DONDERDAG 26 APRIL 1906. 65 Zitting van Donderdag 26 April 1006. Geopend des namiddags te twee ure. Voorzitter: de heer Mr. N. DE RIDDER, Burgemeester. Te behandelen onderwerpen 1° Voorstel tot verhooging van volgnr. 197 der begrooting, dienst 1905, ter bestrijding van de kosten van het onder zoek van de telefoonkabels en het toezicht op de telefoon installatie. (81) 2° Voorstel tot beschikbaarstelling van gelden ter vergoeding van de door de leeraren en leeraressen der beide Hoogere Burgerscholen en van de Kweekschool voor onderwijzers en onderwijzeressen aan het Rijk verschuldigde stortingen voor eigen pensioen. (80) 3° Verzoek van H. Wiencke om goedkeuring van een door hem ingediend stratenplan ten behoeve van het terrein van de voormalige buitenplaats «Buitenrust". (85) 4° Voorstel tot verkoop van het aan de gemeente toebehoorende gedeelte van het perceel in den Kogjespolder onder War mond, kad. bekend onder Sectie A n°. 197. (83) 5° Voorstel tot afschaffing, met ingang van 1 Mei a.s., van den wekelijkschen publieken cokesverkoop ten Raadhuize. (84) 6° Voorstel tot: a. aanvulling van de verordening van 16 Juli 1902 (Gem.- blad n°. 11), regelende de heffing van eene belasting onder den naam van «Marktgeld" te Leiden b. wijziging van de verordening van 26 Mei 1904 (Gem.blad n°. 22), regelende de heffing van weegloonen en plaats gelden aan de Gemeentewaag te Leiden, gewijzigd bij de verordening van 13 October 1904 (Gem.blad n°. 31); c. wederopenstelliug van de vette-varkensmarkt, met in gang van 1 Mei a.s. (87) 7° Voorstel tot: a. intrekking van de verordening van 30 Mei 1901 (Gem. blad n°. 8) op het wielrijden b. vaststelling van de verordening, houdende aanvulling en wijziging der verordening op de straatpolitie, benevens intrekking van eenige artikelen voorkomende in afd. II; c. vaststelling van de verordening op het rijden met motor rijtuigen en rijwielen. (86) Tegenwoordig zijn 28 leden, als de heeren: Timp, van der Lip, van der Eist, Bosch, Bots, de Goeje, de Boer, Reimeringer, van Tol, Driessen, Zaalberg, Zwiers, Witmans, Le Poole, Has- selbach, Vergouwen, van Gruting, Juta, Korevaar, P. J. Mulder, Sijtsma, Aalberse, de Vides, Fokker, Fockema Andrese, van Hamel, Kerstens, Meuleman, alsmede de Burgemeester, Voor zitter. Afwezig zijn de heeren: van der Vlugt en Paul wegens uit- stedigheid en A. Mulder wegens familie-omstandigheden. De notulen van het verhandelde in de vorige vergadering van den 12en April worden goedgekeurd. De Voorzitter deelt mede, dat zijn ingekomen: 1 Mededeeling van Mr. E. C. Wiersma, dat hij de benoeming tot lid van het Bestuur der Vereeniging »de Praetische Am bachtsschool" aanneemt. 2°. Mededeeling van den heer I. Hengeveld, dat hij de be noeming tot Ingenieur van Gemeentewerken aanneemt. 3°. Mededeeling van Mej. M. G. P. Pynacker Hordijk, dat zij de benoeming tot tijdelijk leerares in de Wiskunde aan de Hoogere Burgerschool voor Meisjes aanneemt. 4°. Missive van den Minister van Binnenlandsclie Zaken, houdende mededeeling, dat ten behoeve van de Kweekschool voor onderwijzers voor 1906 eene rijksbijdrage van ƒ6766.50 is verleenden dat die bijdrage voor 1905 nader is bepaald op ƒ6571.195. Worden voor kennisgeving aangenomen. De Voorzitter legt vervolgens over: 1°. Verzoek van het Bestuur der afd. Leiden en omstreken van de Vereeniging «Vergunning" om het tusschen de ge meente en den pachter der buffetten in de stadsgehoorzaal gesloten contract onveranderd te laten. Wordt gesteld in handen van .Burg en Weth. 2°. Voordracht- van Regenten van het Heil. Geest of Arme Wees- en Kinderhuis ter benoeming van 2 Regentessen, ter voorziening in de vacatures, ontstaan door het aan Mevr. de wed. KipsValckenier en Mej. Kaiser verleend eervol ontslag. Dit stuk luidt als volgt: Leiden, 23 April 1906. Ter voorziening in de vacatures, die met 1 Mei a. s. in ons college zullen ontstaan door het tegen dien datum aan de dames Mejuffrouw Kaiser en Mevrouw de Wed. Kips-Valcke- nier verleend eervol ontslag, hebben wij de eer u de volgende voordrachten aan te bieden, met verzoek daaruit eene keuze te doen. Vacature Mejuffrouw Kaiser: 1e Mevrouw H. van OPHUIJSEN— van STEE DEN. 2e Mevrouw G. M. v. d. WISSEL-HERDERSCHEE. Vacature Mevrouw KipsValckenier: le Mevrouw J. HEERES—ILPSEMA VINCKERS. 