GEMEENTERAAD VAN LEIDEN. 27 I>(;KliOHE> STI KIiKX. N°. 48. Leiden, 23 Februari '1906. Hoewel de door U in uwe vergadering van 15 Februari j.l. vastgestelde verordening, regelende het geneeskundig toezicht op de openbare en bijzondere scholen en den werkkring van den schoolarts, eerst op 1 Juli a.s. in werking treedt, komt het ons raadzaam voor de benoeming der beide schoolartsen te doen ingaan op 1 April a.s., ten einde hen in de gelegen heid te stellen de voorbereidende maatregelen, welke nood wendig aan het onderzoek zullen moeten voorafgaan, tijdig te nemen. In dat geval zal dus voor dit jaar ten behoeve van de uit betaling hunner salarissen nog in een bedrag van 750. moeten worden voorzien. Wij geven U in overweging dit be drag beschikbaar te stellen door vaststelling van den hierbij overgelegden staat van af- en overschrijving. Op den post voor Onvoorziene Uitgaven zijn thans nog ƒ7489.beschikbaar. Voorts zegt art. 2 der verordening dat de schoolartsen op aanbeveling van ons college en bij voorkeur uit het college van stads-genees- en heelkundigen voor den tijd van 3 jaren worden benoemd. Hoewel nu die verordening nog niet in werking getreden is, meenen wij toch de vrijheid te mogen nemen u reeds thans nevens Dr. W. de Jong, die reeds vroeger door ons werd aanbevolen, voor de benoeming tot schoolarts aan te bevelen den heer H. W. Blote, die zich bereid verklaard heeft een eventueele benoeming te aanvaarden. Mitsdien stellen wij U voor de heeren Dr. W. de Jong en H. W. Blote, beiden leden van het college van stads-genees- en heelkundigen, met ingang van 1 April a. s. voor den tijd van 3 jaren tot schoolarts te benoemen. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. No. 49. Leiden, 23 Februari 1906. Naar aanleiding van nevensgaande verzoeken van Mej. M. Engelmarin, Directrice der Hoogere Burgerschool voor Meisjes alhier en onder overlegging van de door de Commissie van Toezicht op het Middelbaar Onderwijs en den Inspecteur van het Middelbaar Onderwijs uitgebrachte adviezen, geven wij U in overweging aan Mej. M. Engelmann op haar verzoek met ingang van 15 April a.s. eervol ontslag te verleenen uit hare betrekking van Directrice der Hoogere Burgerschool voor Meisjes alhier onder dankbetuiging voor de goede en langdurige diensten door haar in die betrekkingaan de Gemeente bewezen. Aan oen Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. 's-Gravenhage 22 Februari 1906. In antwoord op nevensvermeld schrijven, heb ik de eer Uw College te berichten, dat er bij mij geen bezwaar tegen bestaat dat aan Mejuffrouw M. Engelmannreeds met ingang van 15 April e.k. eervol ontslag verleend worde als directrice der Hoogere Burgerschool voor meisjes in Uwe gemeente. Ik veroorloof mij mitsdien Uw College in overweging te geven, eene gunstige beschikking op bijgaand adres te be vorderen. De Inspecteur van het Middelbaar Onderwijs J. Campert. Aan Burg. en Weth. van Leiden. Leiden, 9 Februari 1906 Onder terugzending van het bij Uw schrijven van 20 Jan. 1.1, No. 10®/3 aan onze commissie gezonden request van mejuf frouw J. M. Engelmann, directrice der Hoogere Burgerschool voor meisjes alhier om het door haar aangevraagd ontslag te doen ingaan met 15 April a. s. inplaats met 1 September a. s., hebben wij de eer Uw College mede te deelen dat de Commissie van Toezicht onder verwijzing van haar vroeger schrijven in deze, tegen inwilliging van het verzoek geene bezwaren heeft. De Commissie van Toezicht op het Middelbaar