170 DONDERDAG 9 NOVEMBER 1905. de verwachtingen, die men daarvan heeft, niet al te locaal moet redeneeren, want dat juist de bedoeling van de voor standers is, om te komen tot intercommunale aansluiting hetgeen in de richting van werkverschaffing uitstekend zal kunnen werken, ook zonder dat daarvoor speciale, steeds eenigs- zins verkeerde werkmakerij, in het leven wordt geroepen. De algemeene beraadslaging wordt gesloten. Punt 1°. van de voordracht, in stemming gebracht, wordt aangenomen met 27 stemmen tegen '1 stem. Voor stemmen de Heeren: Zwiers, van derVlugt, Fokker, Sijtsma, de Boer, Bots, Witmans, de Goeje, van der Lip, van Gruting, Hasselbach, P. J. MulderDriessen, Vergouwen, Bosch, A. Mulder, Timp, Korevaar, Juta, de Vries, van Hamel, Meuleman, Aalberse, van der Eist, Fockema Andreae, Reimeringer en van Tol. Tegen stemt de heer Le Poole. De Voorzitter. Indien wij nu eerst punt 2 gingen behan delen en in stemming brengendan zouden wij daarmede reeds beslissen over de plaats, waar de arbeidsbeurs zou worden gevestigd, en over punt 3 stemmende, zouden wij beslissen over de leiding van de beurs, waardoor ten slotte eene on zuivere stemming over art. 2 van de verordening zou kunnen ontstaan. In beginsel is nu uitgemaaktdat de arbeidsbeurs van ge meentewege zal worden opgericht, en dat de regeling voor- loopig, bij wijze van proef, zal plaats hebben. Ik geloof niet, dat het noodig is, na het gesprokene, nog over de verordening algemeene beschouwingen te voeren. Aan de orde komt dus nu art. 1 van de verordening, luidende «De arbeidsbeurs heeft ten doel werkgevers en werknemers behulpzaam te zijn bij het zoeken naar werkkrachten en arbeid. Voorts verzamelt zij statistische gegevens betreffende vraag naar en aanbod van arbeid." Hierop is een amendement voorgesteld door de heeren Sijtsma, van der Eist, Fokker en Zwiers, om aan het artikel toe te voegen een derde lid, luidende: »Deze gegevens worden voor elk jaar tegen den kostenden prijs verkrijgbaar gesteld en in het gemeenteverslag opge nomen." Dat aan die statistische gegevens publiciteit wordt gegeven, daartegen hebben Burg. en Weth. geen bezwaar. Maar wel hebben wij bezwaar tegen de wijze, waarop die openbaar making in het amendement wordt geformuleerd. In het ge meenteverslag opgenomen worden deze gegevens vanzelf, dat behoeft dus niet in artikel 1 te worden opgenomen. Maar tegen den kostenden prijs verkrijgbaar stellen, dit zou een misstand zijnomdat publiceeren, op de wijze, als hier gewild, niet op den weg der Gemeente ligt. Wij wenschen de gegevens echter te doen opnemen in het gemeenteblad, en het gemeenteblad is voor iedereen tegen den kostenden prijs verkrijgbaar. Men zou dan aan het slot van het tweede lid kunnen toe voegen de woorden: «welke in het gemeenteblad worden op genomen." Aan het denkbeeld van de voorstellers van het amendement is dan toch gevolg gegeven en er wordt meer gehandeld in overeenstemming met de hier gevolgde wijze van publiceering. De heer Sijtsma. M. d. V. Wij kunnen ons met uw voorstel zeer goed vereenigen en namens de medevoorstellers verklaar ik dus het amendement in te trekken. De beraadslaging wordt gesloten en artl, aldus aangevuld, zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Beraadslaging over art. 2 luidende: »De arbeidsbeurs wordt, onder toezicht van Burgemeester en Wethouders, beheerd door een bestuur van 7 leden. Het liddat tevens het voorzitterschap bekleedtwordt ge kozen door den Gemeenteraad uit zijn midden. De andere leden, die voor de helft werkgeversvoor de helft werklieden moeten zijn, worden gekozen door den Gemeente raad op aanbeveling van het Bestuur; voor de eerste maal echter op aanbeveling van Burgemeester en Wethouders. Voorts worden zeven plaatsvervangers aangewezendie op dezelfde wijze worden benoemd als de leden. De benoeming geschiedt voor den tijd van twee jarenvoor de eerste maal tot 1 Januari 1908. De aftredenden zijn dadelijk herbenoembaar. Een tusschentijds benoemde treedt af tegelijk met de overige benoemden." De Voorzitter. Op dit artikel is in deze Vergadering nog een uitgebreid amendement ingediendhetwelk ik den Secre taris verzoek voor te lezen Ondergeteekenden hebben de eer voor te stellen, in de Verordening tot regeling van de arbeidsbeurs der gemeente Leiden te lezen: Artikel 2. »De arbeidsbeurs wordt onder toezicht van Burgemeester en Wethouders beheerd door een bestuur van 7 leden en 7 plaats vervangende leden. Het liddat tevens het voorzitterschap