2e Mevrouw I. G. A. VREEDE— van ÜOSTERZEE. Regenten van het Heilige Geest of Arme Wees- en Kinderhuis, J. C. van der Lip, Voorzitter. A br. Corts, Secretaris. Aan den Gemeenteraad van Leiden. Zal worden opgenomen onder de Ing. Stukken. 3°. Verzoeken van verschillende personen om afschrijving van plaatselijke directe belasting, dienst 1906. Worden gesteld in handen, van Burg. en Weth. 4°. Verzoek van de Vereeniging «Rembrandt Harmensz. van Rijn" te Leiden om een paar boomen of heesters in het plant soentje aan den Witten Singel te mogen rooien, in verband met de plaatsing van het monument van Rembrandt. Dit stuk luidt als volgt: Aan den Raad der Gemeente Leiden. Geven met verschuldigden eerbied te kennen de onderge- teekenden, namens het Bestuur der Vereeniging Rembrandt Harmenszoon van Rijnte Leiden dat bij een nadere inspectie op het terrein, aangewezen voor de opstelling van het Monument van Rembrandt gebleken is, dat het noodzakelijk zal zijn, een paar boomen of heesters te rooien, aangezien de ruimte anders te beperkt is; dat het Bestuur der Vereeniging voornoemd daarom de vrijheid neemt, Uwen Raad te verzoeken, het te machtigen tot het rooien van een paar boomen of heesters in het plant soentje op den hoek van den Witten Singel en de Noordeinds- brug, de boomen of heesters nader aan te wijzen in overleg met de Directie van Gemeentewerken. 't welk doende Namens het Bestuur der Vereeniging Rembrandt Harmenszoon van Rijn J. C. Overvoorde, Voorzitter. W. Martin, Secretaris. Leiden, 20 April 1906. De Voorzitter. Burg. en Weth. wenschen voor te stellen dit adres dadelijk te behandelen. Zooals de heeren hebben gehoord, wenscht genoemde Ver eeniging een paar heesters en boomen te doen rooien, teneinde voor de opstelling van het Rembrandt-monument eene geschikte plaatsing te verkrijgen. Het is m. i. niet noodig dit adres in handen van Burg. en Weth. te stellen ten fine van prae-advies, omdat het verzoek van zeer eenvoudigen aard is, en het ons voorkomt, dat er alleszins termen bestaan, om dit verzoek in te willigen. Burg. en Weth. stellen dus voor, gunstig op dit adres te beschikken en de Vereeniging de noodige vrijheid te geven om een paar boomen en heesters te doen rooien, teneinde de ruimte voor de plaatsing van het Rembrandt- monument geschikter te maken. Aldus wordt zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming besloten. 5°. Verzoek van den eervol ontslagen brugwachter le klasse J. J. Kramers, om eene toelage uit de gemeentekas te mogen ontvangen, boven het hem toegekend pensioen. Dit stuk luidt als volgt: Leiden, 25 April 1906. Aan den Edel Achtbaren Raad der gemeente Leiden. Geeft met verschuldigde eerbied te kenne Johannes Ja cobus Kramers brugwachter 1ste klas, tevens belast met de inning van havengelden te Leiden. dat hij reeds geruime tijd last heeft van hartkloppingen en benauwdheid op de borst, vooral des morgens, waardoor hem de dienst wat zwaar begint te vallen dat hij bovendien reeds 66 jaar is gepasseerd waarom hij U EdelAchtbare Raad beleefd verzoekt tegen 1 Mei a. s. eervol uit den dienst te mogen worden ontslagen. dat hij volgens zijn dienstjaren aanspraak zou maken op ongeveer 255.pensioen per jaar, doch dat hij de Edel Achtbare Raad verzoekt dit bedrag met een kleine toelagen te willen verhogen, aangezien hij anders hoogst moeilijk met zijn vrouw kan rondkomen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1906 | | pagina 1