DONDERDAG 12 OCTOBER 1905. 129 2°. dat aan de navolgende eervol ontslagen werklieden der- Stedelijke Gasfabriek pensioen is toegekend, als: aan A. Ba velaar ƒ286.D. Oudsboorn ƒ236.P. v. d. Voort ƒ335.G. Riethoven ƒ310.en J. van Beek 407.— allen met ingang van 4 September j.l., en aan W. F. v. d. Blom ƒ408.met ingang van 16 September j.l. De Voorzitter. Verder zijn geen mededeelingen te doen van ingekomen stukken. De heer Witmans. M. d. V. U zegt dat er verder geen mededeelingen zijn te doen van ingekomen stukken. In de laatste Vergadering is evenwel door het Bestuur van de Ver- eeniging voor schoolkindervoeding een verzoek ingediend om subsidie voor het jaar 1906. Noch in de vorige Vergadering noch nu is door U medegedeeld, dat dit adres is ingekomen. Mag ik vragen wat daarvan de reden is? De Voorzitter. Dergelijke verzoeken worden gewoonlijk overgelegd bij de begrooting. Het stuk is ingekomen en zal nu bij de begrooting worden ingediendook met het oog hierop, dat het advies van de hoofden der scholen eerst moet worden gevraagd. Op dergelijke wijze wordt eveneens gehan deld bij de aanvragen om subsidie voor wijkverpleging, die elk jaar inkomen. De heer Witmans. Dank U, Mijnheer de Voorzitter. De Voorzitter. Voordat wij tot de benoemingen overgaan, wensch ik te vragen of iemand het woord over die benoe mingen verlangt. De heer Witmans. M. d. V. Het heeft mij bij kennisneming van de voordrachten voor onderwijzeres in de handwerken aan de school der 3e klasse r.°. 5 en aan die der 4e klasse n°. 2 en van de toelichting daarop, getroflen, dat met een argument, waarmede voor de eene voordracht rekening is gehouden wat betreft de benoembaarheid, in het andere geval geen rekening wordt gehouden. Het geval doet zich hier voor, dat er twee sollicitanten zijn, die op denzelfden datum de akte hebben behaald, en waarvan de eene al meer dan 3| jaar aan de school als volontair werk zaam is, maar niet wordt voorgedragen, terwijl de andere, die ook 3| jaar werkzaam is, wel wordt voorgedragen. Ik moet zeggen, dat ik dat niet goed begrijp, en ik vind het jammer, dat bij het dossier van stukken, die ter zake ter visie hebben gelegen, niet de opinie van den heer Wethouder van onderwijs is medegedeeld. Ik zou daarom beleefd willen vragen, of de Wethouder van onderwijs nu op mijne opmerking zou kunnen antwoorden. De Voorzitter. Namens Burg. en Weth. kan ik daarom trent het volgende mededeelen; daar de heer Witmans mij vooraf had medegedeeld, dat hij deze opmerking wenschtê te maken, heb ik daaromtrent een onderzoek ingesteld en zal het volgende hem wellicht bevredigen. Dat de voordracht, waarop mej. Kosters als No. 1 is voorgedragen, is voorgegaan aan de voordracht, waarop mej. Koster als No. 1 zal voor komen, is alleen het gevolg van eene toevallige omstandig heid; waren beide voordrachten tegelijk ingekomen, dan zou dat zeker Uwe aandacht niet hebben getrokken, wijl het in meerdere gevallen voorkomt, dat bij het gelijktijdig indienen van meerdere voordrachten No. 1 van de eene voordracht soms fungeert als No. 2 van de tweede voordracht. De heer Witmans. Ik dank U, mijnheer de Voorzitter; daarbij kan ik mij neerleggen. De beraadslaging wordt gesloten. De Voorzitter. Mag ik de heeren Korevaar, Driessen, van der Lip en de Boer uitnoodigen het stembureau uit te maken Aan de orde is: I. Benoeming van een Commissaris der gemeente bij de Leidsche Duinwatermaatschappij Benoemd wordt de heer Paul met 14 stemmen zijnde verder uitgebracht op den heer Reimeringer 6 stemmen, Zwiers en Aalberse ieder 3 stemmen, en YVitmans 1 stem, terwijl 1 biljet in blanco is. De Voorzitter. Is de heer Paul bereid deze benoeming te aanvaarden De heer Paul. M. d. V. Ik zou dat gaarne acht dagen in beraad willen houden. De Voorzitter. Daar is geen bezwaar tegener is geen bepaling, die voorschrijft, dat U hierop dadelijk moet beslissen. II. Benoeming van een 4e onderwijzeres in de handwerken aan de school der 3e klasse N°. 