17
in '1902 380
1903 450
1904 441
1905 454
Sprekender bewijs van de toeneming der werkzaamheden,
inzonderheid voor de beide hoogste ambtenaren van het
Bureau van Gemeentewerken, kan zeker niet worden gegeven.
Aanstelling van een ambtenaar, geplaatst tusschen den
directeur en den hoofdopzichter, en die beiden gelijkelijk zou
kunnen ontlasten, is dus noodzakelijk en het antwoord op de
vraag welke werkzaamheden dezen daartoe zouden moeten
worden opgedragen, niet moeielijk.
Het spreekt echter vanzelf dat wij hier niet in een volledige
uiteenzetting dier werkzaamheden kunnen treden. Alleen aan
duiding in hoofdtrekken mag dan ook voldoende worden geacht.
Overeenkomstig het advies van de commissie van fabricage
zou de nieuwe ambtenaar dan moeten worden heiast:
1°. ter ontlasting van den directeur: met de controle op
den dagelijkschen dienst, het toezicht op het teekenwerk, de
behandeling der stratenplannen, de werkzaamheden ten behoeve
van Endegeest, Rhijngeest en het Slachthuis, en eindelijk met
de voorbereiding en uitvoering van alle werken, welke hem
in het bijzonder door den Directeur van Gemeentewerken
zullen worden opgedragen;
2°. ter ontlasting van den hoofdopzichter: met het drijven
van schouw over particuliere wegen en wateren en het op
makenvan de processen-verbaal deswege; met het bewerken van
de bestekken en het opmaken van de begrootingen voor die
werken, die hem door den directeur zijn opgedragen, en
eindelijk met de behandeling van de voornaamste werken,
welke als zoogenaamde buitengewone op de gemeente-begroo
ting voorkomen.
Eindelijk, want ook hieraan bestaat behoefte, zal de te be
noemen ingenieur aan het Bureau der Bouwpolitie kunnen
worden dienstbaar gemaakt. Ook aan dit bureau toch wordt
meermalen het gemis van een wetenschappelijk onderlegd
ambtenaar gevoeld. De ingenieur van gemeentewerken zal
dus ook den wethouder van fabricageindien deze dit noodig
acht, bij de behandeling van de zaken der bouwpolitie met
zijn adviezen moeten ter zijde staan.
Uit het bovenstaande kan voldoende blijken, welke eischen
aan den te benoemen ambtenaar zullen moeten worden gesteld.
Hij moet zijn wetenschappelijk onderlegd en practisch ervaren
beiden. Naast het ingenieursdiploma behoort hem dus een
practijk van ten minste 5 jaren als eisch te worden gesteld.
Als salaris voor dezen ambtenaar mag, naar de commissie
van fabricage meent, een aanvangswedde van 2000 billijk
worden geacht, tweemaal na 5 jaren dienst met ƒ200.— te
verhoogen, en alzoo met een maximum van ƒ2400.
Op grond van al het bovenstaande geven wij U dus in over
weging:
lo. te besluiten tot de aanstelling van een ingenieur van
gemeentewerken
2«. diens tractement te bepalen op f 200 'sjaars, met
2 verhoogingen, telkens na 5 jaren dienst, van 200.
3o. over te gaan tot de vaststelling van nevensgaanden staat
van af- en overschrijving, tot een bedrag van f 1550.
waarbij wordt aangenomen dat de te benoemen titularis onge
veer half Maart in functie zal kunnen treden.
Op den post voor Onvoorziene Uitgaven zijn thans nog
ƒ10314.beschikbaar.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Beiden.
Te Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. Groen Zoon.