onderwijzer te Nootdorp; 3°. G. BLOK, ouderwijzer te Voorhout. Onder mededeeling, dat de stukken in de Leeskamer ter inzage liggen, verzoeken wij U tot eene benoeming over te gaan. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 115. Leiden, 12 Mei 1906. De Commissie van Financiën heeft de eer U mede te deelen, dat zij geene bedenkingen heeft tegen: 1° de rekening en verantwoording der Gezondheidscom missie over het dienstjaar '1905; 2° de rekening en verantwoording van de Kamer van Koop handel en Fabrieken over het dienstjaar 1905; 3° den staat van af- en overschrijving op de begrooting der Stadsbank van Leening, dienstjaar 1905, en 4° den staat van af- en overschrijving op de begrooting der Stedelijke Werkinrichting en den suppletoiren staat van begrooting dier instelling, beide over het dienst jaar 1905. Zij stelt U derhalve voor beide rekeningen en die staten goed te keuren. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën. N°. 116. Leiden, 19 Mei 1906. Ten noorden van den Lagen Rijndijk, evenwijdig aan de Sieboltstraat, in de buurt van de Formosa- en Nipponstraten, bevindt zich een 12 meter breede nieuwe straat, die reeds gedeeltelijk bewoond is. Eveneens is reeds ten deele bewoond de voorname, 15 meter breede straat, gelegen ten zuiden van den Zoeterwoudschen Singel, die te zijner tijd van den Zoeter- woudschen Singel tot de Stadsmolensloot zal doorloopen, maar waarvan voorloopig nog slechts een klein gedeelte is aangelegd, dat de Burgemeester Wasstraat rechthoekig kruist. Hoewel beide straten particulier eigendom zijn, behoeft dit geen reden te zijn om niet reeds thans aan die straten officieele namen te geven. Immers het is wenschelijk dat voor het openbaar verkeer bestemde, voor het publiek toegankelijke straten, ook al zijn deze privaat eigendom, van den aanvang af, zoodra er bewoners komen, door de gemeente worden gedoopt. Mitsdien geven wij U in overweging, daarbij rekening houdende met de namen van de straten in den omtrek, aan de eerste straat den naam te geven van Decimastraat, en aan de tweede dien van Thorbeckestraat. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 117. Leiden, 23 Mei 1906. Nevensgaand adres van het Dagelijksch Bestuur van de afdeeling Leiden en Omstreken van de vereeniging «Vergun ning", geeft ons aanleiding de geschiedenis van de totstand koming van de thans geldende «verordening, houdende regeling van het gemeentelijk vergunningsrecht voor den verkoop van sterken drank in het klein in de gemeente Leiden" even in uwe herinnering terug te roepen (Zie n°. 267 der Ingekomen Stukken van 1904 en n°. 70 der Ingekomen Stukken van 1905). De beide eerste leden van art. 21 van de gewijzigde Drank wet luiden als volgt: «Tegen den aanslag in het vergunningsrecht kan de belang hebbende bij den gemeenteraad bezwaren inbrengen binnen veertien dagen, nadat de aanslag door Burgemeester en Wet houders te zijner kennis is gebracht. De gemeenteraad beslist daarop zoo spoedig mogelijk en deelt zijne beslissing terstond aan den belanghebbende mede." Op grond van deze bepaling noodigden destijds Gedep. Sta ten ons college namens den Minister van Binnenlandsche Zaken uit te willen bevorderen, dat de in art. 3 der verorde ning geregelde herschatting daaruit zou komen te vervallen,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1906 | | pagina 1