Onderwijs J. J. Salverda de Grave, voorz. H. M. A. Coebergh, secr. Aan Heeren Burgem. en Weth. van Leiden. Leiden, 26 Januari 1906. Ik heb de eer U mede te deelen, dat tot mijn leedwezen gezondheidsredenen mij nopen mijne betrekking vroeger neder te leggen dan ik mij eerst had voorgesteld. Na overleg met mijn geneesheer, richt ik mij daarom tot U met het eerbiedig verzoek het door mij aangevraagd ont slag te doen ingaan met 15 April a. s., in plaats met 1 September. De Directrice der H. B. S. v. M. M. Engelmann. Aan de Edelachtb. Heeren Burg. en Weth. alhier. 's-Gravenhage, 3 Februari 1906. In antwoord op Uw schrijven, hiernevens vermeld, heb ik de eer U in overweging te geven Mej. M. Engelmannop haar verzoekmet ingang van 1 September e. k. voor eervol ont slag, uit hare betrekking van directrice der hoogere burger school voor meisjes, in aanmerking te brengen bij den Raad Uwer gemeente. Ik vereenig mij voorts gaarne met het advies van de Com missie van Toezicht op het Middelbaar Onderwijs, welk ad vies tot strekking heeft, om Uw college te verzoeken, te willen bevorderendat het ontslag verleend worde met dank betuiging voor de goede en langdurige diensten in de bedoelde betrekking bewezen. De Inspecteur van het M. Onderwijs. J. Campert. Aan Burg. en Weth. van Leiden. Leiden, 15 Januari 1906. Onder terugzending van het request aan ons gezonden ter fine van advies bij uw schrijven van 12 Januari 1906 No. 10«/1 hebben wij de eer U mede te deelen, dat de Commissie van Toezicht in hare op heden gehouden vergadering besloten heeft aan Uw College in overweging te geven aan den Ge meenteraad voor te stellen het ontslag aan Mejuffrouw J. M. Engelmann alhier, als Directrice van de Hoogere Burger school voor meisjes alhier met ingang van 1 September a.s. op de meest eervolle wijze te verleenen met dankzegging voor de vele en langdurige diensten aan het onderwijs aan de Hoogere Burgerschool voor meisjes bewezen. De Commissie van Toezicht op het Middelbaar Onderwijs. J. J. Salverda de Grave, voorz. H. M. A. Coebergh, secr. Aan heeren Burg. en Weth. van Leiden. Leiden, 8 Januari 1906. Geeft met verschuldigden eerbied te kennen de ondergetee- kende, Directrice der Hoogere Burgerschool voor meisjes al hier, dat zij eervol ontslag uit hare betrekking verzoekt, met ingang van 1 September e.k. 't welk doende, M. Engelmann. Aan den Raad der Gemeente Leiden. N°. 50. Leiden, 23 Februari 1906. Onder overlegging van nevensgaand verzoek van E. J. Bomli en van het naar aanleiding daarvan uitgebrachte advies van de hoofden der betrokken scholen, hebben wij de eer U voor te stellen aan E. J. Bomli op zijn verzoek met ingang van 1 April 1906 eervol ontslag te verleenen uit zijn betrekking van onderwijzer in de Fransche taal aan de Jongensschool 2e klasse, en aan de Meisjesschool 2e klasse alhier. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Leiden, 22 Februari 1906. Naar aanleiding van bijgaand adres (verzoek van den Heer G. J. Bomli om eervol ontslag tegen 1 April 1906 uit zijn betrekking van onderwijzer in de Fransche taal aan de Jongens school en de Meisjesschool 2e kl.) hebben wij de eer Uw College mede te deelen, dat bij ons geen bezwaar bestaat tot inwilliging van het daarin vervat verzoek. Het hoofd der Openbare Meisjesschool Se kl. E. B. Renaud, Het hoofd der Openbare Jongensschool Se kl. W. Cramer. Aan Heeren Burgemeester en Wethouders van Leiden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1906 | | pagina 1