5. (Zie Ing. St. n°. 232). Benoemd wordt Mej. J. H. Neuteboom met 27 stemmen; Mej. J. van der Stel verkreeg 1 stem. III. Benoeming van een 4e onderwijzeres in de handwerken aan de school der 4e klasse N°. 2. (Zie Ing. St. n°. 232). Benoemd wordt Mej. A. M. Kosters met 26 stemmen, terwijl 2 stemmen waren uitgebracht op Mej. D. G. A. Koster. IV. Benoeming van een lid en van een plaatsvervangend lid in de Commissie van aanslag voor de Bedrijfsbelasting. (Zie Ing. St. n°. 234). Overeenkomstig art. 42 van het Reglement van Orde wordt besloten beide benoemingen op één briefje te doen. Achtereenvolgens worden benoemd tot lid de heer J. P. Creyghton, met 19 stemmen, zijnde uitgebracht op den heer de Boer 7 stemmen, terwijl 1 biljet in blanco is; tot plaatsvervangend lid de heer P. J. Mulder, met 21 stem men, zijnde 5 stemmen uitgebracht op den heer Creyghton, terwijl 1 biljet in blanco is. De Voorzitter. Is de heer Mulder bereid deze benoeming te aanvaarden? De heer Mulder. Jawel, Mijnheer de Voorzitter. V. Benoeming van een lid der Commissie tot wering van Schoolverzuim. (Zie Ing. St. n°. 233). Benoemd wordt de heer H. M. Sasse, met 21 stemmen; de heer Witmans had 5 stemmen, de heeren de Boer en Vergouwen ieder '1 stem. De Voorzitter. Ik dank de heeren leden van het stembureau zeer voor de genomen moeite. VI. Verzoek van II. Jousma om eervol ontslag als onderwijzer met verplichte hoofdakte aan de school der 3e klasse N°. 6. (Zie Ing. St. n°. 231). Wordt zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming eervol verleend. VII. Suppletoire staat van begrooting, dienst 1904, van het Roomseh-Katholiek Wees- en Oudeliedenhuis. (Zie Ing. St. n°. 238). Wordt zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd. VIII. Staat van af- en overschrijving op de begrooting, dienst 1904, van het Roomseh-Katholiek Wees- en Oudelieden huis. (Zie Ing. St. n°. 238). Wordt zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd. IX Staat van af- en overschrijving op de begrooting, dienst 1904, van het Roomseh-Katholiek Armbestuur. (Zie Ing. St. n° 238). Wordt zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd. X. Voorstel tot verhuring van de beweiding van het Schut tersveld in den Maredijksehen polder aan C. Dieben. (Zie Ing. St. n°. 219). Wordt zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd. XI. Voorstel tot verpachting van de opbrengst van het gras gewas op de Algemeene Begraafplaats bij den korenmolen »De Valk" aan M. Bol. (Zie Ing. St. n°. 220). Wordt zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd. XII. Voorstel om de bediening van de vette-varkensmarkt tijdelijk te staken. (Zie Ing. St. n°. 237). De heer Witmans. M. d. V. In mijne hoedanigheid als lid van de Marktcommissie zou ik wel eene vraag willen doen. Ik doe dit nu, omdat ik tot mijn leedwezengehoordheb.dat de heer Kerstens, Voorzitter van de Marktcommissie, ver hinderd is tegenwoordig te zijn. Waarom is in zake dit voor stel het advies van de Marktcommissie niet ingewonnen Het bevreemdt mij wel eenigszins dat het voorstel is ingediend zonder dat haar advies gevraagd is. Ik vermoed wel, dat wan neer zulks was gevraagd, de zaak toch zou geloopen zijn, zooals zij nu is geloopen, maar ik meen toch, dat men de Markt commissie niet had moeten voorbijgaanimmers volgens art, 5

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1905 | | pagina 3