bekleedt, wordt, evenals zijn plaatsvervanger, gekozen door den Gemeenteraad uit zijn midden. De andere leden, die voor de helft werkgevers, voor de helft werklieden moeten zijn, worden gekozen door de Kamers van Arbeid, in dier voege, dat elke Kamer van Arbeid verkieze één lid werkgever en één lid werkman en voor elk hunner één plaatsvervangend lid, resp. werkgever en werkman. De benoeming geschiedt voor den tijd van twee jaren; voor de eerste maal tot 1 Januari 1908. De aftredenden zijn dadeijk herbenoembaar. Een tusschen tijds benoemde treedt af tegelijk met de overige benoemden. De arbeidsbeurs wordt gevestigd in een door den Raad aan te wijzen lokaal." Toe te voegen aan art. 8 een tweede lid: »Van deze regeling, zoomede van elke wijziging daarin, wordt aan den Raad kennis gegeven." K. Sijtsma. A. J. Fokker. H. J. Zwiers. De heer Van dei\ Ei.st. Het belangrijkste deel jvan het amendement ligt zeker wel in het voorstel om het derde lid van het artikel te wijzigen. De voorstellers zijn hiertoe ge bracht door de overweging, eene overweging, die ook schering en inslag is in het advies van het Centraal Bureau voor Sociale Adviezendat de geheele zaak alleen kan slagen wanneer de beurs heeft het volle vertrouwen zoowel van de patroons aan den eenen, als van de werklieden aan den anderen kant. »De samenstelling van het bestuur, de inrich- »ting en het beheer van de beurs moeten zoo volmaakt «mogelijk zijn; fouten hierin gemaakt wreken zich onmid dellijk." Als argument van het Centraal Bureau voor Sociale Adviezen om de keuze van het Bestuur niet aan Burg. en Weth. of aan den Raad over te laten, maar te geven aan de Kamers van arbeid, wordt o. a. aangevQerd, dat bij keuze door den Raad of door Burg. en Weth. de kans bestaat, dat niet gekozen worden zijdie het meest het volle vertrouwen van beide partijen bezitten. Zijdie het bestuur van deze beurs zullen uitmaken, moeten zijn vertrouwensmannen, menschendie van weerszijden het volkomenst vertrouwen genieten, dat zij de zaken goed behandelen. Dat is het motief, waarom de voorstellers dit amendement hebben inge diend. Het voorstel is conform, althans gedeeltelijk, het onge vraagd, maar toch verkregen advies van de Kamer van Arbeid voor de bouwbedrijven en, gelijk ik reeds zeide, overeenkomstig het belangrijk advies van het Bureau voor Sociale Adviezen. De heer Aalberse. M. d. V. Vooreerst meen ik, dat toch wel mag worden opgemerkt, dat waar deze zaak al zoolang aan de orde isen reeds sedert zoolang op de agenda heeft gestaanhet geen goedkeuring verdientdat nu op het laatste oogenblik een dergelijk uitvoerig amendement, dat wij heel moeilijk kunnen overzienen dat wij niet eens gedrukt voor ons hebben, staande de vergadering wordt ingediend; mij dunkt, men heeft dan toch wel al den tijd gehad om dat wat vroeger te doen. Wat nu de inhoud zelf betreft van het amendement, ik meendat het groote puntwaarop het neerkomt is de vraag of de bestuurders van de arbeidsbeurs moeten worden be noemd door de Kamers van Arbeidof door Burg. en Weth., of door den Raad. Dan zou ik toch wel meenen, dat in onze gemeente en met de speciale omstandighedenwaaronder hier de Kamers van Arbeid zijn tot stand gekomen, het alle aanbeveling verdient, om althans in den aanvang mede te gaan met het voorstel van Burg. en Weth. Is de beurs eenmaal in het leven geroepen, dan zal later kunnen blijken, inhoe- verre reorganisatie noodig en wenschelijk is. Maar ik voor mij, met hetgeen ik zoo van de toestanden hier in de ge meente weet, zou zeggen, dat de kans van slagen, althans in den aanvang, grooter is wanneer gevolgd wordt het voorstel van Burg. en Weth., dan wanneer wordt gevolgd het voor stel van onze geachte medeleden. Ik verklaar dus gaarne het voorstel van Burg. en Weth. te prefereeren boven het nu ingediende groote amendement. De heer Fockema Andrew. Het verwondert mij ook wel eenigszins, dat dit amendement ons zoo op korten termijn is voorgezet. Juist waar een vorige maal de beraadslagingen uitgesteld zijn, opdat wij de amendementen gedrukt voor ons zouden kunnen hebben, daar hadden wij wel mogen verwachten, dat ingrijpende amendementen althans niet op het laatste oogenblik zouden worden ingediend, zoodat men ze feitelijk niet meer kan overzien. Omdat wij dit amendement niet van te voren hebben ontvangen, kan de Commissie voor de Huishoudelijke Verordeningen daarop ook niet A. VAN DER EEST.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1905 | | pagina 8